Bij een laagstaande avondzon kunnen de wolken ook rood lijken. Je bent bang voor zwarte wolken, maar dat zijn dikke wolken die veel licht tegenhouden, en daardoor zwart lijken. Je hoeft daar geen bijzondere betekenis of krachten aan te geven.
Als er veel waterdruppels in een wolk zitten, is de wolk dikker en kan er minder zonlicht doorheen. Ze zijn dan donkerder. Een wolk wordt extra zwaar als er veel water in zit. Dan kunnen de druppels niet meer in de lucht blijven hangen en vallen ze naar beneden: het regent!
Een cumulonimbus, ook wel donderwolk genoemd, is meestal een voorbode van onweer. Dit soort wolken zijn verantwoordelijk voor enorme stortbuien waarbij je haast moet maken om ergens te kunnen schuilen. Je herkent de wolk aan de enorme groei naar boven, de wolken beginnen laag en groeien uit tot grote hoogte.
Cumulus- of stapelwolken, ook bekend als bloemkoolwolken, zijn scherp afgelijnde wolken en vormen een wolkengeslacht. De basis is donkerder, het bovenste deel met halfronde uitwassen is wit. In weerberichten is de afkorting Cu of Cs.
De verschillende wolkengeslachten vallen onder een familie, of een combinatie van families. De vier families zijn: hoge wolken, middelhoge wolken, verticaal ontwikkelde wolken en lage wolken. Wolkengeslachten worden weer verder onderverdeeld in wolkensoorten.
Het voelt vochtig aan, maar het is niet zacht om aan te raken. Wel is het water (kokend) heet en daarom moet je niet proberen om het aan te raken. Wolken daarentegen zijn koud en op een mistige dag kan je gerust proberen om de wolken aan te raken. Je loopt dan letterlijk met je hoofd in de wolken.
Nimbus wolken
Het woord nimbus betekent regen in het Latijn, dus dit zijn de wolken die regen produceren. Elke wolk met het voorvoegsel "nimbo" of het achtervoegsel "nimbus" is een soort regenwolk. Bijvoorbeeld, een nimbostratus wolk is een stratus wolk die regen of sneeuw zal veroorzaken.
Onweerswolken. Elke onweersbui begint als een kleine stapelwolk. Een stapelwolk heeft een bloemkoolachtige structuur, met scherpe omrandingen. Als de stijgende bewegingen sterk genoeg zijn, groeit de stapelwolk uit.
". In hetzelfde werk worden de nimbus beschreven als " donkere wolken, zonder duidelijke vorm, met gescheurde randen, zeer laag (800 tot 1600 m , vaak minder), snel bewegend en met zware regenval ". Dergelijke wolken komen overeen met cumulonimbus (zware buien) met pannus eronder.
De wolken ontstaan wanneer op grote hoogte koudere lucht binnenstroomt en ook dan loopt het vaak uit op neerslag. De wolken met het uiterlijk van torentjes (altocumulus castellanus) zijn een voorbode van onweer. De structuur van de mooie vlokken (altocumulus floccus) betekent dat er slecht weer op komst is.
Wolken vertellen vaak welk weer het wordt. De schapenwolkjes die we hoog aan de hemel zien staan, vertellen dat het droog en zonnig is. Dit soort wolk komt voor in grotere velden en door de schapenwolkjes heen is de zon zichtbaar. De aanwezigheid van schapenwolkjes wijst op onstabiliteit op grootte hoogte.
Siebesma: “Een cumuluswolk bevat gemiddeld één gram water per m3. Als we voor het gemak een wolk van één km3 nemen – dat is één km lang, breed en hoog – betekent het dat er in een bloemkoolwolk al snel een miljoen kilogram water zit.” Omgerekend zijn dat zo'n 200 olifanten.
Daar vriest het, zodat neerslag die uit zulke hoge wolken komt uit ijsklontjes of sneeuwvlokken bestaat. Onderweg kunnen deze klontjes door hogere temperaturen ontdooien, zodat het effect regen is. Is het echter erg koud, dan smelt de neerslag niet en ervaar je dit als sneeuw of hagel.
Wanneer we naar de onderkant van een wolk kijken, dan is die naargelang van de dikte van de wolk wit tot donkergrijs. Dit komt doordat een wolk voornamelijk bestaat uit waterdruppeltjes met een diameter die veel groter is dan de golflengte van zichtbaar licht (grootte-orde 20 micrometer).
Heb je de zon in de rug en de wolk voor je dan zie je vaak een prachtige witte stapelwolk. Dit gebeurt vooral wanneer grote wolkendruppels en ijskristallen het zonlicht grotendeels tegenhouden en jouw kant op weerkaatsen. Zo'n grote witte 'bloemkoolwolk' kan uiteindelijk uitgroeien tot een stevige bui.
Bij een gewone wolk (zonder regen) verdampen de onderste kleine druppeltjes. Het worden dan gasmoleculen (waterdamp) en die zijn onzichtbaar maar blijven ook zweven. Hoger in de lucht is het kouder, daar worden de gasmoleculen weer druppeltjes. Dit zien we als een wolk.
De Grote Magelhaense wolk heeft een massa die gelijkstaat aan ongeveer 10 miljard keer de massa van de Aardse zon, waarmee het sterrenstelsel 1/100 van de massa van de Melkweg heeft. De diameter van de Grote Magelhaense Wolk is 14.000 lichtjaar.
Een wolkbreuk ontstaat als buien lang boven een bepaald gebied blijven hangen doordat het weinig waait. Wolken regenen dan leeg boven één plek. In korte tijd valt er een enorme hoeveelheid water uit de lucht: minstens 25 millimeter in een uur of minstens tien millimeter in vijf minuten.
Een gemiddelde wolk met een lengte en diepte van 2 kilometer en een hoogte van 200 meter weegt maar liefs 500 miljoen gram. Dat is net zo zwaar als driehonderd auto's, volgens de wetenschappers.
Hoe kouder, des te minder onweer. In Groenland onweert het vrijwel nooit. En op de Zuidpool zijn gebieden waar het echt nog nooit heeft geonweerd. In ons land onweert het gemiddeld op 25 tot 30 dagen per jaar.
Als een boom naast je huis wordt geraakt kan de spanning via de leidingen in de grond, zich naar je huis verplaatsen en slaat door op je elektrische apparaten. Als bliksem thuis inslaat kan er brand ontstaan, muren kunnen scheuren of inzakken.
Het Europees grondgebied krijgt gemiddeld 350 dagen per jaar te maken met bliksem. Dat wil zeggen dat er elke dag wel ergens in Europa een blikseminslag is. Augustus blijft in West-Europa de maand met de meeste blikseminslagen.
Hoge bewolking, cirrusbewolking of sluiers genoemd. Het zijn wolken die zoals eerder aangegeven voorkomen op een hoogte (vanaf het aardoppervlak) van 6 tot 13 kilometer. Cirrus bewolking is een belangrijke voorspeller van het weer.
Bliksem en donder
Een ontlading ontstaat bij een groot ladingsverschil dat wordt veroorzaakt door stijgende en dalende bewegingen in de wolk. Donder wordt veroorzaakt doordat de lucht die direct grenst aan de bliksemschicht plotseling zeer sterk wordt verwarmd en daardoor zeer snel uitzet.
Bij temperaturen tussen 0 en min12 graden Celsius bestaat de wolk uit onderkoelde waterdruppeltjes. Bij een temperatuur lager dan min 12 graden neemt het aantal ijskristallen in de wolk toe. In de laag tussen min 12 en min 23 graden komen dan ook zowel onderkoelde waterdruppels alsook ijskristallen voor.