Wanneer je brandend olie of vet blust met water, ontstaat er een steekvlam. Dat komt doordat het water door de hitte onmiddellijk gaat koken, en dus overgaat in gasvorm. Tijdens dat proces worden oliedeeltjes in de lucht gebracht. Tezamen met de waterdamp levert dat een uiterst brandbaar mengsel op.
Blus geen vetbrand met water!
Als u water op het brandende vet gooit, is er meteen sprake van de vorming van stoom. Daardoor neemt het volume van het gebruikte water enorm toe en de stoom perst het brandende vet als het ware uit de pan. Het gevolg laat zich raden.
Omdat lucht (zuurstof) niet meer kan toetreden tot de vuurhaard. Een tweede neveneffect van water is dat het zich laat mengen met bepaalde andere vloeistoffen en deze verdunt waardoor er onvoldoende verdamping plaats vindt. Nadeel: water is niet geschikt voor het blussen van olie, vet en metalen.
Blus een brandende pan vet of frietketel nooit met water. Hierdoor ontstaat een steekvlam. Zorg dat er een blusdeken in de keuken hangt. Zo kan je een brandende frietketel of vlam in de pan doven.
Voordelen. Water als blusmiddel is goedkoop, goed verkrijgbaar en effectief. Vloeibaar water verdampt bij 100 graden Celsius, dat is veel lager dan het vlampunt van veel materialen. Voor de verdamping van water is veel warmte nodig, wat aan het vuur wordt onttrokken, terwijl waterdamp de toevoer van zuurstof verhindert ...
Water (H2O) kan niet branden, want het reageert niet met zuurstof (O2). Waterstofperoxide heeft als formule H2O2 en heeft als structuur H-O-O-H (allen enkelvoudige bindingen).
Een alcohol brand zal geen steekvlam geven als je er een emmer water op gooit (een olie of vetbrand wel). De alcoholbrand zal doven als je het voldoende verdunt.
Wanneer je brandend olie of vet blust met water, ontstaat er een steekvlam. Dat komt doordat het water door de hitte onmiddellijk gaat koken, en dus overgaat in gasvorm. Tijdens dat proces worden oliedeeltjes in de lucht gebracht. Tezamen met de waterdamp levert dat een uiterst brandbaar mengsel op.
Blus een frituurbrand nooit met water! Wanneer water in aanraking komt met hete vetten veroorzaakt dat een grote steekvlam en kan het uzelf, maar ook de omgeving waar de frituurpan staat in gevaar brengen. 2. Verplaats een brandende frituurpan niet.
Om maar meteen te beginnen met het belangrijkste: gebruik nooit water om een vlam in de pan te blussen en ga niet met de pan aan de wandel.
Brandklasse A betekent dat de blusser een blusstof heeft om branden in vaste stoffen te blussen. Vaste stoffen van organische oorsprong: zoals hout, papier, stro, kunststoffen, kolen. De blusstof die gebruikt wordt kan water zijn (de blusser heeft dan een zilveren kleur: dit in tegenstelling met de andere blussers.
Er zijn twee belangrijke redenen waarom vuur niet op het water brandt. Ten eerste is water koud, en iets brandt pas als het heet is. Ten tweede sluit water een brandend voorwerp af van de lucht. Dan dooft de brand ook, want brand heeft zuurstof nodig uit de lucht.
Voor vuur heb je drie dingen nodig: zuurstof, brandstof en warmte. Als je één van die drie dingen weghaalt, dan dooft je vlam. Met het ijsklontje haal je de warmte weg. Als je het lontje uit de kaars trekt, haal je de brandstof weg (het kaarsvet).
Het lijkt onmogelijk, maar toch bestaat het: vuur dat zelfs onder water blijft branden.
Brandklasse F vet en olie branden zijn die in de meeste gevallen frituur of bakolie branden deze moeten dan ook geblust worden met een vet brandblusser. Houd hierbij altijd voldoende afstand. In deze brandklasse mag u nooit met water blussen. Een brandklasse f brand met water blussen is zeer gevaarlijk.
Frituurbranden kunnen bijvoorbeeld ontstaan bij het bakken van frieten en snacks. Blus brandende olie of vet nooit met water, maar gebruik ook geen blusdeken! Branddekens zijn niet geschikt om branden op basis van bakvetten (brandklasse F) te blussen.
Klinkt misschien als een rare vraag, maar water (H2O), bestaat uit 2x waterstof (H) en 1x zuurstof (O). Waterstof is van zichzelf brandbaar, en zuurstof is één van de vereisten om iets in brand te laten vliegen.
Brandklasse B
Dit is een brand van vloeibare stoffen zoals: benzine, dieselolie, aceton, was. Geschikte blusmiddel: sproeischuimblussers, CO2 blussers of poederblussers.
Voor het blussen van brand in haarden, kachels of barbecues kan zand gebruikt worden. Belangrijk is wel dat je ermee rekening houdt dat het zand de vlammen wel kan doven, maar de hitte niet wegneemt. En ook voor zand geldt dat het uiteraard alleen in aanmerking komt om te blussen als je het ook binnen handbereik hebt.
Dit gebeurt in een expansiekoker. Bij dit proces wordt veel warmte onttrokken en daarom kan de koker afkoelen tot wel -80°. Daarom is het belangrijk alleen het handvat van de blusser vast te pakken. Doet u dat niet dan loopt u een grote kans op derdegraads brandwonden en is tevens verstikkend voor mens en dier.
- Verdrijvende werking: Doordat schuim zich ophoopt in kleine ruimtes wordt zuurstof hier verdreven. - Isolerend effect: Schuim heeft een lage thermische geleiding, dit zorgt ervoor dat brandstof die nog niet ontbrand is, geïsoleerd raakt en vervolgens beschermd wordt tegen de hitte.
Water is in veel gevallen ook een goed blusmiddel. Maar let wel op! Gebruik water nooit bij een vlam in de pan (brandend vet) en ook niet bij een brandend elektrisch apparaat. Een vlam in de pan kunt u doven door voorzichtig het deksel op de pan te schuiven.
Olie heeft een ontbrandingstemperatuur van 315 graden Celsius. Wanneer de braadpan of koekenpan langdurig op het fornuis blijft staan of de frituurpan een te hoge temperatuur bereikt is het mogelijk dat de olie deze temperatuur bereikt en in brand vliegt. Ook kan de inhoud van de pan droog koken en in brand vliegen.
Als de temperatuur tussen de 200°C en 300°C ligt, ontstaat er een brandbaar gas-/luchtmengsel, dat na enige tijd door de brand wordt ontstoken. Er ontstaat een steekvlam en er komt veel warmte vrij.