In de prehistorie leefden de mensen in tentenkampen van een aantal tenten bij elkaar of in grotten. Zij waren verzamelaars en jagers. Zo'n driekwart van het voedsel werd verzameld (bessen, noten, zaden, knollen), een kwart was afkomstig van de jacht. Dit deden ze voor het vlees en de huid.
Sommige historici hanteren het moment waarop mensen gereedschap begonnen te gebruiken als beginpunt. Volgens die definitie zou de prehistorie duren van 2,5 miljoen jaar geleden tot 100 voor Christus. Oude Steentijd (Paleolithicum - 2,5 mln tot 10.500 v.C.) Middensteentijd (Mesolithicum - 10.500 tot 5.300 v.C.)
Een holbewoner of troglodiet is een verouderde benaming die tot aan het begin van de 20e eeuw gebruikt werd om te beschrijven hoe de prehistorische mens leefde. Het beeld van solitair levende holbewoners sluit niet aan bij moderne wetenschappelijke inzichten over de levensstijl van de eerste mensen.
In die tijd woonden de mensen nog niet op één plek. Ze trokken door het land en hielden zich in leven door het vangen van wilde dieren en het zoeken naar fruit en eetbare planten. Daarom werden ze jagers-verzamelaars genoemd. Maar langzaam aan veranderde hun levensstijl.
De gemiddelde levensverwachting in de steentijd was rond dertig jaar, om maar wat te noemen. En zelfs nu staat China met een gemiddelde van 73 jaar nog steeds slechts op de tachtigste plaats in de lijst van landen waar mensen het oudst worden – net boven Nicaragua en Colombia.
Vlees, vis en schaaldieren behoorden tot het dieet van de prehistorische jager- verzamelaars. Ze jaagden onder andere met steekspiesen en speren. Ze lieten niets verloren gaan: het vlees was voedsel, de beenderen werden gebruikt voor sieraden, werktuigen (bv naalden), de huid voor kledij en beschutting.
Onze prehistorische voorouders aten vroeger veel groenten en fruit, noten en zaden en vlees en vis. Dit 'oervoer' was rijk aan eiwitten en vezels en bevatte amper koolhydraten en verzadigde vetten. Het voedsel was puur en onbewerkt en volgens wetenschappers aten onze voorouders erg gezond.
Oorspronkelijk komt de mens uit Afrika. Deze evolutie begon zo'n 10 miljoen jaar geleden, wanneer sommige mensapen op twee benen gaan lopen. Deze soort ontwikkelt zich door en verspreidt zich uiteindelijk over de aarde als de Homo sapiens.
Vrouwen verzamelden niet alleen noten, bessen en ander plantaardig voedsel, ze maakten ook kleding, manden en andere gebruiksvoorwerpen. Daarnaast deden ze mee aan de jacht op kleine dieren en aan de visvangst. 'Natuurlijk waren er ook toen biologische verschillen.
De steentijd heeft heel lang geduurd, meer dan een miljoen jaar. De mensen in deze tijd leefden van de jacht. De mensen in de steentijd woonden niet in een huis in een dorp of stad net als wij. Waarschijnlijk woonden ze in tenten en hutten, gemaakt van stro en dierenhuiden.
Ze leefden als nomaden. Als nomaden leefden zij in kleine groepen, die voortdurend op zoek waren naar voedsel. De onderkomens die gebouwd werden waren tijdelijk en vaak eenvoudig, gemaakt van natuurlijke materialen. Vanuit deze kampen gingen de mensen op jacht en verzamelden ze planten, bessen, noten en zaden.
Mannenwerk bestond uit jagen, vissen, vechten, het houden van vee en het zware werk. Vrouwenwerk bestond uit het verbouwen van voedsel, het maken van potten, het bereiden van voedsel, het verzamelen van kruiden, vruchten en noten en het verzorgen van de kinderen.
De wetenschapsjournalist raakte geobsedeerd door wereldveranderende gebeurtenissen in de prehistorie. Wij noemen bijvoorbeeld de uitvinding van het wiel, het eerste kunstwerk, de eerste rit te paard, het eerste geval van pokken, de eerste voet gezet in de Amerika's, de eerste zeep, het eerste biertje en de eerste naam.
Rond 1900 ligt de gemiddelde levensverwachting rond de 44 jaar, in de Middeleeuwen rond de 30 jaar. Dat laatste getal betekent trouwens allerminst dat de meeste mensen duizend jaar geleden rond hun dertigste sterven.
Uit grootschalig (archeologisch) skeletonderzoek van de Universiteit van Cambridge, blijkt dat gezondheid van de mensen in West-Europa - en dus ook Nederland en Utrecht - door de tijd heen fluctueert. Zo waren mensen tussen het jaar 800 en 1000 veel gezonder dan omstreeks 1800.
Het oudste bekende gerecht ter wereld blijkt een soort pannenkoek te zijn. Neanderthalers aten naast vlees en vruchten ook plantaardig voedsel, zo blijkt uit nieuw onderzoek. Onderzoekers hebben geprobeerd het recept te achterhalen van de oudste etensresten ter wereld.
Brood vormde het hoofdvoedsel, gevolgd door andere graanproducten, zoals pap. Vlees was prestigieuzer en duurder dan graan of groente. De adel liet bij speciale gelegenheden een beer (mannelijk varken) slachten. Als smaakmakers werden verjus, wijn en azijn gebruikt.
De allervroegste voorouders van de mens aten waarschijnlijk alleen planten. Net als de planteneters die er vandaag de dag rondlopen hadden ze grote, brede kaken.
De mensen sliepen gewoon op de grond, onder dierenhuiden. De oude Egyptenaren sliepen niet met een hoofdkussen zoals wij, maar met een hoofdsteun. Ze sliepen daarbij op hun zij. De nomaden in het oude Perzische rijk, maakten waterzakken van dierenhuiden.
Vrouwen verzamelden niet alleen noten, bessen en ander plantaardig voedsel, ze maakten ook kleding, manden en andere gebruiksvoorwerpen. Daarnaast deden ze mee aan de jacht op kleine dieren en aan de visvangst.
De gemiddelde Nederlander wordt 82 jaar oud. Neanderthalers waren al blij als ze de dertig haalden. Een enkeling haalde de veertig, maar dat waren uitzonderingen.
Hoe oud worden mensen in Nederland? In 2022 was de levensverwachting bij geboorte 80,1 jaar voor mannen en 83,1 jaar voor vrouwen. In 1950 was dat nog 70,3 jaar voor mannen en 72,6 jaar voor vrouwen. De levensverwachting wordt bepaald met behulp van de sterftekansen op elke leeftijd.
Onderzoek laat zien dat de oermens een alleseter was en in die tijd moest eten wat voorhanden was; fruit, vis, vlees en noten. Maar het voedsel waarop al onze voorouders konden terugvallen waren knollen en wortels, die net als granen, veel zetmeel bevatten en daarmee energie leveren.