Tijdens het koken gaat pasta namelijk een klein beetje stuk. Daardoor lekt er zetmeel in het water. Dat zorgt ervoor dat de pasta aan elkaar gaat kleven. Als je ruim water gebruikt is er voldoende vocht om het zetmeel in op te lossen en heb je dit probleem niet.
Pasta neemt water op tijdens het gaar worden. Tijdens het pasta koken kan pasta twee keer z'n eigen gewicht aan water opzuigen. Dit is eigenlijk de belangrijkste reden om veel water te gebruiken.
Reken ongeveer 1 liter voor 100 gram pasta. Vul de pan niet tot aan de rand met water, tot ⅔ is meer dan genoeg, anders kookt het water – tijdens het koken van de pasta – over. Kies de juiste pan op basis van de hoeveelheid water en de pastasoort.
Het water waar je net de tagliatelle of de ravioli in hebt gekookt, is niks meer of minder dan heet water met een beetje zout en wat bloem. En dat is juist het geheim: een lepeltje van dat pastawater tilt je pastasaus naar een hoger niveau. De saus bindt een beetje, krijgt een beetje zout en vooral een hoop smeuïgheid.
Dit smelt allemaal samen met de pasta tot een heerlijke zachtheid en de smaak wordt vele malen rijker. Het water helpt om ieder stukje pasta te bedekken in saus terwijl het zetmeel ervoor zorgt dat de saus goed aan de pasta hecht. Kook zoals een Italiaanse mamma kookt en niet meer weggooien voortaan!
Het zout in het water brengt je pasta namelijk op smaak. Dat kan écht het verschil maken tussen een flauw en een heerlijk pastagerecht. Je brengt niet enkel de pasta zélf op smaak, je doet dat bovendien al helemaal in het begin van het kookproces.
Komt zout water sneller aan de kook? Nee. Hoewel het sneller warm wordt, heeft het ook een hoger kookpunt. Bovendien zijn beide effecten in de keuken praktisch niet merkbaar.
Voeg ongeveer 50 tot 100 ml pastawater toe aan je spaghetti en laat inkoken. Is de saus nog te dun? Voeg nog wat extra pastawater toe en laat opnieuw inkoken tot je de gewenste consistentie hebt.
Al dente
Hoe zachter de pasta, des te hoger de glycemische waarde. Daarentegen geldt: hoe harder de pasta, des te beter voor je bloedsuikerspiegel, insulineniveau, hongergevoel en afslanksucces. Kook pasta dus nooit door en door gaar, zacht & plakkerig.
Kookvocht van groenten is herbruikbaar en gezond: de vitaminen die tijdens het koken verloren gaan, worden deels in het vocht opgenomen. Je kan dit kookwater gebruiken in saus of soep, of opnieuw als kookwater voor andere groenten, voor pasta, rijst of aardappelen. Kooknat moet je koel en niet te lang bewaren.
Door pasta na het koken af te spoelen met koud water, stop je niet alleen het kookproces (wat goed is), maar koel je meteen ook je maaltijd af en verwijder je het zetmeel. En wanneer het zetmeel van de pasta is afgespoeld, heb je niet alleen minder smaak, ook je saus zal minder goed binden.
Als de pasta te lang doorgekookt is, kan ie sponzig en een beetje slijmerig aanvoelen. Maskeer dat door juist niet (zoals gewoonlijk wél lekker is) met wat pastawater elke sliert of elk stukje een 'jasje' van vocht en saus te geven, want dat jasje heeft ie al en het is niet de goede.
tip 3 – gebruik geen deksel
Het is misschien handig om het water wat sneller aan de kook te brengen, maar zodra het water kookt, kun je het deksel van de pan halen en wegleggen. Het probleem met een deksel gebruiken tijdens het koken van pasta zit hem in het feit dat het zetmeel dat in het water vrijkomt gaat schuimen.
Olie is hydrofoob en mixt niet met water maar blijft erop drijven. De olie die je toevoegt aan het pastawater voorkomt daarom níet dat de pasta aan elkaar plakt tijdens het koken. Wel geeft het een zacht aroma af. Bij het afgieten zal er wel wat olijfolie aan de pasta blijven kleven - en plakt de pasta minder.
Hoe weet je of de pasta klaar is? Om te weten of je pasta perfect al dente is, is er één simpele vuistregel: proef! Je pasta is klaar als de buitenkant gaar is en de binnenkant nog ietsje stevig aanvoelt. Kook je 'm langer dan dit punt, dan is je pasta te ver waardoor hij plat en plakkerig wordt.
Je kunt de spaghetti het beste breken voordat je ze gaat koken. De spaghetti slierten zijn hier nog ongekookt en daarom zijn ze nog stijf. Het breken gaat simpel gezegd gewoon makkelijker als de spaghetti stijf is.
Volkorenpasta bevat veel meer vezels dan gewone pasta omdat het gemaakt is van de hele (vermalen) graankorrel. Volkorenpasta past in een gezond voedingspatroon. Voor volkorenpasta gelden dezelfde gezondheidseffecten als voor andere volkoren producten.
Vezels dragen bij tot een vlotte stoelgang én ze doen het risico op hart- en vaatziekten dalen. Samengevat: Als je pasta koopt, let dan op de hoeveelheid vezels. Verse of gedroogde pasta maakt niet uit, als je de gezondste keuze wil maken kies dan volkoren pasta.
Zet jij vanavond een lekkere pasta op tafel? Ga dan bij een hoofdgerecht voor volwassenen uit van 100 tot 125 gram ongekookte, gedroogde pasta per persoon. Voor kleinere eters, kinderen of voorgerechten kun je uitgaan van 80 gram.
De beste techniek om te zorgen dat je kliekje pasta niet te klef of te droog wordt tijdens het opwarmen is door dit gewoon in de pan te doen. Voeg hier een scheutje water aan toe en kook dit op middelhoog vuur tot het meeste water is verdampt. Zo krijgt de pasta zijn volle, romige structuur weer terug.
Giet de spaghetti snel af in een vergiet en vang eventueel wat kookwater op om de saus mee te binden. Je kunt ook wat koud water toevoegen om het kookproces te stoppen en dan pas af te gieten. tip Laat droge pasta altijd 1 minuut minder lang koken dan aangegeven op de verpakking.
Olijfolie vormt een glad laagje om de pasta
Ja want de pasta plakt na het afgieten niet echt meer aan elkaar.
Kies een pan met een deksel.
Een deksel zal de hitte in de pan houden, waardoor het water sneller zal koken. Een grote pan zal meer tijd nodig hebben om te koken, maar de vorm maakt geen opvallend verschil.
Omdat zetmeelrijke voedingsmiddelen water opnemen zorgt zout ook voor een smaakje. Dit merk je duidelijk bij aardappelen. Als zout in water oplost ontstaan kleine en beweeglijke atomen die gemakkelijk in het voedsel kunnen binnendringen.