Naast vlees en vis, waren brood en bier in de middeleeuwen het voornaamste eten.Men kende erwten, bonen, wortelen en knollen, maar berichten daarover zijn schaars.
Als ontbijt aten ze pap, pannenkoek, aardappel of brood met reuzel, stroop en af en toe jam. Als hoofdmaaltijd aten ze meestal een stamppot met veel aardappelen of een gerecht van peulvruchten, zoals bruine bonen en erwtensoep. Rijke mensen konden vaker vlees, vis en zuivel kopen.
Middeleeuwse voeding. Brood vormde het hoofdvoedsel, gevolgd door andere graanproducten, zoals pap. Vlees was prestigieuzer en duurder dan graan of groente. De adel liet bij speciale gelegenheden een beer (mannelijk varken) slachten.
Het hoofdvoedsel in de 19e eeuw bestond uit aardappelen: gekookt of gebakken, als pap of stamppot of als beleg op brood, vaak op smaak gebracht met azijn en mosterd of met gebakken uien, bonen en wortels. Voor arme gezinnen was vlees te duur. Soms aten ze goedkoop vlees afkomstig van wrakke dieren.
Ze leefden van wat de natuur hen bood. Het waren jagers en plukkers. Ze verzamelden bessen, noten, vruchten, slakken, wilde planten, enzovoort. Kleine dieren en vissen werden gevangen, grote dieren gejaagd en gedood.
Over het algemeen aten Europeanen in de middeleeuwen voor ons bekende groenten, zoals komkommer, (kikker)erwten, selder, wortelen, kool, prei, sla, knoflook, uien en kruiden zoals munt, salie, komijn, anijs, peterselie en koriander.
1850-1960: haute cuisine en smaakvervlakking
In de westerse landen is dit een periode waarin de hongersnood definitief wordt overwonnen. In deze periode eet de Nederlander twee keer per dag brood en één keer warm, meestal 's avonds. Naast brood is pap populair en de pannenkoek natuurlijk.
Bij de rijke mensen worden de resten van het middageten verwerkt in ragouts, pasteien en moezen. Om vier uur eten de mensen dit op. Verder eten de rijke veel wafels, suikergoed en taart. Voordat we gaan slapen, eten we vaak nog pap of rijstebrij in zoete melk.
De mensen aten vroeger van alles! Gevogelte, vlees, groenten en fruit. Eigenlijk een hele gezonde keuken. Ze aten alles wat er in de natuur voorkwam, zelfs kleine vogeltjes.
Vroeger toen alles beter was, aten mensen stukken minder vlees. Veel vlees eten is een typisch teken van welvaart. Lekkers was alleen voor de zondag, zoals vla in plaats van pap en iets lekkers bij de koffie. Brood was basisvoedsel.
Onze prehistorische voorouders aten vroeger veel groenten en fruit, noten en zaden en vlees en vis. Dit 'oervoer' was rijk aan eiwitten en vezels en bevatte amper koolhydraten en verzadigde vetten. Het voedsel was puur en onbewerkt en volgens wetenschappers aten onze voorouders erg gezond.
Toch dronken vroeger niet veel mensen alcohol, het was gewoon te duur en niet altijd te krijgen. Tot in de Middeleeuwen bleef dat zo. In die tijd maakten mensen wijn uit vruchten en bier uit gerst en honing. Het alcoholgehalte van die dranken was laag.
Zo ging van 1850 tot 1900 tarwe de plaats innemen van het goedkopere roggebrood. Brood en aardappelen domineerden dus het dieet in de eind 19e eeuw. Vlees werd gezien als een luxe product. Omstreeks 1890 verscheen bij arbeidersgezinnen hooguit eenmaal per week vlees op tafel.
De arme mensen aten uit een oud stuk brood. Maar de rijke mensen van adel af rijke handelaren aten uit borden van zilver en goud. De mensen in de middeleeuwen hielden van vlees, maar dat mochten ze niet alle dagen eten dat kwam door de kerk.
Naast vlees en vis, waren brood en bier in de middeleeuwen het voornaamste eten. Men kende erwten, bonen, wortelen en knollen, maar berichten daarover zijn schaars.
In de Middeleeuwen dronken we amper water, maar vooral veel bier.
Als ontbijt at men vaak bierpap, die werd bereid van bier, oud brood, boter en suiker. Of men at brood met boter en kaas en dronk daarbij een glas bier. Bier werd zeker in het begin van deze achttiende eeuw gedronken bij alle maaltijden en op elk uur van de dag.
Een ontbijt in Nederland bestaat grotendeels uit brood (boterhammen) met beleg. Nederlanders kennen een aantal typisch Nederlandse gewoontes om brood te beleggen zoals hagelslag, pindakaas en muisjes. Ook zuivel met graanproducten zoals cruesli en muesli zijn populaire vormen van ontbijt.
Een typisch Nederlands ontbijt bestaat uit brood, al dan niet geroosterd, met kaas, vlees, boter en zoet beleg, zoals chocoladepasta, hagelslag en vlokken. Naast een belegde boterham eten Hollanders ook dikwijls beschuit, ontbijtkoek, krentenbrood of een bordje pap.
42 procent van de respondenten drinkt vooral bier, terwijl 34 procent kiest voor wijn en 21 procent voor sterke drank. De Amerikanen met de hoogste inkomens kiezen echter eerder voor wijn.
Rijke mensen hebben een duidelijk doel: meer geld verdienen en/of succesvoller worden krijgt 100 procent van hun aandacht. Veel mensen krijgen niet wat ze willen, omdat ze niet weten wat ze willen, stelt Harv Eker, schrijver van A Millionair Mind. Sport veel. En niet zo'n klein beetje ook.
Wanneer de rijken der aarde vrije tijd hebben, hebben ze tijd voor extravagante hobby's. Of dat nu een verzameling klassieke auto's is, of de wereld over reizen. Toch draait de meest gebruikelijke hobby niet om geld.
De wezen in de Amsterdamse weeshuizen kregen wel twee keer per dag te eten: broodpap met zoete melk, witte bonen en erwten met vet. Veel variatie was er niet. Alleen op de woensdag stond er vlees of vis op tafel. Toch waren Nederlanders in de zeventiende eeuw de best gevoede bevolking van Europa.
Boeren aten veel brei van granen zoals rogge en haver, tarwe was een luxeproduct. Vlees, vis en eieren waren niet het hele jaar beschikbaar, en verse groente al helemaal niet. Het was dus voor een middeleeuwse boerin minder makkelijk dan tegenwoordig om smakelijke maaltijden uit haar kookpot te toveren!
Er werd weinig vlees, weinig suiker en weinig vet gegeten. In plaats daarvan kwam een voornamelijk plantaardig dieet van aardappelen, granen, peulvruchten, groenten en fruit, aangevuld met een beperkt aantal vetten. Hier doet het menselijk lichaam het goed op.”