In de tijdspanne van een paar eeuwen ging Rome van een informeel systeem van onderwijs, dat de kennis doorgaf van ouders aan de jonge kinderen, naar een gespecialiseerd en gedifferentieerd stelsel van scholen. De scholen waren geïnspireerd door en gebaseerd op de Griekse educatieve praktijken.
Onderwijs in de open lucht
Als een Griekse slaaf werd vrijgelaten, kon hij een school beginnen. Iedereen die er genoeg geld voor had kon zijn kinderen inschrijven bij zo'n school, die vaak slechts uit één leraar, een paar krukjes en een cathedra, Latijn voor 'stoel van de leraar', bestond. Klaslokalen waren er niet.
Over de eerste scholen in Nederland is vrij weinig bekend. Waarschijnlijk zijn deze in de middeleeuwen opgezet naar het voorbeeld van de Engelse kloosterscholen die al in de zevende en achtste eeuw bestonden.
Meisjes gingen niet naar school maar kregen thuis les. Dit was vanwege de rol die zij later zouden spelen als huisvrouw. Het ging er met name om hoe ze goede vrouwen moesten zijn voor hun mannen en hoe ze het huishouden moesten doen. Ze leerden bijvoorbeeld veel over muziek, koken en naaien.
Aan de eerste fase van de schoolstrijd kwam een einde dankzij de Grondwet van 1848. Deze legde vast dat het geven van onderwijs in beginsel iedereen vrij staat. Op 1 januari 1901 is de leerplicht ingevoerd. Kinderen van 6 tot 12 jaar moesten een school bezoeken óf huisonderwijs krijgen.
Er werd hoofdelijk onderwijs gegeven: ieder kind kreeg van de meester een opdracht. Tweemaal per dag moest de leerling bij de lessenaar van de meester komen waar de opdracht werd nagekeken. De leerlingen leerden lezen, schrijven en in sommige gevallen rekenen. Kinderen betaalden per lesje.
Onderverdeling in bouwen. De groepen 1 en 2 komen overeen met wat voor 1986 kleuterschool heette en de groepen 3 t/m 8 met de vroegere lagere school. De groepen 3 t/m 8 werden in die tijd aangeduid met klassen 1 t/m 6.
Onder de stola droeg de Romeinse vrouw een tunica. Vrijgelatene, slavinnen en meisjes droegen enkel dit kledingstuk, dat bij vrouwen gewoonlijk langer was dan bij mannen. Op reis en bij slecht weer droegen de vrouwen gelijkaardige schoudermantels en mantels, deels ook met kap, zoals de mannen.
“Over de gemiddelde leeftijd van de Romeinen heerst bijvoorbeeld veel discussie”, zegt demograaf Patrick De Boosere (VUB). “We moeten ons daarvoor behelpen met aantekeningen op grafstenen. Toch kunnen we ervan uitgaan dat men toen tussen de 26 en 30 jaar oud werd.
De Romeinse kinderen speelden bekende spelletjes, zoals verstoppertje, tikkertje, hinkelen, haasje-over, met poppen spelen, vliegeren, schommelen en blokken bouwen. Als een kind geboren werd, kreeg een meisje na 8 dagen een naam en de jongens pas na 9 dagen. Een meisje werd meestal naar haar vader genoemd.
Rond 750 na Chr. werd in Utrecht een kloosterschool opgericht door Gregorius, een leerling van Bonifatius. Deze school is één van de eerste scholen in Nederland waarover iets bekend is. In eerste instantie waren de kloosterscholen gericht op het opleiden van jongens tot monnik of priester.
Vroeger kende men in Nederland de middelbare school, waar middelbaar onderwijs aan leerlingen werd gegeven. Schooltypen waren onder meer: hbs, mms, gymnasium, lyceum. Sinds 1 augustus 1968 zijn deze vervangen door school voor voortgezet onderwijs, meestal in een scholengemeenschap.
Kinderen gingen 's-ochtends van 9:00-12:00 naar school, en 's-middags 13:45 tot 15:45. Ook op zaterdagochtend werd er les gegeven, en kinderen uit de klassen 6, 7 en 8 kregen maandag- en donderdagmiddag handwerken van 15:45 tot 16:15. In totaal kregen ze 26 uur les per week.
De meisjes in de rijkere families leerden thuis koken, schoonmaken, kinderen verzorgen, spinnen, weven, naaien en borduren, en als hun ouders rijk waren kregen ze zelfs een huisleraar, een ontwikkelde slaaf, die hen leerde lezen en schrijven. Ook kregen ze muziekles.
Het Rijk wordt aangevallen door de Franken en de Germanen. Die trekken zelfs op richting Rome. In het jaar 476 wordt het Keizertje Romulus Augustulus afgezet, en klimt het Germaanse stamhoofd Odoaker op de troon. Het west Romeinse Rijk is ten einde, de Middeleeuwen kunnen beginnen!
Er wordt aangenomen dat de gemiddelde leeftijd van de middeleeuwse mens rond de 35 jaar lag.
Bij de mannen waren er geen verschillen op vlak van lengte en BMI, maar ook hier werden de fysiek meer actieve deelnemers gemakkelijker 90 jaar. Vrouwen hadden een 31% hogere kans om 90 jaar te worden als ze op 70-jarige leeftijd langer waren dan 1,75 meter.
Een enkeling haalde de veertig, maar dat waren uitzonderingen. In de prehistorie gingen mensen schrikbarend vroeg dood. Tot ongeveer 30.000 jaar terug. Toen werd vermoedelijk een deel van de mensheid vijftig jaar oud en was er zelfs een groep die de tachtig of negentig haalde.
Schoenmakers waren in het oude Rome gerespecteerde ambachtslieden. Zij maakten diverse soorten schoenen voor klanten die tot de hoogste kringen behoorden. Het gewone Romeinse volk maakte zijn eigen schoeisel. Het was goedkoop en redelijk eenvoudig om sandalen, sandalia of soleae te maken.
Vooral het feit dat een vrouw een reëel vooruitzicht had om sui iuris te zijn, maakte een huwelijk sine manu aantrekkelijk. Een vrouw die sui iuris was, had immers haar eigen eigendom dat gescheiden was van dat van haar man. Bovendien kon de vrouw hierdoor ook zelf het initiatief tot scheiding nemen.
Mannen en vrouwen in het Romeinse Rijk droegen een tunica. De tunica was een lang kledingstuk van linnen, wol en/of katoen dat rond het middel met een gordel was vastgesnoerd. Bij de mannen hing de tunica op de knie, maar voor de vrouwen was deze langer.
Geen gezellige groepjes met tafeltjes bij elkaar, maar allemaal, alles netjes in een rijtje. De kinderen konden zo op die manier niet zo goed bewegen en dat moest ook, want alle kinderen zaten naast elkaar en deden alles te gelijk, als de meester of de juf dat zei.
Voor leerlingen in het HAVO geldt dat de meesten het 5e en laatste jaar afronden als ze 17 zijn geworden.
eerste klas: voor kinderen van 6-7 jaar (komt overeen met groep 3 van de basisschool) tweede klas: 7-8 jaar (groep 4) derde klas: 8-9 jaar (groep 5) vierde klas: 9-10 jaar (groep 6)