Strippen is niet gevaarlijk voor je kindje. De enige nadelen die aan het onderzoek zitten zijn veel harde buiken of voorwee? n hebben zonder dat je gaat bevallen en hierdoor een slecht nachtrust of een beetje bloedverlies door de aanraking van je baarmoedermond.
Ongeveer 1 op de 6 vrouwen bevalt op het strippen. Bij de vrouwen die niet bevallen gebeurt er soms helemaal niks en soms ontstaan er wel meer harde buiken of voorweeën. Dit leidt soms wel tot wat meer ontsluiting waardoor een 2e strippoging soms wel effect heeft of het later mogelijk is om de vliezen te breken.
Je 'moet' niet gestript worden, maar het kan wel zo zijn dat er een handeling nodig is om je bevalling op gang te brengen. Fijn als jij dan een idee hebt wat voor jou goed werkt.
Binnen 24 uur na het strippen kan er een effect optreden zoals echte weeën, menstruatieachtige krampen, meer harde buiken of voorweeën. Bij ongeveer een derde van de zwangeren die gestript zijn komt de bevalling op gang, een derde krijgt voorweeën en/of harde buiken en bij een derde gebeurt er helemaal niets.
Het heeft veel impact op het verloop en je beleving van de bevalling (meer pijn, heftigere weeën, niet de voordelen van natuurlijke oxytocine) en zorgt voor een zeer verhoogde kans op een kunstverlossing of keizersnede.
Het is goed om te weten dat je zelf als zwangere vrouw mag bepalen of je gestript wil worden of niet. Het besluit doe je altijd samen met een verloskundige nadat je de 41 weken zwangerschap voorbij bent. De voornaamste reden dat vrouwen voor strippen kiezen, is omdat ze liever niet de 42 weken zwangerschap passeren.
Naast het voelen en benoemen van je ontsluiting kunnen we ook aan de regelmaat van je weeën en aan je houding zien hoe ver je mogelijk bent. Dit is natuurlijk een schatting, maar soms is het helemaal niet nodig om gestructureerd te gaan voelen naar je ontsluiting.
De kans op slagen is ongeveer 40-50%. Uit onderzoek is gebleken dat strippen voor de 41 weken weinig zin heeft wanneer je nog niet eerder eens bevallen bent. Je lichaam is er dan vaak nog niet klaar voor en ervaar je er meer nadelen dn voordelen van. Strippen is niet gevaarlijk voor je kindje.
Uit onderzoek blijkt dat strippen de enige wetenschappelijk bewezen manier is om de bevalling op te wekken. De bevalling opwekken door zelf te strippen kan je beter niet doen. Zelf kan je niet inschatten of je al ontsluiting hebt. Ook kan je er waarschijnlijk niet goed bij.
Als er geen ontsluiting is, kunnen we niet bij de vliezen, maar wel masseren we dan de baarmoedermond. Bij het strippen komen er hormonen (prostaglandines) vrij. Deze zijn betrokken bij het rijpen van de baarmoedermond en bij het op gang komen van de bevalling.
Op basis van de landelijke perined cijfers van 2018 blijkt 16,5% van de vrouwen tussen 41 en 42 weken zwangerschap te bevallen en 1,2% na 42 weken zwangerschap.
Je bent eerder van een serotien kindje bevallen. Er is sprake van genetische aanleg voor serotiniteit. Je kindje heeft een aangeboren afwijking die de kans op serotiniteit vergroot, zoals bepaalde stofwisselingsziektes. Je bent nog niet eerder zwanger geweest en/of hebt nog niet eerder een kindje gebaard.
In zeer zeldzame gevallen kan de bevalling worden ingeleid voor het 'persoonlijk comfort', met andere woorden: op verzoek van de patiënte, om niet-medische redenen. Zwangerschapsuitputting, angst dat de gynaecoloog-verloskundige of vroedvrouw er op de dag zelf niet zal zijn, familiale problemen enz.
Elke vrouw heeft ook een andere gevoeligheid van de vagina. Het grootste deel van de vrouwen geeft aan het strippen gevoelig te vinden, maar niet echt pijnlijk. Altijd geldt: doet het je teveel pijn, dan stoppen we het strippen!
Door bepaalde drukpunten op je voeten te stimuleren kan de bevalling worden opgewekt. Zelf proberen? Ongeveer twee centimeter onder je enkelknobbel aan de binnenkant van je voet zit zo'n belangrijk drukpunt die verbinding maakt met je baarmoeder. Af en toe flink stimuleren zou kunnen helpen.
Het is vrij normaal dat je bij een tweede al een week of wat rondloopt met bijvoorbeeld 2-3 centimeter ontsluiting. De baarmoedermond is dan ook al verweekt en verstreken, dus als je bevalling echt gaat beginnen heb je het eerste stuk eigenlijk al gehad.
Je kunt al weken van tevoren 2-3 cm ontsluiting hebben zonder dat je echt weeën hebt, vaak heb je wel last gehad van voorweeën. Als de bevalling dan echt begint heb je al een voorsprong en hoef je die eerste 4 cm, die bij het eerste kindje soms zo lang duren, niet meer te gaan.
De verloskundige kan met haar vingers meten in hoeverre de ontsluiting is gevorderd. Het voelen van de baarmoedermond. Naarmate de bevalling vordert, wordt de baarmoeder weker en de baarmoederhals korter. Hierdoor kan de verloskundige een inschatting maken van de vordering van de bevalling.
Strippen. Een andere mogelijkheid om de bevalling zonder inleiding op gang te brengen is 'strippen'. De verloskundige of gynaecoloog maakt dan met de vingers tijdens het toucher de baarmoedermond los van de vliezen. Dit kan pijnlijk zijn.
Bevalling opwekken door te vrijen
Als je een orgasme hebt, komt er oxytocine vrij. Dit hormoon heb je nodig voor de bevalling. Door dit hormoon trekt je baarmoeder samen en dat kan net dat extra zetje zijn voor de weeën. Maar vrijen werkt ook op een andere manier: in sperma zit ook een hormoon.
Om te kunnen strippen moet je baarmoedermond soepel en week zijn en een stukje open staan. Dit komt vaker voor als je eerder bent bevallen. Bij een stugge, gesloten baarmoedermond is strippen niet mogelijk. Het strippen tijdens het inwendig onderzoek kan een vervelend gevoel geven.
Het komt regelmatig voor dat vrouwen al weken voor de bevalling last hebben van voorweeën. Deze voorweeën komen vooral 's nachts omdat de baarmoeder dan het meest actief is. Je voelt je baarmoeder hard worden, ze zijn ook wel wat pijnlijk, nog niet zo erg als ontsluitingsweeën, maar pijnloos zijn ze zeker niet.
Dit kun je merken doordat je krampen in je onderbuik voelt, maar soms merk je er niets van. Normaal gesproken is de baarmoedermond een stug tuutje en staat deze wat naar achter. Tijdens deze fase wordt de baarmoedermond zachter en korter (verstrijken noemen we dat) en komt de baarmoedermond meer naar het midden.
Overgangsfase: 8-10 centimeter ontsluiting
Veel vrouwen vinden deze fase het meest heftig van heel de bevalling. Met de laatste 2 centimeters (9-10) zal je persdrang krijgen, wat voelt alsof je moet poepen. Je mag echter pas actief mee gaan duwen/persen als je volledige ontsluiting hebt, dit is bij 10cm.
Als de baarmoedermond al aan het verweken en verstrijken is en er is 1 cm ontsluiting, dan kan de verloskundige met een vinger de baarmoedermond ingaan en de vliezen losmaken van de wand van de baarmoeder. De vliezen worden alleen losgemaakt van de wand, ze worden dus NIET kapot gemaakt!