De Volkenbond, de voorloper van de Verenigde Naties, gaf een mandaat over het het gebied toen aan de Britten. Hiermee kreeg het Verenigd Koninkrijk controle over Palestina en Transjordanië. Oorspronkelijk behoorden deze gebieden tot het Ottomaanse Rijk, dat na de Eerste Wereldoorlog uiteenviel.
Tijdens de oorlog was het voornaamste doel van de Britten in het Mandaatgebied om zoveel mogelijk de rust te bewaren. Zij waren bang dat de Arabieren uit onvrede met het Britse bestuur de kant van Duitsland zouden kiezen en hoopten dit tegen te gaan door de Joodse immigratie te beperken.
In de oudheid werd Palestina bewoond door Semitische volkeren, waarvan de eerste van Kanaänitische oorsprong waren. Volgens de overlevering kwam Abraham, de gemeenschappelijke stamvader van joden en Arabieren, uit Ur naar Kanaän.
Het Britse mandaat voor Palestina (1918-1948) was het resultaat van verschillende factoren: de Britse bezetting van gebieden die voorheen onder het Ottomaanse Rijk vielen, de vredesverdragen die een einde maakten aan de Eerste Wereldoorlog en het principe van zelfbeschikking dat na de oorlog ontstond.
Bij het einde van het Britse mandaat in 1948 brak een oorlog uit. Bij de wapenstilstand van 1949 was Palestina verdeeld tussen de nieuw gestichte staat Israël, Transjordanië en Egypte. In 1994 kwam er Palestijns zelfbestuur, tegenwoordig bekend onder de naam Staat Palestina.
In november 1947 besliste de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties een einde te stellen aan het na WO I aan Groot-Brittannië toevertrouwde mandaat over Palestina en dat land (27.000 km²) te verdelen in twee onafhankelijke staten, een joodse en een Arabische, de eerste 14.500 km² groot, de tweede 12.500 km².
Het Britse Lagerhuis stemde in 2014 voor de erkenning van Palestina als staat, als bijdrage aan het bereiken van een onderhandelde tweestatenoplossing. De Britse regering handhaafde echter haar beleid om het recht te behouden om Palestina bilateraal te erkennen op een geschikter moment voor vredesinspanningen.
Maar toen de Balfour-verklaring werd ondertekend, hadden de Britten Palestina al aan de Arabieren beloofd als een onafhankelijke staat en hadden ze de Franse regering beloofd dat het een internationaal bestuurde zone zou worden.
In 1918, na het einde van de Eerste Wereldoorlog, kreeg het Verenigde Koninkrijk van de Volkerenbond het gebied Israël/Palestina toegewezen. Dit resulteerde in het Brits mandaatgebied van Palestina. In 1948 kwamen grote gedeelten van dit mandaatgebied in handen van de net opgerichte onafhankelijke Staat Israël.
Op 29 november 1947 namen de Verenigde Naties resolutie 181 aan (ook bekend als de verdelingsresolutie). Deze resolutie verdeelde het voormalige Palestijnse mandaat van Groot-Brittannië in een Joodse en Arabische staat. Het Britse mandaat zou in mei 1948 aflopen, toen het Britse mandaat zou aflopen.
Zij stammen af van Arabieren die de afgelopen eeuwen in de landstreek Palestina zijn gaan wonen, vooral vanaf de negentiende eeuw. Tot de twintigste eeuw hadden de Arabieren in Palestina geen vastomlijnde nationale identiteit: natiestaten bestonden destijds immers nog niet in het Midden-Oosten.
De gevechten begonnen met aanvallen door onregelmatige groepen Palestijnse Arabieren die verbonden waren aan lokale eenheden van het Arabische Bevrijdingsleger, dat bestond uit vrijwilligers uit Palestina en naburige Arabische landen . Deze groepen lanceerden hun aanvallen op Joodse steden, nederzettingen en strijdkrachten.
De term 'Palestina' was oorspronkelijk een aanduiding van een gebied in het zuiden van Kanaän waar het volk dat de Filistijnen werd genoemd een heel klein deel van bezette. Onder andere de Kanaänieten, Kanaänitische Feniciërs en de Israëlieten vestigden zich al veel eerder in het gebied.
Bij de wapenstilstand van 1949 besloeg de nieuwe staat Israël 77% van het grondgebied van het voormalige mandaatgebied Palestina. Transjordanië hield 22% van het gebied bezet (de Westelijke Jordaanoever inclusief Oost-Jeruzalem) en annexeerde dit in 1950, waarbij de naam Transjordanië gewijzigd werd in Jordanië.
Palestina werd een zogenaamd A-mandaat, een gebied dat in principe voor onafhankelijkheid in aanmerking kwam, maar waarvan men vond dat zij een tijdelijk bestuur nodig hadden. De Britten dus. Onder aanvoering van de Engelsen nam in het tijdvak 1919-1923 de proactieve immigratie van Joden in Palestina toe.
Op 15 mei 1948 liep het Britse mandaat voor Palestina af. In anticipatie hierop riep het Jewish Agency een dag eerder de staat Israël uit.
In de Eerste Wereldoorlog verslaat het Britse leger de Ottomanen in Palestina. Het Verenigd Koninkrijk belooft de joodse gemeenschap dat zij een 'nationaal tehuis' krijgen. Na de oorlog krijgen de Britten het gezag over Palestina. Joden beginnen zich hier in steeds grotere getale te vestigen.
Op 14 mei 1948 roept David Ben-Goerion de onafhankelijkheid uit van de nieuwe staat Israël.
Andere opties waren Palestina of Zion. Uiteindelijk werd toch de Bijbelse naam Israël gekozen. Sommige mensen vinden dat het gebied waar Israël ligt eigenlijk Palestina heet. Ook wordt Israël door joden en christenen soms het Beloofde Land of het Heilige Land genoemd.
Terugtrekking. In november 1947 adviseerde de Verenigde Naties de verdeling van Palestina en de oprichting van aparte Arabische en Joodse staten. Op 15 mei 1948 gaf Groot-Brittannië haar mandaat op. Het Britse leger vertrok uit Palestina en liet de Joden en de Arabieren achter om het uit te vechten in de oorlog die volgde .
De Britten maakten gebruik van twee soorten tactieken om hun koloniën te leiden. De noordelijke koloniën aan de oostkust van Noord-Amerika werden vestigingskoloniën genoemd. Een vestigingskolonie was gericht op landbouw, handel en nijverheid. En de andere soort kolonie is de plantagekolonie.
In 1920 werd het mandaatgebied Palestina ingesteld en in 1922 kregen de Britten een mandaat voor Palestina van de Volkenbond . Tijdens het mandaat zag het gebied opeenvolgende golven van Joodse immigratie en de opkomst van nationalistische bewegingen in zowel de Joodse als de Arabische gemeenschap.
Duizenden burgers in Gaza zullen humanitaire hulp ontvangen die door het VK wordt gefinancierd . Voedselhulpprogramma's, water- en sanitaire voorzieningen en gezondheidszorg voor moeders en kinderen zijn enkele van de gebieden die met nieuwe financiering worden opgeschaald.
Dit gebied heeft historische betekenis voor verschillende culturen en religies, waaronder het jodendom, het christendom en de islam. Het is de geboorteplaats van belangrijke historische en religieuze figuren, en er zijn talloze heilige plaatsen in de regio.
Naast het 10-jarig handels- en defensiepact dat in november 2021 werd ondertekend, ondertekenden de twee landen in december 2020 een militaire samenwerkingsovereenkomst. Deze overeenkomst formaliseert en verbetert hun militaire samenwerking, waaronder medische training op het gebied van defensie, concepten voor organisatorisch ontwerp en defensieonderwijs.