Mensen die het moeilijk vinden om met anderen om te gaan, die weinig steun ontvangen, gepest worden en zich eenzaam voelen, hebben meer kans op een angststoornis. Een angststoornis kan ontstaan na een ernstige, ingrijpende gebeurtenis waarin iemand heel bang was (psychotrauma).
Een angststoornis gaat bijna nooit vanzelf over. Wacht daarom niet met hulp zoeken. Het belangrijkste is dat je toegeeft dat je een probleem hebt en daar iets aan wilt veranderen. Je kunt zelf en samen met mensen om je heen (familie, vrienden) aan jouw angsten werken.
Angst is een emotie die je helpt te reageren op gevaar. Het lichaam raakt in opperste staat van paraatheid waardoor het hart sneller gaat kloppen, de ademhaling versnelt, de bloeddruk omhoog gaat en de spieren zich aanspannen. Deze plotselinge en hevige angst duurt vaak niet lang en ervaart iedereen wel eens.
De eerste stap is je irreële angst ontmaskeren: door de beelden en gedachten in je hoofd af te stemmen op de werkelijkheid. Vervolgens is het zaak je energie en gedachten weer te richten op dingen die je wél wilt. En dan te stoppen met je oude gedragspatroon en weer leuke activiteiten te gaan ondernemen.
Een angststoornis kan ontstaan na een ernstige, ingrijpende gebeurtenis waarin iemand heel bang was (psychotrauma). Een angststoornis kan ook ontstaan door een lichamelijke ziekte, het gebruik van bepaalde geneesmiddelen of het gebruik van drugs.
De hoeveelheid serotonine die in de hersenen aanwezig is lijkt van invloed op het ontstaan van angst. Serotonine is een neurotransmitter, een stof die ervoor zorgt dat boodschappen in de hersenen van de ene zenuw naar de nadere worden doorgegeven.
De gemiddelde duur van een angststoornis was ruim 15 maanden. Bij mensen die voorafgaand aan hun angststoornis lichamelijk beter functioneerden duurde de angst korter. De angststoornis duurde langer naarmate men ouder was, geen betaalde baan had, en emotioneel instabieler was.
Piekerstoornis: grote zorgen over dagelijkse dingen
Zoals gezondheid, geld en werk. Veel piekeren zorgt vaak voor psychische problemen en problemen met het geheugen en slaap. Iedereen is wel eens angstig of maakt zich zorgen. Bij iemand met een piekerstoornis zijn deze angsten en zorgen groot en zijn ze er vaak.
Als je last hebt van een paniekstoornis, kunnen situaties die voor een ander heel normaal zijn tot zweethanden, angstige gedachten en regelmatig tot paniekaanvallen leiden. Een paniekaanval kan erg heftig zijn. Je kunt het gevoel hebben gek te worden, de controle te verliezen of een hartinfarct te krijgen.
Depressie en angst komen vaak in combinatie met elkaar voor. Meer dan 25% van de oudere mensen met een angststoornis heeft ook een depressie. Het samen voorkomen van angstklachten en depressie komt vaker voor bij meer ernstigere depressies.
Een psycholoog is een expert in het behandelen van angst en paniekaanvallen en een vertrouwenspersoon. Therapie zal je helpen om beter te leren omgaan met de angst. O.a. zal de psycholoog samen met jou op zoek gaan naar de onderliggende oorzaak van jouw angst en je technieken aanleren.
Mensen met een gegeneraliseerde angststoornis, ook wel piekerstoornis genoemd, zijn continu gespannen en piekeren voortdurend. Objectief gezien is er geen reden voor, maar ze zijn constant bang dat er iets vreselijks zal gebeuren.
Bij stress loopt de intensiteit van de symptomen gelijk met het belang van de situatie. Bij angst daarentegen is de intensiteit totaal irrationeel omdat ze verbonden is aan subjectieve factoren die bij anderen niets zouden uitlokken.
Het praten met lotgenoten over je angstklachten helpt je bij je herstel. Er zijn veel manieren om om te gaan met angst, maar soms is het ook gewoon goed om in contact te komen met wat je voelt en te huilen. Het uiten van je emoties kan je helpen je angsten te aanvaarden en stelt je in staat weer verder te gaan.
In veel gevallen kun je te maken hebben met lichamelijke klachten, zoals trillen, buikpijn of hoofdpijn. Maar je kunt ook last hebben van piekeren, vervelende gedachten of gedragsmatige veranderingen. Denk hierbij aan verstijven, huilen, angstige situaties vermijden, opstandig worden en vragen naar geruststelling.
Angststoornissen staan in de top 10 van ziekten met de grootste ziektelast. Mensen met een angststoornis ervaren hun gezondheid als minder goed, hebben over het algemeen meer moeite met het uitvoeren van dagelijkse activiteiten en een slechtere kwaliteit van leven vergeleken met de algehele bevolking.
Gegeneraliseerde angststoornis
Die lijkt veel op een depressie, maar dan met angstgevoelens, zoals zweten en hartkloppingen. Het verschil met andere angststoornissen is dat de angst er constant is en niet ontstaat door een bepaalde situatie. Deze stoornis begint meestal op latere leeftijd, zo tussen de 50 en 60 jaar.
Wanneer jouw angsten of je sombere gevoelens jouw dagelijks leven zo beïnvloeden dat je niet meer naar buiten durft of nergens meer zin in hebt, dan lijd je mogelijk aan een angststoornis of depressie.
Duloxetine, pregabaline, venlafaxine en escitalopram zijn de best onderzochte, effectieve en goed verdraagbare medicijnen voor de behandeling van een gegeneraliseerde angststoornis. Dat is de conclusie uit een recente meta-analyse in de Lancet.
Een angststoornis is een psychische aandoening waarbij men kampt met heftige angsten. De angst is zo groot dat die de dagelijkse activiteiten verstoort.
Bij angst gaat een signaal van de hypofyse naar de bijnieren waar stresshormonen als adrenaline en cortisol aangemaakt worden. Bij de groep mensen die verstart en vlucht wordt er meer cortisol aangemaakt.
Angst is een emotie die wordt veroorzaakt door de beleving of waarneming van een bedreiging. Angst is dus een gevoel dat ontstaat door iets dat u bang maakt. Het gevoel van angst leidt tot vermijdingsgedrag of extreme emoties als u er toch mee wordt geconfronteerd.