Wanneer een patiënt langdurig is beademd, is het vaak nodig om met kleine stapjes te ontwennen. De hulp van de beademingsmachine verminderen we dan stapsgewijs en de patiënt regelt zijn of haar ademhaling steeds meer zelf. Zodra de patiënt weer helemaal zelfstandig ademt, wordt de beademingsbuis verwijderd.
Het niveau van sedatie wordt bepaald door het doel van de behandeling. Naarmate de patiënt verbetert, wordt de sedatie afgebouwd, waardoor de patiënt zelf de ademhaling kan overnemen en uiteindelijk geen beademingsapparaat meer nodig heeft . Op dit punt wordt de buis verwijderd en wordt een eenvoudig zuurstofmasker gebruikt.
Tijdens de beademing worden patiënten met medicijnen in slaap gehouden. De beademing kan kort duren maar ook meerdere dagen of zelfs weken. Patiënten die een lange periode aan de beademing liggen worden steeds zwakker. De organen gaan hierdoor vaak minder goed functioneren.
Een patiënt wordt van de beademing afgehaald als de toestand van de patiënt verbetert en er besloten wordt om de patiënt van de beademing af te halen. Dit gebeurt door een proef met spontane ademhaling via de endotracheale tube en uiteindelijk door extubatie (verwijdering van de tube).
Het kan enkele uren of dagen zijn maar er zijn ook patiënten die nooit volledig van de beademing af komen. Het hangt allemaal af van de aandoening en eventuele complicaties die zich kunnen voordoen.
De onderliggende medische conditie bepaalt hoe lang iemand aan de beademing kan blijven. Het kan slechts een paar uur, dagen, weken, maanden of zelfs jaren duren. Idealiter streven we naar de kortst mogelijke duur om de impact op het algehele welzijn van de patiënt te minimaliseren.
Een verblijf op de IC kan één nacht duren, maar ook langer, tot zelfs meerdere weken. Dit hangt af van hoe het met de patiënt gaat.
In ons land is het een veelvoorkomend misverstand dat beademing ‘einde van het leven’ betekent en dat van iemand die aan de beademing ligt bijna ‘verwacht’ wordt dat hij vroeg of laat zal sterven .
Een beademingsmachine beademt de longen van een patiënt heel anders dan de manier waarop wij normaal ademhalen. Hierdoor kan schade aan de longen ontstaan.Door deze schade kunnen de longen stug worden, waardoor het beademen steeds lastiger wordt.Ook kan door de beademing een klaplong (pneumothorax) ontstaan.
Compassionate extubatie (CE), ook wel palliatieve extubatie genoemd, wordt uitgevoerd om het lijden te verlichten door de MV te beëindigen en de buis te verwijderen, waardoor verlenging van de dood wordt voorkomen .
Het leven na een beademingsbeurt is een reis van herstel en aanpassing . Deze periode omvat aanpassingen aan fysieke en psychologische veranderingen, een terugkeer naar dagelijkse activiteiten en een voortdurende toewijding aan persoonlijke gezondheid en welzijn.
Soms moet iemand worden beademd omdat hij zelf niet genoeg zuurstof kan opnemen, bijvoorbeeld bij een zware longontsteking. Ook dan wordt hij in een kunstmatig coma gebracht. Er kunnen ook andere redenen zijn, bijvoorbeeld omdat de patiënt nog sterk onderkoeld is na zijn operatie.
Een agonale ademhaling (ook wel gasping genoemd) is een fysieke reactie die lijkt op het happen naar adem. Er is in dit geval geen sprake van een normale ademhaling; het is een impulsreactie van het lichaam die optreedt bij een circulatiestilstand (hartstilstand).
Hoelang een beademing duurt en hoe goed het ontwennen gaat, is van patiënt tot patiënt anders. Beademing kan enkele uren duren, maar soms duurt het dagen, weken of soms zelf maanden. Ruim 45 % van de IC-patiënten wordt beademd.
Intubatie is een veelvoorkomende en over het algemeen veilige procedure die iemands leven kan redden. De meeste mensen herstellen er binnen een paar uur of dagen van, maar er kunnen enkele zeldzame complicaties optreden: Aspiratie: Wanneer iemand wordt geïntubeerd, kan hij of zij braaksel, bloed of andere vloeistoffen inademen.
Onder extubatie verstaat men het verwijderen van een beademingsbuis bij een patiënt. Tijdens algehele anesthesie en bij ernstig zieke patiënten wordt via de mond een buis ingebracht, de intubatie.
Door de beademing kunnen we zuurstof in de longen brengen en koolzuurgas (CO2) uit het lichaam verwijderen. Patiënten die onvoldoende zelf kunnen ademhalen of die de kracht niet meer hebben om voldoende adem te halen, kunnen worden beademd.
Onder chronische beademing wordt verstaan het in principe levenslang beademen buiten het ziekenhuis. Door gebruik te maken van een beademingsapparaat kan de functie van de ademhalingsspieren voor meerdere uren per etmaal worden overgenomen.
Het kan zes maanden duren voordat u normale activiteiten weer kunt doen zoals u gewend was. Soms is hiervoor meer tijd nodig. Deze Engelse term betekent letterlijk vertaald: 'op de IC gekregen (spier)zwakte'.
Het kan ook het leven verlengen van mensen die herstellen van traumatische verwondingen. Levensondersteuning kan ook een permanente noodzaak worden voor sommige mensen om in leven te blijven. Er zijn veel mensen die draagbare beademingsapparaten hebben en een relatief normaal leven blijven leiden.
De gezondheid en leeftijd van de patiënt voordat hij/zij ziek werd.
Voor mensen boven de 65 die noodbeademing nodig hebben, overleven ongeveer 2 van de 3 het ziekenhuis . Ouderen met chronische aandoeningen hebben vaker beperkingen na beademing en lagere overlevingskansen.
Mechanische ventilatie kan uw leven redden in noodgevallen of als u erg ziek wordt en niet meer zelfstandig kunt ademen . Het is niet bedoeld om aandoeningen te behandelen, maar het kan uw lichaam de tijd geven die het nodig heeft om beter te worden. In gevallen van zeer ernstige of verergerende ziekte, kunnen sommige mensen mogelijk niet meer zelfstandig ademen.
Helaas is het niet altijd mogelijk om iemand te genezen. Op de intensive care komt het voor dat ernstig zieke en verzwakte patiënten overlijden, zelfs tijdens een behandeling. In sommige gevallen wordt er besloten dat verder handelen medisch zinloos is.
De gemiddelde IC-verblijfsduur was 3,4 (±4,5) dagen voor intensive care-patiënten die het ziekenhuisontslag overleefden, met een mediaan van 2 dagen (IQR 1–4) (tabel 1). Een derde van de patiënten (35,9%) bracht slechts 1 dag door op de IC en 88,9% van de patiënten lag 1–6 dagen op de IC, wat 58,6% van de IC-beddagen in het cohort vertegenwoordigt.
Als de patiënt niet meer wakker wordt na sedatie noemen we dat een coma. Dat kan gebeuren na hersenletsel of bijvoorbeeld bij ernstige infectieziekten. Mensen die we in slaap houden met sedatie kunnen pas wakker worden als we de sedativa stoppen. Na het stoppen verschilt het per patiënt wanneer hij wakker is.