Indien de kerntemperatuur onder 35°C zakt spreken we van hypothermie. Een temperatuur tussen 32°C-35°C wordt lichte hypothermie genoemd, tussen 30°C-32°C matige hypothermie en bij een temperatuur onder de 30°C is er sprake van een ernstige hypothermie.
Is de lichaamstemperatuur tussen de 35 en 32 graden Celsius, dan spreek je van lichte onderkoeling. Zakt de lichaamstemperatuur verder door tussen de 32 en 30 graden Celsius spreek je van matige onderkoeling. Zakt de lichaamstemperatuur verder door tot onder de 30 graden Celsius dan spreek je van ernstige onderkoeling.
De normale lichaamstemperatuur bij gezonde mensen varieert tussen ongeveer 35,5 graden en 37,5 (soms hoger bij inspanning) Celsius. Soms ook wel wat lager. Bijvoorbeeld vroeg in de ochtend of tijdens de slaap. Onderkoeling begint als de lichaamstemperatuur zakt tot onder de 35 °C.
Ondertemperatuur wordt gedefinieerd als een lichaamstemperatuur beneden de normale temperatuur van 36,5°C. Hypothermie wordt omschreven als het hebben van een te lage lichaamstemperatuur (1).
Je raakt onderkoeld als je lichaamstemperatuur daalt onder de 35°C. Dat kan zeer snel gaan wanneer je in koud water valt of schaars gekleed buiten loopt bij guur weer in combinatie met hevige wind.
Symptomen bij onderkoeling
De eerste onderkoelingsverschijnselen beginnen als de lichaamstemperatuur zakt naar 35 °C, je kunt dan last krijgen van desoriëntatie, verlaagde hartslag en verwardheid. Wanneer de temperatuur verder daalt naar 33°C krijg je last van spierstijfheid, grote pupillen en kramp.
Onderkoeling treedt op wanneer je te veel lichaamswarmte verliest. Voor volwassenen is een lichaamstemperatuur die onder de 35 °C daalt een teken van onderkoeling. De meeste mensen associëren onderkoeling met langdurig buiten zijn bij koud weer. Maar onderkoeling kan ook binnenshuis optreden.
Wanneer een persoon koud, nat en vermoeid is, vraagt het lichaam veel energie om zich weer op te warmen. Dit houdt het lichaam slechts een beperkte tijd vol, waarna de temperatuur vervolgens snel zal afnemen. Wanneer de lichaamstemperatuur zakt tot onder de 35 °C is er sprake van hypothermie, oftewel onderkoeling.
Hypothermie wordt gedefinieerd als een lichaamstempera- tuur van 35 °C of lager. We onderscheiden een milde vorm (32-35 °C), een matige vorm (28-32 °C) en een ernstige vorm van hypothermie (<28 °C).
Onderkoeling ontstaat door een langdurige blootstelling aan lage temperaturen of een kortstondige blootstelling aan extreem lage temperaturen.
Ernstige onderkoeling
Als je ernstig onderkoeld bent, stop het beven, rillen en de pijn juist. Het lichaam begint zich dan al af te sluiten om de laatste restjes warmte te behouden. Je ademhaling vertraagt en je hartslag gaat omlaag. De kenmerkende emoties zijn verwardheid, slaperigheid en onverschilligheid.
Onderkoeling of hypothermie is een gevaarlijke daling van de lichaamstemperatuur (onder 35°C bij milde hypothermie, onder 32°C bij matige hypothermie en onder 25°C bij ernstige hypothermie).
De hypothalamus is een belangrijk centrum voor de temperatuurregulatie van het lichaam, het honger- en dorstgevoel, het dag- en nachtritme (de biologische klok), het emotioneel gedrag en het geheugen. Samen met de hypofyse regelt de hypothalamus onder meer ons eetgedrag, onze temperatuur en vochtbalans.
Warm het slachtoffer op met dekens of met een warme douche die niet warmer dan 38 graden Celsius is. Je mag een onderkoeld slachtoffer ook opwarmen met kruiken of met warm eten en drinken. Met alcohol kan je het slachtoffer NIET opwarmen. Neem bij kinderen regelmatig de temperatuur op om oververhitting te voorkomen.
De lichaamstemperatuur wordt geregeld door een regelcentrum in de hersenen (hypothalamus), die de temperatuur meestal stabiel rond de 37 ºC houdt. Belangrijk is dat u de temperatuur op de juiste manier meet.
De spraak kan verward raken, het lijkt alsof iemand dronken is. De spieren kunnen verstijven, je hebt geen kracht meer in armen en benen. Het wordt dan lastig om bijvoorbeeld een reddingmiddel te pakken of een lichtkogel af te schieten. Ook zwemmen wordt na verloop van tijd onmogelijk.
Koorts meet je in principe 's ochtends en 's avonds. Herhaaldelijk meten of controleren van de lichaamstemperatuur is meestal niet nodig. Afhankelijk van de situatie kan het echter noodzakelijk zijn om vaker te controleren. De wijze waarop je koorts meet, varieert afhankelijk van de leeftijd.
Heeft je kind een lichaamstemperatuur van minder dan 36,0°C (gemeten in het poepgaatje)? Dan is er sprake van ondertemperatuur. Als je kind geen zieke indruk maakt, hoef je je geen zorgen te maken.
Pas na de eerste drie minuten is de schrikreactie weg en begint het afkoelen van oppervlakkige spieren en zenuwen. In de 5 à 30 minuten na onderdompeling zal het lichaam in een toestand van 'diepweefsel onderkoeling' terechtkomen.
Men kan het gevoel krijgen dat de luchtweg is afgesloten en voelt hevige pijn. Ook kan cold-shock ervoor zorgen dat men onder water onbedwingbaar moet ademen, wat de paniek alleen maar groter maakt. Mede hierdoor treedt een plotselinge versnelling van de hartslag op en een toename van de bloeddruk.
In het ergste geval kan dit leiden tot hartritmestoornissen (ventrikelfibrilleren) en een plotselinge circulatiestilstand. Daarnaast is het hart bij onderkoeling mogelijk gevoeliger voor beweging en zal sneller in een hartritmestoornis geraken.
Als de lichaamstemperatuur hoger is dan 38 graden Celsius wordt er gesproken van koorts. Het is een reactie van het lichaam op een infectie met virussen of bacteriën. De koorts helpt de infectie te bestrijden. Bij een hogere temperatuur groeien virussen en bacteriën minder goed.
In het slechtste geval kan het koude water zelfs leiden tot een hartstilstand, een beroerte of bewusteloosheid doordat de hersenen minder doorbloed worden.