Een is de centralisatiepolitiek van Karel V en Filips II waardoor privileges van adel en Nederlandse steden wordt bedreigd. De andere directe oorzaak is de afkeer onder Nederlandse protestanten en katholieken tegen de gewelddadige kettervervolging in de Nederlandse gewesten.
Berucht was Karels uitvaardiging van het Bloedplakkaat in 1550. Dit plakkaat stelde op allerlei 'ketterse' handelingen de doodstraf, zoals de verspreiding of het bezit van lutheraanse of calvinistische boeken en plakkaten, protestantse bijeenkomsten of kerkdiensten en de prediking van reformatorische ideeën.
De landen waarover hij regeerde, het Spaanse Rijk, vormden tezamen het grootste Europese rijk sinds dat van Karel de Grote.
Pas tegen het einde van zijn leven zag hij het nutteloze van zijn streven in. Hij voelde scherp aan dat hij gefaald had. Karel trok daarop een voor een keizer ongebruikelijke conclusie: hij trad in 1555 af na veertig jaar regeren en droeg zijn taken over aan zijn zoon Filips.
De Ommegang in Brussel
Op 25 oktober 1555 doet Karel V afstand van de heerschappij over de Nederlanden. Hij draagt de macht over aan zijn zoon Filips, die ook Spanje erft. Karels broer Ferdinand volgt hem op als keizer.
Eén van de bekendste koningen uit de Middeleeuwen is Karel de Grote. Hij leeft zo'n 1300 jaar geleden, waar hij koning is van het Frankische rijk. Dat rijk is ongeveer even groot als Frankrijk, Duitsland, België en Nederland nu bij elkaar. In het jaar 800 wordt hij door de paus tot keizer gekroond.
De historicus en gewezen stadsarchivaris van Gent, Johan Decavele, schrijft dan weer: "Buiten het Frans leerde hij wat Latijn, kende een mondvol Vlaams, en zou pas later Spaans en Duits leren"5. Nog een ander zegt dat hij "vloeiend Nederlands (vermoedelijk Gents), Frans, Castiliaans en ltaliaans "6 sprak.
Met de Vrede van Augsburg gooide keizer Karel V op 25 september 1555 feitelijk de handdoek in de ring. In Augsburg kwamen zowel katholieke als lutherse vorsten bijeen. Men stelde gezamenlijk dat men wel streefde naar hereniging, maar dat geconcludeerd moest worden dat wederzijdse bekering onmogelijk was.
Voor Alfonse d'Este maakt hij in 1520 zijn eerste mythologische reeks, waaronder De aanbidding van Venus en Bacchus en Adriane. Rond 1530 stelt Karel V de meester aan als hofschilder en verheft hem tot de adelstand. Dit is uitzonderlijk voor een schilder en het laat zien hoeveel respect hij geniet in die tijd.
De edelen die de rijke Nederlandse steden en gewesten besturen zijn niet blij met Karel de Vijfde. Die vraagt hun steeds hogere belastingen om zijn veldtochten te kunnen betalen. Via zijn ambtenaren probeert Karel steeds meer macht te krijgen.
Een belangrijke kwaliteit van Karel de Grote – daarom kon hij zijn rijk ook aanzienlijk uitbreiden – was zijn grote militaire inzicht. Hij zorgde ervoor dat zijn legertroepen goed uitgerust waren en nam in veldslagen vrijwel altijd de juiste beslissingen.
Het Keizer Karelplein is één van de drukste rotondes van Gelderland. Deze rotonde ligt in het hart van Nijmegen, aan de rand van het centrum. Het is een rotonde waar maar liefst zes verschillende wegen bij elkaar komen en waarbij geen rijstrook-indeling is aangebracht op de rotonde.
Hij werd leider over de gehele Habsburgse Nederlanden (Betekenis: dat wat nu Nederland, België en Luxemburg heet), hij was de eerste koning van Spanje, hij was aartshertog van het Aartshertogdom Oostenrijk en keizer van het Heilige Roomse Rijk.
Karel was de oudste zoon van de latere koning Pepijn de Korte en Bertrada van Laon, bijgenaamd "Bertrada met de grote voet".
Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
Deze krijgt de naam Bataafse Republiek (1795-1806). Onder Lodewijk Napoleon werd Nederland voor het eerst een Koninkrijk, het Koninkrijk Holland. Dit duurde slechts vier jaar (1806-1810). In 1813 herwon Nederland zijn onafhankelijkheid.
1810-1848 Koninkrijk der Nederlanden
Nederland werd toen een koninkrijk, tot 1831 samen met België. Het koninkrijk werd geregeerd door een absoluut heersende koning. Een revolutionaire grondwetsherziening in 1848 maakte van Nederland een constitutionele monarchie, wat het land nog steeds is.
Nederland werd bestuurd door een stadhouder in de Gouden Eeuw. De stadhouders waren familie van Willem van Oranje en kwamen uit het Huis Oranje-Nassau (waar de huidige koninklijke familie van Nederland ook van afstamt). Nederland was in die tijd een republiek, maar toch mochten alleen de rijke mannen stemmen.
Karel de Grote krijgt aan de vooravond van een hofdag van een engel opdracht om uit stelen te gaan. Hij gehoorzaamt met tegenzin, en trekt uiteindelijk het duistere woud in. Daar verslaat hij een zwarte ridder, die Elegast blijkt te heten.
De Nederlanden of de Lage Landen is een regio in Noordwest-Europa die ongeveer overeenkomt met de huidige Benelux (België, Nederland en Luxemburg) en de Franse departementen Nord, Pas-de-Calais, het graafschap Artesië en Picardië ten noorden van de Somme.
Oorsprong van de tonaliteit
Er bestaan verschillende theorieën over de precieze manier waarop dit verschijnsel in het Limburgs is ontstaan. In het algemeen is men het er wel over eens dat de oorsprong in het spraakgebied in en rond Keulen gezocht moet worden.
Wat gebeurt er na de dood van Karel de Grote? Karels zoon Lodewijk de Vrome volgt hem op als koning van de Franken. Na diens dood wordt het Frankische rijk verdeeld in drie gebieden, die worden bestuurd door drie zonen van Lodewijk. Dat betekent het einde van het machtige en grote Frankische rijk.
Keizer van het Westen. Karel de Grote is een van de grootste heersers van de vroege middeleeuwen. Hij weet door voortdurende oorlogvoering rond 800 een groot deel van West-Europa te onderwerpen, waaronder het huidige Nederland. Het bezit van een enorm rijk levert hem de bijnaam 'de Grote' op.
Karel zal het rijk nog groter maken, hij voert oorlog met de Moren in het Zuiden, de Longobarden in het Zuidoosten en de Saksen in het Noorden. Met dat laatste volk voert Karel 30 jaar lang strijd. Uiteindelijk lukt het hem zijn vijanden te verslaan en rust te brengen in zijn rijk.
Het keizerrijk van Karel de Grote strekte zich uit over grote delen van het huidige West-Europa. Zijn hele leven lang zou Karel de Grote veldslagen voeren om zijn rijk uit te breiden en te beschermen. Zo'n vijfenvijftig militaire expedities ondernam hij.