Probeer erachter te komen of er misschien een probleem is waardoor je kind niet wil leren, en zoek daar een oplossing voor. Neem contact op met de mentor op school.Bespreek het tijdens een rapportbespreking of maak een aparte afspraak. Het is belangrijk dat je puber zich thuis voelt op school.
Praat met je kind
Zijn er problemen op school? Zit je kind wel in de juiste studierichting? Speelt faalangst misschien een rol? En blijf daarnaast ook rustig uitleggen waarom jij studeren belangrijk vindt.”
Als je kind niet gemotiveerd is om taken uit te voeren, kan het helpen om aan een routine te werken. Door je kind dingen op vaste momenten te laten doen, vergroot je de kans dat hij toch de motivatie vindt om ergens mee aan de slag te gaan. Deze tip is onder meer handig als je kind het maken van zijn huiswerk uitstelt.
Problemen met leren kunnen allerlei oorzaken hebben.Van een te hoog schoolniveau, tot een verkeerde leerstrategie, tot dyslexie tot depressie. Alles heeft invloed op de schoolresultaten van het kind. Wanneer concentratieproblemen de meeste last veroorzaken is het aan te raden om hier verder te lezen.
Als ze woordjes leren voor een moderne, vreemde taal, doen ze dat maar één of twee keer. Of ze leren hun leerstof alleen vlak voor het examen, vaak met nachtwerk tot gevolg. Leerstof écht onthouden doen ze op die manier niet, waardoor hun leerachterstand langzaamaan opbouwt.
De leeftijd waarop het merendeel de studie heeft afgerond is een jaar opgeschoven, van 23 naar 24 jaar. Meer studenten volgen bovendien een hbo- of universitaire opleiding, waarvoor zij langer in de collegebanken zitten. Vooral voor hen geldt dat zij langer thuis blijven wonen.
Leerlingen onder 18 jaar zonder startkwalificatie
Leerlingen tussen 16 en 18 jaar mogen alleen stoppen met school, als zij een diploma havo, vwo of mbo (niveau 2 en hoger) hebben. Is dat niet zo? Dan geldt de kwalificatieplicht.
Want buiten leren, heeft veel voordelen. “We weten dat er cognitieve voordelen zijn, maar er wordt ook minder gepest en leerlingen bouwen betere interpersoonlijke vaardigheden en zijn uit zichzelf gemotiveerder. Het is goed dat er door corona meer aandacht voor gezonde lucht, maar eigenlijk kan het altijd wel.”
Depressieve klachten kunnen bij een kind of jongere anders zijn dan bij volwassenen. Kenmerken van een depressie zijn: Somber of geïrriteerd, weinig lachen weinig of heel veel huilen.Verlies van de eetlust, of juist erg veel eten.
Kenmerken die horen bij een depressief kind:
Somber en chagrijnig: heeft geen zin meer om te shoppen of wil niet meer naar feestjes. Zorg niet meer goed voor zichzelf: doucht niet meer en eet slecht waardoor het afvalt. Slaapproblemen: heeft ineens moeite met in slaap vallen en wordt 's nachts regelmatig wakker.
Wat mogen de ouders van de school verwachten:
De school stelt zich ten doel iedere leerling zo optimaal mogelijk te begeleiden. Daarbij neemt het aanleren van de (basis)vaardigheden, lezen, schrijven, rekenen en taal een centrale plaats in.
Bij de Examencommissie heb je recht op drie examenkansen per jaar. Na een buis op je eerste examen kan je dus gewoon een herexamen maken. Als het nodig is, heb je zelfs nog recht op een tweede herexamen. Aan het begin van een nieuw jaar, op 1 januari, krijg je sowieso drie nieuwe examenkansen.
Onderwijs is de sleutel voor de ontwikkeling van een kind én van een samenleving. Een kind dat goed onderwijs krijgt, krijgt kansen voor de toekomst. Daarom heeft ieder kind recht op goed onderwijs. Overal en altijd.
Dit kan komen doordat kinderen en adolescenten meer zin hebben in televisie kijken, computer- spelletjes of sport.Maar het is ook mogelijk dat negatieve emoties over lezen de oorzaak zijn. In beide gevallen wordt weinig gelezen maar de oorzaak is anders en de remedie verschilt.
Dit kan komen door de nadelige invloed van het gezin of de cultuur van het kind, een slechte onderwijsaanpak op school, een motorische of emotionele stoornis, een zintuiglijke handicap, een te lage intelligentie, of een ander probleem bij het kind.
Depressieve stoornis komt het meest voor bij jonge vrouwen
Met name bij jonge vrouwen van 18 tot en met 34 jaar is de jaarprevalentie relatief hoog (ongeveer 15%) vergeleken met de jaarprevalentie bij mannen. Met het ouder worden nemen de verschillen tussen mannen en vrouwen af.