Onze prehistorische voorouders aten vroeger veel groenten en fruit, noten en zaden en vlees en vis. Dit 'oervoer' was rijk aan eiwitten en vezels en bevatte amper koolhydraten en verzadigde vetten. Het voedsel was puur en onbewerkt en volgens wetenschappers aten onze voorouders erg gezond.
Onderzoek laat zien dat de oermens een alleseter was en in die tijd moest eten wat voorhanden was; fruit, vis, vlees en noten. Maar het voedsel waarop al onze voorouders konden terugvallen waren knollen en wortels, die net als granen, veel zetmeel bevatten en daarmee energie leveren.
In plaats van een heel scala aan wilde planten en dieren wordt het dieet van de eerste boeren gedomineerd door een paar gewassen en vaak een kleine hoeveelheid vlees van vee. Daarnaast is de veehouderij niet alleen maar een bron van vlees. Die is ook een bron van enge ziektes.
Die mensen kwamen aan voedsel door te jagen en te vissen en door het verzamelen van vruchten, noten en zaden. De eerste boeren in Nederland leefden in Limburg rond 5300 voor Christus. Zij woonden langere tijd op één plaats en bewerkten het land. Vanaf dat moment was graan een belangrijke basis voor de maaltijd.
Vaste onderdelen waren met olie en azijn aangemaakte groenten, olijven, eieren en gezouten vis. Het hoofdgerecht bestond uit vlees en/of vis, vaak met een begeleidende groente en tijdens de hele maaltijd werd brood gegeten. Romeinen waren ook dol op zoetigheid en aten fruit en gebak als nagerecht.
Onze prehistorische voorouders aten vroeger veel groenten en fruit, noten en zaden en vlees en vis. Dit 'oervoer' was rijk aan eiwitten en vezels en bevatte amper koolhydraten en verzadigde vetten. Het voedsel was puur en onbewerkt en volgens wetenschappers aten onze voorouders erg gezond.
Naast vlees en vis, waren brood en bier in de middeleeuwen het voornaamste eten.Men kende erwten, bonen, wortelen en knollen, maar berichten daarover zijn schaars.
Brood vormde het hoofdvoedsel, gevolgd door andere graanproducten, zoals pap. Vlees was prestigieuzer en duurder dan graan of groente. De adel liet bij speciale gelegenheden een beer (mannelijk varken) slachten. Als smaakmakers werden verjus, wijn en azijn gebruikt.
De mensen aten vroeger van alles! Gevogelte, vlees, groenten en fruit. Eigenlijk een hele gezonde keuken. Ze aten alles wat er in de natuur voorkwam, zelfs kleine vogeltjes.
De eerste mensen, Homo habilis en Homo rudolfensis leefden 2,4 miljoen jaar geleden als jager-verzamelaar. Hun opvolgers - Homo erectus, Homo heidelbergensis en de neanderthaler (Homo neanderthalensis) - leefden ook van jagen en verzamelen. Jagers en verzamelaars gebruikten werktuigen van steen, been en hout.
Uit grootschalig (archeologisch) skeletonderzoek van de Universiteit van Cambridge, blijkt dat gezondheid van de mensen in West-Europa - en dus ook Nederland en Utrecht - door de tijd heen fluctueert. Zo waren mensen tussen het jaar 800 en 1000 veel gezonder dan omstreeks 1800.
Herkomst. Nederland mag dan bekend staan als aardappelland, eigenlijk komt de aardappel uit Zuid-Amerika. Rond 1600 maakten we er hier kennis mee dankzij Spaanse ontdekkingsreizigers, maar de aardappel stond eerst nog bekend als zeer giftig. Mensen aten het blad en de bessen, in plaats van de eetbare knol!
1300-1600: pap, erwten en knollen
Dat had grote gevolgen voor de voedselvoorziening. Doordat er veel minder mensen waren, moest een deel van de akkergrond de natuur worden teruggegeven. Het vee dat daarop graasde leverde zoveel vlees dat ook armere mensen vlees gingen eten. Verder was er rogge en tarwe.
De gemiddelde levensverwachting in de steentijd was rond dertig jaar, om maar wat te noemen. En zelfs nu staat China met een gemiddelde van 73 jaar nog steeds slechts op de tachtigste plaats in de lijst van landen waar mensen het oudst worden – net boven Nicaragua en Colombia.
De traditionele volgorde van een menu is als volgt: amuse – voorgerecht – soep – tussengerecht – spoom – hoofdgerecht – kaas – nagerecht. Natuurlijk maak je niet iedere dag een 8-gangenmenu, maar dit is de volgorde als je alle gerechten zou serveren.
Krijg je 's avonds trek, dan kun je gerust wat eten. Kies bijvoorbeeld voor wat fruit of snackgroente, een handje ongezouten noten of smeer een boterham met mager beleg. Bewaar ongezonde snacks, frisdrank, sap en alcohol voor speciale momenten.
Appels zoals Elstar en Jonagold komen vooral uit Nederland. Bananen komen uit Midden-Amerika.
Ze leefden heel anders dan de jagers die al in ons land leefden. De boeren woonden op een vaste plek, in huizen gemaakt van stro, leem, takken en boomstammen.De bomen werden omgehakt met grote bijlen, een nieuwe uitvinding van de boeren. Zo kwam er ruimte voor de akkers.
Waar komt het Nederlands vandaan? Het Nederlands maakt deel uit van de Inde-Europese taalfamilie. Volgens onderzoekers van het Max Planck Instituut in Nijmegen is de Indo-Europese taalfamilie afkomstig uit Anatolië, de plek waar nu Turkije ligt.
Populaire groenten waren kool, prei, knolraap en ui. Indien voorradig werd ook vlees verwerkt in de stoofpotten. Het hoofdbestanddeel van een middeleeuws dieet was echter geen groente of zuivelproduct, maar granen.
Ze leefden van wat de natuur hen bood. Het waren jagers en plukkers. Ze verzamelden bessen, noten, vruchten, slakken, wilde planten, enzovoort. Kleine dieren en vissen werden gevangen, grote dieren gejaagd en gedood.
In werkelijkheid is de kloosterkeuken sober. Want het leven van de kloosterling is niet gericht op het stoffelijke maar op het hemelse. In de meeste kloosters wordt geen vlees gegeten.Bij de Trappisten – een van de strengste kloosterordes – staat wel 'Trappistenvlees' op het menu wat wil zeggen: witte of bruine bonen.
Afgezien van het menstruatiebloed was de middeleeuwse mens misschien wel schoner dan wij. De middeleeuwen staan bekend als een duistere tijd vol ziekte, dood, verderf en viezigheid. Mensen gooiden hun afval gewoon op straat, tandenborstels en zeep waren non-existent, en wie de puberteit haalde was een uitzondering.
Ontbijt in de Middeleeuwen
Dan aten ze een soort broodpap, een maaltijdsoep of een stoofpotje, met daarin (als ze geluk hadden) wat vlees. In de avond vaak alleen een stuk brood.
Sinds de Middeleeuwen tot omstreeks 1800 was brood het hoofdvoedsel van de samenleving. Met name doordat er rond 1500 een vleestekort ontstond, nam brood de plaats van vlees in. Na 1800 stootte de aardappel het brood van de eerste plaats. In de keuze van voedsel was men tot in de 20e eeuw afhankelijk van het aanbod.