De laat-middeleeuwse huizen in Noordeuropese steden tonen een onontwarbare vermenging van houten en stenen onderdelen. Wanneer aan de buitenzijde veel steen te zien is heten het stenen huizen, wanneer houten planken het beeld bepalen worden het houten huizen genoemd.
Na droging werden die opgestapeld en vormden ze muren die in staat waren een dak te dragen. Dankzij deze bakstenen kon Jericho uitgroeien van een paar hutjes tot een echte stad. De inwoners van het Midden-Oosten hadden een architectonische prestatie van formaat geleverd, waar de hele mensheid profijt van had.
De meeste steden werden omgeven door grachten en muren of wallen met wachttorens en poorten. Het stadsbestuur zetelde in het raadhuis en was verantwoordelijk voor andere openbare gebouwen, zoals de waag en de vlees- en vishal. De openbare gebouwen stonden meestal bij elkaar, in de buurt van de kerk.
Met de term middeleeuwen wordt de periode bedoeld tussen ca. 500 en 1500. Het is een periode waarin zich veel veranderingen voordoen zoals de opkomst van de steden en een steeds toenemend belang van het schrift, niet alleen in het Latijn maar vanaf de twaalfde eeuw ook de volkstaal (de voorloper van het Nederlands).
De huizen in de stad waren gebouwd van: steen, hout, gedroogde klei of leem of van baksteen. Vaak waren de huizen van hout op een fundering van steen. Voor de rijken waren de huizen helemaal van steen. De daken waren soms belegd met leisteen of pannen, maar zeker tot 1400 veel vaker met riet.
De meeste huizen in de Middeleeuwen waren van hout. En als er dan ergens brand uitbrak, dan was de kans groot dat die oversloeg naar de andere huizen. Dat gebeurde regelmatig. Daarom werden de huizen later van steen gebouwd.
Bij de moderne bouwstijl wordt er meestal gebruikt gemaakt van steen, beton, metaal, hout of pleisterwerk. De meeste moderne woningen hebben een plat dak. Bij de bouw van deze huizen wordt meestal gebruikt gemaakt van duurzame materialen, zodat het milieu zo min mogelijk belast wordt.
Vlees, melk en kaas
Een groot deel daarvan was van bekende landbouwdieren, zoals rund, varken, schaap, geit en paard. De bewoners van de nederzetting aten vooral rundvlees. Varken en schaap kwamen minder vaak op het bord, al hadden ze in de loop van de eeuwen wel steeds meer voorkeur voor schapenvlees.
Door ziekte en aftakeling was de gemiddelde leeftijd in de middeleeuwen extreem laag. Door opgravingen op middeleeuwse begraafplaatsen en botanalyses is vastgesteld dat de gemiddelde levensduur in grote delen van Europa 30 tot 35 jaar was. Nu is dat in West-Europa 79 jaar voor mannen en 84 voor vrouwen.
De in de Middeleeuwen overheersende theorie was dat de koning was aangesteld door God. Als de 'gezalfde des Heren' was hij onschendbaar en verheven boven zijn onderdanen. Dit gaf hem veel gezag, maar geen onbeperkte, absolute macht.
Stavoren eerste plaats met middeleeuwse stadsrechten
Rond 1060 werden in Nederland de eerste middeleeuwse stadsrechten verleend. De Friese stad Stavoren was de uitverkorene. Daarna volgden een heleboel steden.
Oudewater. Een typisch Middeleeuwse stad, te zien aan de binnenstad die volledig afstamt uit de middeleeuwen. Deze stad werd toentertijd gezien als heidense stad. Zo werden in de 16e tot 18e eeuw mensen vervolgt omdat er gedacht werd dat deze heksen waren.
Gedurende de middeleeuwen en de Gouden Eeuw, tussen de zestiende en zeventiende eeuw, bloeide Amsterdam als een welvarende handelsstad. Dankzij zijn strategische ligging aan de rivier de Amstel en het IJ, en later de aanleg van de grachtengordel, werd Amsterdam een belangrijk handelsknooppunt in Europa.
In de middeleeuwen was er vooral aandacht voor het leven na de dood en God stond in het middelpunt. Het doel van Middeleeuwse kunst was vooral om het geloof van het volk te versterken, door het uitbeelden van Bijbelse figuren en verhalen.Kunst had een educatieve functie.
Daarom verleenden de landsheren stadsrechten aan nederzettingen waarvan zij hoopten dat zij een belangrijke regionale functie zouden krijgen. De stad werd een verzorgingscentrum voor het omringende platteland. Boeren, tuinders en vissers brachten hun producten naar de markt en kochten wat zij nodig hadden in de stad.
Milaan en Venetië waren tijdens de late Middeleeuwen de enige plaatsen in Europa met meer dan 100.000 inwoners. Een stad als Parijs had er waarschijnlijk zo'n 80.000. Andere steden hadden er minder nog. Gent zou later uitgroeien tot de grootste stad van Europa, maar toen waren de Middeleeuwen eigenlijk al voorbij.
Vooral de rijke mensen, de koningen en de mensen van adel, woonden in kastelen. De ridders woonden vaak in landhuizen. Vaak kwamen veel mensen samen in de grote zaal van een kasteel. Daar werd met veel mensen gegeten of werden zaken geregeld.
Schattingen van het Federaal Planbureau leren ons dat wie vandaag geboren is ongeveer 70 procent kans maakt om ooit negentig kaarsjes te mogen uitblazen. Voor boorlingen in 2050 springt die kans naar 80 procent, en wellicht zal dat percentage nog blijven stijgen.
De kans om de 100 te halen wordt ook steeds groter, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het aantal mensen dat zijn of haar honderdste verjaardag viert is flink gestegen. In 1956 werden gemiddeld 4 van elke 1000 mannen honderd jaar oud. 12 vrouwen wisten toen die leeftijd al te halen.
In de Romeinse tijd werd het zuiden van het huidige Nederland 'Germania Inferior' genoemd. Het gebied besloeg tevens delen van België en Duitsland en werd bestuurd vanuit de hoofdstad Colonia Agrippina, de stad die tegenwoordig Keulen heet. Tot in de middeleeuwen hield de Germania Inferior stand.
Het Nederlands maakt deel uit van de Inde-Europese taalfamilie. Volgens onderzoekers van het Max Planck Instituut in Nijmegen is de Indo-Europese taalfamilie afkomstig uit Anatolië, de plek waar nu Turkije ligt.
Als ontbijt aten ze pap, pannenkoek, aardappel of brood met reuzel, stroop en af en toe jam. Als hoofdmaaltijd aten ze meestal een stamppot met veel aardappelen of een gerecht van peulvruchten, zoals bruine bonen en erwtensoep. Rijke mensen konden vaker vlees, vis en zuivel kopen.
De geschiedenis van Huizen gaat ver terug. Al in 1382 wordt voor het eerst melding gemaakt van het dorp Huussem. Anders dan in plaatsen in de buurt stonden er in Huizen stenen huizen, in plaats van de standaard plaggenhutten. Aan de stenen huizen dankt Huizen zeer waarschijnlijk haar naam.
Vanaf het moment dat mensen op een vaste plek in huizen gingen wonen moest je kunnen vertellen waar je precies woonde. Dat waren eerst hele lange beschrijvingen van de plek waar je huis stond. In de Middeleeuwen gingen de mensen die beschrijving steeds verder inkorten tot de namen die wij nog steeds gebruiken.
Het bouwjaar van een huis kunt u gratis vinden in de BAG Viewer. Het bouwjaar is ook opgenomen in ons product Woningrapport. Naast het bouwjaar krijgt u met het product Woningrapport onder andere informatie over inhoud en oppervlakte, wie de eigenaar is en de geschatte waarde van een woning.