Waarom antistolling-injecties? Na de operatie of uw ziekenhuisopname bent u tijdelijk minder mobiel.Doordat u minder in beweging bent, heeft u een verhoogde kans op het krijgen van trombose. Door het gebruik van antistolling wordt de kans op trombose verkleind.
U gebruikt dit medicijn meestal 5 tot 7 dagen na de operatie. Hoelang precies hangt af van uw aandoening. Soms gaat u na dalteparine over op tabletten tegen trombose. Door dalteparine elke dag te gebruiken, heeft u minder kans op trombose, een beroerte of longembolie.
Over fraxiparine injecties tegen trombose. Trombose is een bloedstolsel dat een bloedvat afsluit. Door fraxiparine te spuiten, kunt u trombose voorkomen. Fraxiparine is een bloedverdunnend medicijn.
De bloedprop blokkeert het bloedvat geheel of gedeeltelijk, waardoor patiënten zich meestal presenteren met buikpijn. Andere klachten kunnen zijn: Koorts. Misselijkheid en overgeven.
Uw arts bepaalt hoe lang u thuis met het injecteren moet doorgaan. Meestal is dit tot 6 weken na de operatie of blessure.
Waarom antistolling-injecties? Na de operatie of uw ziekenhuisopname bent u tijdelijk minder mobiel. Doordat u minder in beweging bent, heeft u een verhoogde kans op het krijgen van trombose. Door het gebruik van antistolling wordt de kans op trombose verkleind.
Waar nooit geïnjecteerd mag worden: - In een geopereerde buik of been. - Door vocht gezwollen injectiegebied of trombosegebied. - Lipodystrofie b.v. lipohypertrofie (verdikking van het onderhuids vetweefsel) of lipoatrofie ( putjes in het onderhuids vetweefsel).
Vanaf 65 jaar neemt het risico op trombose toe. Maar ook jonge en sportieve mensen krijgen soms te maken met trombose.
Een dik, rood en pijnlijk onderbeen kan een trombosebeen zijn. Bel met deze klachten uw huisarts. Trombose betekent dat er een bloedklont in een bloedvat zit. Door de klont kan een bloedvat dicht gaan zitten.
Trombose kan ontstaan als de bloedvaten aan de binnenkant niet glad meer zijn. Bijvoorbeeld bij aderverkalking en wanneer er onnodig bloedstolsels worden gevormd. Als een bloedstolsel zo groot wordt dat het een bloedvat gedeeltelijk of geheel afsluit, dan noemen we dit trombose.
bij de behandeling van trombose in een ledemaat: meestal afhankelijk van de mate van stolling van het bloed, gemiddeld tien dagen; na een acuut hartinfarct of hartkramp (angina pectoris) samen met acetylsalicylzuur: meestal minimaal 6 dagen of langer.
Matige alcoholconsumptie is geassocieerd met een lager risico op hart- en vaatziekten2, waaronder een lager risico op de vorming van bloedstolsels in slagaderen3. Er is minder onderzoek naar de relatie tussen alcoholconsumptie en veneuze trombo-embolie.
Door alcohol duurt het langer voordat uw bloed stolt. Samen met de bloedverdunner duurt het nog langer. U kunt dus beter niet te veel alcohol drinken. Drink maximaal 1 glas alcohol per dag en niet iedere dag.
Veel gebruikers (meer dan één op de tien) krijgen kleine bloedingen, meestal op de plek van injectie. Ook komen kleine bloeduitstortingen voor. Bij minder dan één op de tien gebruikers treedt roodheid en zwelling van de huid op. Zelden voorkomende bijwerkingen zijn huiduitslag met hevige jeuk en vorming van bultjes.
Een gezond voedingspatroon met veel vezels, groente en fruit, vis en weinig rood vlees, geraffineerde graanproducten en fastfood kan de kans op het ontwikkelen van een trombose in de aders of slagaders verkleinen. Noot 1.
Trombose in de beenslagaderen
De spieren in uw benen ontvangen dan minder bloed en dus minder zuurstof. Tijdens het lopen ervaart u een stekende pijn, welke overgaat als u stilstaat.
Door roken klontert je bloed sneller, dus als je de kans op trombose wilt verminderen is het beter om te stoppen met roken. Leef en eet gezond. Mensen met overgewicht hebben een grotere kans op trombose. Een gezonde levensstijl en gezonde voeding kunnen helpen om trombose te voorkomen.
Ouderen (boven de 65 jaar), mensen die roken, mensen met overgewicht, vrouwen die de anticonceptiepil gebruiken, zwangeren, vrouwen in het kraambed en patiënten met bepaalde vormen van kanker hebben eveneens een verhoogde kans op trombose.
Trombose voorkomen
Om de kans op een (nieuw) trombosebeen te verkleinen, zijn de volgende leefregels belangrijk: voldoende bewegen; niet roken; zorgen voor een gezond lichaamsgewicht.
Als u misschien trombose heeft, kan een arts trombose vaststellen oftewel diagnosticeren door vragen te stellen en een bloedtest te doen. Als er vervolgonderzoek nodig is, kan de arts besluiten om echografie, flebografie, of een CT-scan te laten doen.
Als er in de buik wordt gespoten, is het verstandig om dit in een huidplooi te doen. Rond de navel moet niet worden gespoten omdat in dit gebied vrij veel zenuwen en bloedvaten lopen, waardoor het injecteren pijnlijker kan zijn. Houd altijd 3 vingers afstand rond de navel.
De buik is de voorkeursplaats voor oplosbare humane insuline (Regular®), omdat opname daar het snelst plaatsvindt. De opname van oplosbare humane insuline kan bij bepaalde personen traag zijn (bij ouderen, bij personen die weinig of niet bewegen, ...).
Let op: na het injecteren niet over de injectie plaats wrijven, dit kan blauwe plekken veroorzaken en/of verergeren!