Pak de teek met een puntig pincet zo dicht mogelijk op de huid bij de kop vast en trek hem er rustig uit. Als een stukje van de kop in de huid achterblijft is dat ongevaarlijk. Dat komt er vanzelf weer uit, net als bij een splinter. Ontsmet hierna het beetwondje.
Bel uw huisarts in deze situaties: als het niet lukt de teek te verwijderen. als de teek misschien langer dan 24 uur in uw huid heeft gezeten. als na enkele dagen tot weken een verkleuring of rode vlek rond de tekenbeet ontstaat.
Het komt weleens voor dat, bij het verwijderen van de teek uit de hond, het mislukt om de kop er goed uit te krijgen. Als de hele kop blijft zitten kan de teek mogelijk nog steeds bacteriën overdragen. Probeer daarom alsnog met een ontsmette pincet of naald de rest van de kop eruit te krijgen.
Als de teek zich nog niet heeft volgezogen, zie je een donker puntje dat vastzit in de huid. Als de teek zich al wel heeft volgezogen met bloed is deze plek groter en bolvormiger. Als de teek niet meer in de huid zit, is de beet van een teek lastig te onderscheiden van een muggenbeet.
Maak je niet druk als er een pootje van de teek achterblijft in de huid. Deze komt er (net als een splinter) vanzelf uit na een tijdje zonder dat het kwaad kan. Probeer echter altijd de gehele teek in één keer los te draaien, zonder iets achter te laten. Dit is altijd beter.
Pak de teek met een puntig pincet zo dicht mogelijk op de huid bij de kop vast en trek hem er rustig uit. Als een stukje van de kop in de huid achterblijft is dat ongevaarlijk. Dat komt er vanzelf weer uit, net als bij een splinter. Ontsmet hierna het beetwondje.
Een bultje na een tekenbeet is heel normaal. Eigenlijk is dit hetzelfde als een muggenbult. Het bultje verdwijnt na een paar dagen. Maar houd de plek wel in de gaten, tot ongeveer drie maanden lang.
Een rode of blauwrode vlek (erythema migrans) is meestal het eerste verschijnsel: Binnen enkele dagen tot 3 maanden kan rond de plaats van de tekenbeet (of op een andere plek van uw lichaam) een rode of blauwrode vlek ontstaan. Bij een donkere huidskleur kan de vlek er gelig of blauwig uitzien.
Als de bacterie wel in uw lichaam komt, kunt u de ziekte van Lyme krijgen. De meeste mensen worden niet ziek na een tekenbeet. De kans dat je de ziekte van Lyme krijgt na een tekenbeet wordt geschat op 2% (2 op de 100 tekenbeten).
Teken leven van bloed van dieren of soms van mensen. Ze kunnen ongemerkt uren of zelfs dagen op de huid zitten en zich volzuigen met bloed. Meestal zijn tekenbeten onschuldig. Toch is het belangrijk een teek zo snel mogelijk te verwijderen.
Eenmaal op een mens of dier aangekomen kruipt de teek over het lichaam (met ongeveer dezelfde loopsnelheid als een lieveheersbeestje) op zoek naar een geschikte plek om zich vervolgens - doorgaans zonder dat je het voelt - in de huid vast te gaan bijten. Lees ook: Hoe voorkom je een tekenbeet?
Gebruik voor het verwijderen van teken geen zeep, alcohol, olie of benzine. Dit verhoogt de kans op besmetting.
Pak de teek met een tekentang zo dicht mogelijk bij je huid bij zijn kop vast en trek hem er in één keer recht uit. Je moet de teek dus nooit draaien, schrapen of knijpen. Hij kan dan de inhoud dan zijn maaginhoud lozen (iek!) inclusief bacteriën en daardoor heb je juist extra kans om ziek te worden.
De huiduitslag door de ziekte van Lyme is niet altijd een karakteristieke 'rode ring', maar kan ook een egaal gekleurde vlek zijn. Bij 1 op de 3 mensen met een huiduitslag door de ziekte van Lyme ontstaat zo'n egaal gekleurde vlek.
Schrijf antibiotische profylaxe alleen voor: binnen 3 dagen (d.w.z. 72 uur) na verwijdering van de teek; bij patiënten van 8 jaar of ouder, zonder symptomen van de ziekte van Lyme; wanneer er geen contra-indicaties zijn voor doxycycline (zoals zwangerschap).
Enkele dagen tot maanden (gemiddeld 2-3 weken) na een tekenbeet ontstaat op de plek van de beet een rode tot roodblauwe vlek die langzaam groter wordt. Soms blijft het een egaal rode vlek, maar meestal wordt de vlek in het midden lichter, zodat een ring ontstaat.
Waarschijnlijk kan een infectie dus ook optreden zonder de zo karakteristieke huidafwijking. Daardoor kan het voorkomen dat een arts bij zulke ziekteverschijnselen niet direct aan de ziekte van Lyme denkt. Bij de meerderheid gaan ook deze klachten vanzelf over en houdt men er geen restverschijnselen aan over.
Er is nog geen test ontwikkeld die kan aantonen of iemand genezen is. Serologische testen kunnen negatief worden terwijl de infectie nog aanwezig is en positief blijven nadat de infectie genezen is. Voor het beoordelen van het behandelresultaat is de arts dus vooral aangewezen op het klinische beeld.
Het lichaam is meestal goed in staat om de bacterie op te ruimen zonder antibiotica, maar behandeling met antibiotica snel na het verschijnen van de vlek verkort de ziekteduur en helpt latere complicaties te voorkomen. Hiervoor wordt een kuur van 10 dagen doxycycline aanbevolen.
De ziekte van Lyme is chronisch geworden als je langer dan een jaar besmet bent met de ziekte. In dit stadium blijven alle symptomen aanhouden en worden de klachten soms zelfs erger. Als de ziekte van Lyme zich bevindt in een chronisch stadium, dan treden problemen op met het zenuwstelsel.
Bij deze tests zoekt men naar antistoffen tegen de Borrelia bacterie in het bloed van de patient. De antistoffen verschijnen pas enige tijd na de infectie (eerst IgM, later IgG) en zijn na minimaal 3-8 weken redelijk betrouwbaar te meten; testen kort na infectie heeft dus geen zin.
De ziekte van Lyme kan een ernstig invaliderende ziekte zijn, die vaak gepaard gaat met ernstige klachten en grote vermoeidheid (uitputting). Patiënten die hiermee te maken hebben, kunnen meestal geen normaal leven meer leiden. Werken en naar school gaan kan voor hen een groot probleem of zelfs onmogelijk zijn.
Als een teek u net heeft gebeten, lijkt het of er een zwart puntje op uw huid zit. Door het opzuigen van bloed zwellen teken na een paar dagen op tot een bruin of grijs bolletje ter grootte van een erwt.
2. Houd je tuin tekenvrij. Teken houden van een vochtige bodem met een dikke laag dode bladeren, een gazon met veel mos, hoog gras en van schaduwrijke, begroeide plekken met veel bodem bedekkende planten.