De gebiedende wijs van zich aanmelden is meld je aan of meld u aan. Als in een zin met een gebiedende of aansporende functie het onderwerp u uitgedrukt is, is de correcte spelling meldt u zich aan.
In zinnen als meldt u zich aan of loopt u maar door krijgt het werkwoord wel een -t.
' Er komt geen t achter het werkwoord. Meld is een gebiedende wijs.De gebiedende wijs is in het hedendaagse Nederlands gelijk aan de ik-vorm van het werkwoord.Je voegt er dus geen t aan toe.
De gebiedende wijs: word wakker of wordt wakker? De gebiedende wijs is eigenlijk een zin zonder onderwerp waarin je iemand iets beveelt. 'ga naar school', 'meld u aan', 'bestel een broodje'... Eigenlijk is het heel simpel: je kan hier nooit 'dt' zien staan, want in de gebiedende wijs moet je nooit een 't' toevoegen.
De correcte vervoegingen zijn u vindt en vindt u.
U vindt de weg wel.
Als bijlage is standaardtaal in het hele taalgebied. De betekenis is 'bijgaand, bijgesloten, hierbij ingesloten, hierbij'. In bijlage is in die betekenis standaardtaal in België. Met als bijlage of in bijlage verwijst u naar het geheel van de bijlage(n).
Vroeger werd u als aanspreekvorm met een hoofdletter geschreven, maar dat is tegenwoordig niet meer gebruikelijk. Conform de andere persoonlijke voornaamwoorden, schrijven we u (en ook het bezittelijk voornaamwoord uw) met een kleine letter, behalve als het aan het begin van een zin staat.
Regelmatige werkwoorden eindigen op een 'd' of een 't'. Als het voltooid deelwoord eindigt op een letter uit 't kofschip (dat wil zegen de letters: t, k, f, s, ch, p maar ook x) dan eindigt het voltooid deelwoord op een 't'. In de andere gevallen eindigt het voltooid deelwoord op een 'd'.
De correcte vervoeging is je/jij wordt.
Als het onderwerp je/jij achter de persoonsvorm staat, is de correcte vervoeging word je/jij. Bij combinaties met je is het niet altijd even duidelijk of je het onderwerp van de zin is. Als u daaraan twijfelt, kunt u je proberen te vervangen door jij of jou(w).
In Kleedt u zich maar weer aan is u onderwerp, en kan het niet uzelf betekenen, want er staat zich achter. Daarom komt hier een -t. Maar in Kleed u aan betekent u uzelf en is u geen onderwerp maar lijdend voorwerp. Daarom komt er geen -t, net zoals in Beheers je een beetje.
Het mag allebei. Uitleg: Het persoonlijk voornaamwoord 'u' drukte oorspronkelijk een derde persoon uit: 'u heeft'. Maar tegenwoordig wordt 'u' veelal als tweede persoon enkelvoud aangevoeld (net als 'jij') en dan is het 'u hebt'.
Werkwoord. Ik meldde. Jij meldde. Hij, zij, het meldde.
Met jou en u (persoonlijk voornaamwoord) bedoelen we iemand met wie je praat.Met jouw en uw (bezittelijk voornaamwoord) wil je aangeven dat iets van iemand is met wie je praat: U heeft vergeten uw broek aan te trekken, meneer.
Waarom geen dt in de verleden tijd? In de verleden tijd zie je de lettercombinatie dt niet aan het eind van een werkwoord, omdat daar nooit een letter t wordt toegevoegd.
Verhuist is goed in bijvoorbeeld 'Volgende maand verhuist Katrien naar Norg. ' In 'Katrien is verhuisd naar Norg' is verhuisd goed. Verhuisd is een voltooid deelwoord. In dat voltooid deelwoord komt de d terug van de verleden tijd verhuisde.
De correcte vervoeging is je/jij vindt.
Als het onderwerp je/jij achter de persoonsvorm staat, is de correcte vervoeging vind je/jij. Bij combinaties met je is het niet altijd even duidelijk of je het onderwerp van de zin is. Als u daaraan twijfelt, kunt u je proberen te vervangen door jij of jou(w).
Wat is juist: ik word of ik wordt, en word ik of wordt ik? Ik word en word ik zijn allebei zonder t. Als je de ik-vorm van een werkwoord vormt in de tegenwoordige tijd, voeg je geen t toe aan de stam.
Om te bepalen of het voltooid deelwoord of de persoonsvorm verleden tijd een d of t krijgt, neemt je kind eerst de stam (= hele werkwoord -en) van het werkwoord. Als deze op een medeklinker uit 't kofschip eindigt, krijgt het woord een -t. Wanneer de laatste letter van de stam er niet in zit, schrijft je kind een -d.
Je schrijft een 'w' als je 'u' combineert met een substantief. Het substantief staat direct achter 'uw'. Je schrijft dus een 'w' als je 'u' possessief gebruikt.
In het kort
Wanneer je verwijst naar een bezit (bezittelijk voornaamwoord), gebruik je 'uw'. Wanneer je verwijst naar een persoon (persoonlijk voornaamwoord), gebruik je 'u'.
uw (bezittelijk voornaamwoord) 1van u: uw vader; de uwen uw gezin, uw aanhangers enz.