Iedereen die handel wilde drijven in het Atlantisch gebied, kon zijn gang gaan, op voorwaarde dat er een belasting werd betaald aan de WIC. Alleen de slavenhandel bleef een WIC-aangelegenheid. Ondanks dit slavenhandelsmonopolie slaagde de WIC er niet in om winst te maken, zelfs niet met enorme overheidssubsidies.
In de Gouden eeuw zorgen schepen van de West Indische Compagnie voor ongekende rijkdom in de Nederlanden en de kooplieden verdienen geld als water met onder andere de handel in tot slaaf gemaakten. Hiervoor betalen honderdduizenden tot slaaf gemaakten een hoge prijs met hun leven en met hun vrijheid.
In 7 jaar wist de WIC een groot deel van de Braziliaanse kust te veroveren. Ze kwamen echter ook tot de conclusie dat ze arbeidskrachten nodig hadden om op de plantages te werken. Vanuit de Nederlanders wilden er weinig werken op de plantages. Het was er veel te warm en het was veel te zwaar werk.
Het idee voor een West-Indische Compagnie speelde al langer. Maar de oprichting werd pas in 1621 na het Twaalfjarig Bestand met Spanje een feit. Het doel was winstgevende handel in het Atlantische gebied en de Spanjaarden beroven van hun voornaamste inkomensbron.
De belangrijkste handelsproducten van de oude WIC waren zout, suiker, bevervellen, tabak, goud, koper en slaven. De eerste West-Indische Compagnie voerde een lange doodstrijd; haar einde in 1674 was pijnloos.
Hoe kwam het dat de VOC zo succesvol was? Antwoord: Omdat de VOC een monopolie had op de handel met Aziatische landen. Verder had het bevoegdheden die normaal alleen landen hadden, zoals het sluiten van handelsverdragen, het voeren van oorlog en het besturen van overzeese gebieden.
De slavenhandel van de WIC was een zogenaamde driehoekshandel. De schepen voeren met handelswaar naar Afrika, kochten daar slaven en voeren vanuit Zuid-Amerika en het Caribische gebied met goederen, meestal suiker, weer naar Nederland.
De winsten die door het VOC-personeel naar de Republiek werden gestuurd, werden door de VOC geïnd en in Indië gebruikt voor de inkoop van eigen handelsproducten. Het VOC-personeel kreeg vervolgens op een later tijdstip het geld in de Republiek uitgekeerd, inclusief de rente.
Nederland. In totaal werden in de periode van de Nederlandse slavenhandel over de gehele wereld 11 tot 12,5 miljoen Afrikaanse slaafgemaakten verscheept en verkocht. Hiervan werden er circa 600.000 door Nederlanders verhandeld. De West-Indische Compagnie (WIC) verscheepte ongeveer de helft daarvan.
Een groot aantal slaven werd door de VOC gekocht tijdens expedities naar Madagaskar en Mozambique om slaven van de daar heersende koning te kopen. Tegen 1770 was de meerderheid van de slaven in de Kaapkolonie daar geboren. Al vanaf 1616 probeerde de VOC slaven van Madagaskar te halen.
Michiel de Ruyter (1607-1676)
Die handelsroutes waren voor een groot deel gebaseerd op de slavenhandel waarmee de de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden veel geld verdiende. Aan de westkust van Afrika, waar de bevolking vaak tot slaaf werd gemaakt, vocht De Ruyter daarom verschillende oorlogen uit met Engeland.
Naast het alleen recht om handel te drijven in Azië mocht de VOC nog veel meer van de Staten Generaal. De VOC mocht forten bouwen, overeenkomsten sluiten met de vorsten en oorlog voeren. Dit mochten zij in het hele gebied vanaf Kaap de Goede Hoop tot aan de straat van Magellaan.
WIC: West-Indische Compagnie = een handelsbedrijf was actief in West-Afrika en Amerika van 1621 tot 1734 leverden een belangrijke bijdrage aan de bloei van de Nederlandse economie. VOC: Verenigde Oost-Indische Compagnie. Dit handelsbedrijf was actief in Azië van 1602 tot 1799.
Hebben slaven geld? Slaven mogen volgens de wet geen loon ontvangen of geldzaken doen. Toch zijn slaven in Suriname, maar vooral ook op Curaçao, niet helemaal van financiën verstoken. Ze verdienen zelf geld door producten te verkopen of door voor zichzelf te werken met toestemming van de meester.
De verklaring is eenvoudig: de afschaffing gebeurde in fases. In 1814 werd de handel in slaven al verboden, in 1860 kwam er een einde aan de slavernij in Nederlands-Indië en in 1863 werd de wet van kracht waarmee slavernij ook in Suriname en het Caribisch gebied werd afgeschaft.
De compagnie dreef handel met verschillende Aziatische landen, zoals het latere Nederlands-Indië (Indonesië), de kaapkolonie (Zuid-Afrika), Ceylon (Sri-Lanka) en Japan. Ze verhandelde producten zoals specerijen, koffie, textiel en porselein.
In de 17e en 18e eeuw was de driehoekshandel op zijn hoogtepunt en werden grote aantallen slaven door vooral Portugese, Engelse, maar ook Spaanse en Nederlandse handelaren gekocht aan de kust van West-Afrika en verkocht in Amerika. De huidige schatting is dat 12 miljoen slaven zijn vervoerd vanuit Afrika naar Amerika.
Zoals staat geschreven in het boek 'Disposable People: New Slavery in the Global Economy: “In 1850 kostte een gemiddelde slaaf in het zuiden van Amerika, omgerekend naar hedendaags geld, $ 40,000. Nu kost een slaaf wereldwijd gemiddeld $ 90.”
De West-Indische Compagnie in Groningen
De winst werd gemaakt door in West-Afrika mensen tot slaaf te maken en te verkopen in het Caraïbisch gebied. Daarna werden de schepen volgeladen met koffie, suiker, cacao en tabak die dankzij slavenarbeid goedkoop geproduceerd konden worden.
De VOC was in 1637 op de beurs 78 miljoen gulden waard. Als je dat omrekent naar nu, dan zou dat 7,9 biljoen dollar zijn, zo'n 6,7 biljoen euro. Daarbij is gerekend met een inflatie van iets meer dan 3 procent per jaar. De VOC was verreweg het grootste beursgenoteerde bedrijf dat ooit heeft bestaan.
In de tijd van de VOC werd in guldens gerekend
Het bouwen van een schip kostte ongeveer 60.000 euro. De VOC bouwde zelf bijna 1500 schepen. 200 andere schepen werden kant en klaar gekocht of ingehuurd.
Dankzij de monopolie (alleenrecht dat alleen de VOC in naam van de Republiek overzees mocht handelen met andere landen) die de VOC van de Staten-Generaal kreeg, kon de VOC veel winst gaan maken.
In 1525 werden de eerste slaven vanuit Afrika naar het Amerikaanse continent getransporteerd. Zij zouden het begin zijn van een lang proces, dat bijna drie eeuwen duurde en waarin ongeveer 12,5 miljoen Afrikanen per schip over de Atlantische Oceaan werden vervoerd om op de Amerikaanse plantages te werken.
Decennialang vullen beide compagnieën de Nederlandse pakhuizen met koloniale producten en de huizen van de burgers met zeldzame voorwerpen uit een onbekende wereld. Door verschillende factoren, zoals afnemende winst, concurrentie, corruptie en oorlogen, worden de WIC en de VOC eind achttiende eeuw opgeheven.
De Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) was in de 17de en 18de eeuw het grootste handels-en scheepvaartbedrijf ter wereld. Met een vloot van meer dan honderd schepen, duizenden werknemers, zo'n dertig kantoren in Azië en zes vestigingen in de Republiek met elk hun eigen kantoren, pakhuizen en scheepswerven.