Het zout in het water brengt je pasta namelijk op smaak. Dat kan écht het verschil maken tussen een flauw en een heerlijk pastagerecht. Je brengt niet enkel de pasta zélf op smaak, je doet dat bovendien al helemaal in het begin van het kookproces.
Zout zorgt ervoor dat je pasta smaakvoller wordt en dit komt je pastagerecht ten goede. Gebruik ongeveer 10 gram zout per 3 liter water. Voeg het zout aan het water toe zodra het water aan de kook is. Kook de pasta vervolgens totdat deze gaar is.
Zout brengt smaken in balans
Zout wordt dus niet alleen gebruikt om gerechten zouter te laten smaken, maar ook om de andere smaken in een gerecht te onderstrepen. Met andere woorden: een snufje zout zorgt voor een subtiele, maar belangrijke smaakboost!
Zout wordt ook wel degelijk voor de smaak in het water gedaan, maar ook om ervoor te zorgen dat eventuele minerale zouten van de groenten in de groenten zelf blijven.
Dit smelt allemaal samen met de pasta tot een heerlijke zachtheid en de smaak wordt vele malen rijker. Het water helpt om ieder stukje pasta te bedekken in saus terwijl het zetmeel ervoor zorgt dat de saus goed aan de pasta hecht. Kook zoals een Italiaanse mamma kookt en niet meer weggooien voortaan!
Olie is hydrofoob en mixt niet met water maar blijft erop drijven. De olie die je toevoegt aan het pastawater voorkomt daarom níet dat de pasta aan elkaar plakt tijdens het koken. Wel geeft het een zacht aroma af. Bij het afgieten zal er wel wat olijfolie aan de pasta blijven kleven - en plakt de pasta minder.
Komt zout water sneller aan de kook? Nee. Hoewel het sneller warm wordt, heeft het ook een hoger kookpunt. Bovendien zijn beide effecten in de keuken praktisch niet merkbaar.
Tijdens het pasta koken kun je het beste geen deksel op de pan doen. Het deksel zorgt er vaak voor dat het water gaat schuimen en dat er water over de rand van de pan heen loopt. Ook heb je net kunnen lezen dat je de pasta goed in beweging moet houden, zonder deksel gaat dit natuurlijk ook een stuk makkelijker!
Tijdens het koken gaat pasta namelijk een klein beetje stuk. Daardoor lekt er zetmeel in het water. Dat zorgt ervoor dat de pasta aan elkaar gaat kleven. Als je ruim water gebruikt is er voldoende vocht om het zetmeel in op te lossen en heb je dit probleem niet.
Zout toevoegen voor het sneller koken van pasta
Je hoort het vaak: door zout toe te voegen aan het water, verhoog je het kookpunt waardoor de pasta sneller gaar wordt. Alleen moet je ongeveer 360 g zout toevoegen aan 1 liter water om het kookpunt met 6 graden te verhogen.
Zoet, bitter en zuur kunnen van allerlei verschillende bronnen komen, maar alleen zout maakt dat iets zout smaakt. Daarom zijn we er zo gek op. Natriumchloride, oftewel zout, brengt de smaak van ons eten naar voren. Het onderdrukt bittere smaken en versterkt hartige en zoete smaken.
Omdat zetmeelrijke voedingsmiddelen water opnemen zorgt zout ook voor een smaakje. Dit merk je duidelijk bij aardappelen. Als zout in water oplost ontstaan kleine en beweeglijke atomen die gemakkelijk in het voedsel kunnen binnendringen.
Het water waar je net de tagliatelle of de ravioli in hebt gekookt, is niks meer of minder dan heet water met een beetje zout en wat bloem. En dat is juist het geheim: een lepeltje van dat pastawater tilt je pastasaus naar een hoger niveau. De saus bindt een beetje, krijgt een beetje zout en vooral een hoop smeuïgheid.
Wil je geen gaatje prikken in je ei of wil je er 100% zeker van zijn dat je ei niet gaat barsten? Voeg dan wat zout aan het kookwater toe! Het zout zorgt er voor dat er minder druk op het ei komt te staan. Daardoor breken de eieren niet tijdens het koken, of stolt het eiwit snel waardoor het niet uitloopt.
Olijfolie vormt een glad laagje om de pasta
Ja want de pasta plakt na het afgieten niet echt meer aan elkaar.
Door pasta na het koken af te spoelen met koud water, stop je niet alleen het kookproces (wat goed is), maar koel je meteen ook je maaltijd af en verwijder je het zetmeel. En wanneer het zetmeel van de pasta is afgespoeld, heb je niet alleen minder smaak, ook je saus zal minder goed binden.
Hoe weet je of de pasta klaar is? Om te weten of je pasta perfect al dente is, is er één simpele vuistregel: proef! Je pasta is klaar als de buitenkant gaar is en de binnenkant nog ietsje stevig aanvoelt. Kook je 'm langer dan dit punt, dan is je pasta te ver waardoor hij plat en plakkerig wordt.
Als de pasta te lang doorgekookt is, kan ie sponzig en een beetje slijmerig aanvoelen. Maskeer dat door juist niet (zoals gewoonlijk wél lekker is) met wat pastawater elke sliert of elk stukje een 'jasje' van vocht en saus te geven, want dat jasje heeft ie al en het is niet de goede.
Zout neemt uit de lucht heel makkelijk water op en kan dan klonteren. De rijstkorrel onttrekt het water aan het zout en houdt het daardoor droog en strooibaar.
Reken ongeveer 1 liter voor 100 gram pasta. Vul de pan niet tot aan de rand met water, tot ⅔ is meer dan genoeg, anders kookt het water – tijdens het koken van de pasta – over. Kies de juiste pan op basis van de hoeveelheid water en de pastasoort.
1/2 a 2/4 afgestreken eetlepel zout. Hoe kook je de aardappelen? Schil de aardappelen zo dun mogelijk, verwijder eventueel de slechte stukken, was ze enige keren in ruim water breng intussen 1/2 tot 1 cm water, naar gelang van de hoeveelheid aardappelen, die gebruikt wordt, met wat zout aan de kook.
Je kunt de spaghetti het beste breken voordat je ze gaat koken. De spaghetti slierten zijn hier nog ongekookt en daarom zijn ze nog stijf. Het breken gaat simpel gezegd gewoon makkelijker als de spaghetti stijf is.
Gekookte pasta kan je afgesloten in een vershoudbakje nog 2 dagen in de koelkast bewaren. Zorg er wel voor dat de pasta snel afkoelt. Zet de restjes daarom binnen 2 uur in de koelkast. Houd er wel rekening mee dat gekookte pasta gaat plakken.
Laat de pasta niet helemaal gaar worden, maar laat deze al dente. Giet 'm dan ook niet af, maar gebruik een schuimspaan om de pasta bij de saus toe te voegen.