Er is sprake van triangulatie als je verschillende bronnen, theorieën, onderzoeksmethoden of data-analysemethoden gebruikt om iets te onderzoeken. Hierdoor bekijk je je onderzoeksvraag vanuit verschillende richtingen. Triangulatie verhoogt de betrouwbaarheid en validiteit van je resultaten.
Voordelen van mixed methods onderzoek
Als je de twee soorten data combineert, profiteer je van de gedetailleerde, rijke inzichten van kwalitatieve data en de generaliseerbaarheid en hoge externe validiteit van kwantitatieve data.
Onderzoekerstriangulatie. Onderzoekerstriangulatie is het inzetten van meerdere onderzoekers om de selectieve waarneming en blinde vlekken te identificeren van de verschillende onderzoekers (Lincoln & Guba, 1985).
Member checking houdt in dat je jouw analyses laat lezen en beoordelen door personen die onderdeel uitmaken van de onderzoeksgroep. Vaak worden member checks overgeslagen bij mensen met afasie. Dat komt omdat zowel het taalbegrip als taalproductie, en zowel lezen als schrijven niet meer goed lukt.
Voordat je begint aan je dataverzameling is het van belang om te bepalen hoe je je data gaat organiseren en opslaan. Als je data verzamelt door mensen te onderzoeken, moet je de data waarschijnlijk anonimiseren en veilig opslaan, zodat de (gevoelige) informatie niet kan worden bekeken door anderen.
In kwantitatief onderzoek ligt zowel bij het verzamelen als bij de analyse de nadruk op kwantificatie van data. Bij kwalitatief onderzoek is dat niet het geval. De nadruk ligt daar niet op meten en op het verzamelen van getallen, maar op woorden. Het is subjectiever en interpretatiever.
Bij betrouwbaarheid gaat het om hoe consistent een methode iets meet. Hierbij is het van belang dat de uitkomsten hetzelfde zijn als je de meting of het gehele onderzoek op exact dezelfde wijze nog een keer uitvoert (reproduceert of repliceert).
Bij een enquête kun je de validiteit kun je vergroten door gebruik te maken van bestaande wetenschappelijke vragenlijsten. Als je die niet tot je beschikking hebt dan kun je de validiteit van je onderzoek vergroten door bij het maken van je vragenlijst gebruik te maken van literatuur.
Een onderzoek is intern valide als je het onderzoek zodanig goed hebt opgezet en uitgevoerd dat je conclusies voor waar kunnen worden aangenomen. Interne validiteit wordt ook wel methodologische validiteit genoemd. Het zegt dus iets over de kwaliteit van je methode, dataverzameling en analyse.
Bij validiteit gaat het om het meten wat je beoogt te meten. Bij betrouwbaarheid daarentegen gaat het om de vraag of je onderzoeksresultaten hetzelfde zouden zijn als je het onderzoek op dezelfde wijze nogmaals uitvoert.
Lincoln and Guba (1985) hebben in kwalitatief onderzoek de overdraagbaarheid (applicability) gedefinieerd als het laten zien dat de bevindingen in andere contexten kunnen worden toegepast.
Betrouwbaarheid wordt meestal onderscheiden in interne en externe betrouwbaarheid. Met interne betrouwbaarheid wordt gedoeld op een mogelijke vertekening van de onderzoeksresultaten door de invloed van een individuele onderzoeker. Het gaat hierbij om controleerbaarheid.
Validiteit (validity) betekent dat je daadwerkelijk het verschijnsel meet dat je beoogt te meten. Wanneer je bijvoorbeeld een fenomeen als 'vertrouwen' wilt meten, zul je moeten nagaan of het instrument dat je daarvoor wilt gebruiken, ook echt geschikt is voor dat doel.
Als je onderzoeksresultaten niet valide zijn en je de validiteit dus niet kunt bewijzen, dan geef je dit aan in de beperkingen in je discussie. Er is dan sprake van systematische fouten (research bias) in je studie.
Met 4 à 5 metingen heb je een grove indicatie van de spreiding. Met 10 metingen heb je een redelijke waarde. Dit laatste is dus eigenlijk het minimum dat je nodig hebt voor een betrouwbaar resultaat.
SPSS helpt je bij het verzamelen, invoeren, lezen, bewerken en/of analyseren van gegevens, maar ook bij het verspreiden van de resultaten en het nemen van beslissingen. Waarvoor gebruik je SPSS? Je gebruikt SPSS om data inzichtelijk te maken en te analyseren.
Hoeveel interviews zijn er nodig om een goed beeld te krijgen? Bij kwalitatief marktonderzoek zijn steekproeven van 12, 15 of 20 respondenten gebruikelijk. Grotere steekproeven zijn een uitzondering. Die kleine steekproeven wekken meestal verbazing.
Een onderzoek is herhaalbaar als een andere onderzoeker met hetzelfde onderzoek dezelfde resultaten kan bereiken. Het onderzoek moet dus op een ander tijdstip, met andere respondenten, andere omstandigheden en door een andere onderzoeker gedaan kunnen worden.
Bij cross-sectioneel onderzoek verzamel je data van veel individuen op één moment in de tijd. Je observeert variabelen zonder ze te beïnvloeden. Onderzoekers op het gebied van economie, psychologie, geneeskunde, epidemiologie kiezen vaak voor een cross-sectioneel design.
Het doel van de enquête is echter om zoveel mogelijk mensen dezelfde vragen te stellen om meningen en ervaringen te verzamelen (vaak met Likertschalen). Bij een interview wil je juist zoveel mogelijk vragen over een specifiek onderwerp stellen aan een kleiner aantal experts.
Het verzamelen van de benodigde gegevens voor het onderzoek bijvoorbeeld door waarnemingen te doen: tellen, meten, enquêteren enzovoort.
Het belangrijkste voordeel van fieldresearch is dat je heel precies kunt afbakenen en bepalen wat je gaat onderzoeken en hoe je dit gaat doen. Bij deskresearch ben je daarentegen afhankelijk van onderzoek van anderen: de informatie die jij zoekt, moet maar net beschikbaar zijn.