Gebrek aan nestgelegenheid speelt eveneens een rol in de achteruitgang van de huismussen. De grote boosdoener lijkt het Bouwbesluit van 2003, dat de strijd aanbindt met kieren en gaten in muren en daken, waar nestelende huismussen juist behoefte aan hebben.
Als het te warm wordt, is dat fataal voor vogels die net uit het ei zijn. Bijna volgroeide jonge mussen zullen proberen het nest te verlaten. Maar ze zijn vaak te klein om zich te kunnen redden en rollen uiteindelijk in de dakgoot. Of vallen dood van het dak.
Leefgebied. Huismussen stellen prijs op een rommelige menselijke omgeving, met struikgewas, schuren, weilanden met vee, gemorst graan en zo verder. Talrijkst in dorpen en in oudere buitenwijken, met rommelige tuinen. Als er veel hoge bomen staan, verdwijnt de huismus.
Mussen lijken misschien de hele dag te zingen, maar ze pieken – net als andere zangvogels – vroeg in de ochtend. Dan zingen ze om een territorium te verdedigen of gewoon om te melden dat ze er zijn.
De oorzaak: in een modern geïsoleerd huis is geen broedgelegenheid voor de mussen. Op het platteland zul je ze ook niet vaak zien en mussen houden ook niet van bosrijke omgeving. Dus vooral in dorpen en steden met veel groen en rommelhoekjes vind je ze. Daar houden mussen van.
In uw tuin zijn het vaak de verschillende soorten mezen of mussen die overnachten in een nestkast. Maak oude nestkasten nu leeg, want vogels willen er buiten het broedseizoen geen takken of bladeren in hebben en slapen het liefst in een kale kast.
Meestal groenblijvende struiken en klimplanten ( Taxus, Liguster, Laurier, Vuurdoorn, Klimop, diverse coniferen, bamboe, Hulst e.d. ). De jongen vliegen daar naartoe wanneer ze voor het eerst het nest verlaten, en de ouders gebruiken het als uitkijk alvorens met voedsel het nest in te gaan.
Onderdak geven. Hang nestkasten op of, als dat mogelijk is, metsel ze in de muur. Liefst meerdere bij elkaar, want mussen zijn koloniebroeders. Water- en stofbaden bieden.
Uilen zijn roofvogels waar mussen bang voor zijn. Door middel van een nep uil neer te zetten in uw tuin verjaagd u de mussen. Dit schrikt de mussen af en zullen niet meer in de buurt komen. Verplaats de uil af en toe zodat de vogels niet zien dat het een nep uil is.
In buitenwijken bleken de huismussen het beste af: er was voldoende voedsel en nestgelegenheid. Die twee factoren zijn bepalend in het vogelleven. In Nederland is de stand van de huismus de afgelopen 25 jaar gehalveerd. In steden zijn ze op veel plaatsen uit het straatbeeld verdwenen.
Winterkoning, heggenmus en roodborst
Voedsel: meelwormen, ongekookte havermout, wat broodkruimels, Premium voedertafelmix. Voerplaats: een zeer beschutte sneeuwvrije plaats.
Voedsel, insecten, vooral in broedseizoen. Schoon drinkwater, niet dieper dan 1 a 2 cm. Schoon badwater, idem.
Niet de mussen vallen dood van het dak, maar de mossen. Dat klinkt logisch, zeker op rieten daken en daken in de schaduw vormt zich altijd wat mos.
Huismussen zijn honkvast: wanneer ze een goede plek vinden om te leven, kan de kolonie hier generaties na elkaar wonen. Als hun gebied te veel verslechtert of te snel wijzigt, zal de kolonie het moeilijk krijgen en zijn ze gedwongen om te verhuizen, iets wat ze absoluut niet graag doen.
Een mus staat voor productiviteit, creativiteit en zorgvuldigheid. Het is een kleine vogel, die altijd bezig is. Zie je een mus, dan betekent dit dat je mag genieten van de kleine dingen in het leven. Ook staat een mus symbool voor 'eenvoudig leven'.
Roofvogels zoals de sperwer, ransuil en kerkuil, kraaiachtigen zoals de ekster, kauw en gaai, spechten en zoogdieren zoals de kat zijn (min of meer) natuurlijke vijanden van de huismus. Ook meeuwen, reigers en soms zelfs kippen laten de kans een jonge mus te eten niet makkelijk voorbijgaan.
Insecten aantrekken
U kunt zowel de mussen een handje helpen bij hun zoektocht. Dit doet u bijvoorbeeld door een bak of emmer water op een beschutte plek neer te zetten, helpt u de huismus hun jongen te voeden.
Het voedsel bestaat hoofdzakelijk uit zaden. De huismus heeft zich gespecialiseerd in de zaden van cultuurgewassen: tarwe, gerst, haver, gierst en maïs. Ook zaden van grassen, russen, ganzenvoet en muur staan op het menu, aangevuld met een ruim aanbod aan tafelrestjes.
Als het mannetje besluit om verder te gaan vliegen, dan verzamelt hij iedereen door ze te roepen. Ook wanneer de groep ergens aan komt, controleert het mannetje of iedereen veilig aangekomen is door ze te roepen. Alle musjes antwoorden dan door terug te tjilpen.
Er is te weinig contrast, waardoor de vogels het net niet zullen zien. Je kunt daarom beter kiezen voor een net met een fellere kleur. Denk bijvoorbeeld aan helder blauw, paars of geel. Deze kleuren bieden meer contrast met de ondergrond, waardoor de kans een stuk groter is dat de vogels het net nu wél kunnen zien.
Schuilen voor de storm
Laag, in de luwte van groenblijvende naaldbomen en in dichte hagen en riet. Daar zijn ze beschermd tegen regen en wind. Daarbij geldt: hoe lager hoe warmer. Holenbroeders, zoals mezen, schuilen ook in holtes.
Vrouwtje vink kunt u makkelijk verwarren met vrouwtje huismus. Let vooral op de vleugel: de lichte streep (van buik richting rug) van vrouwtje vink is het meest duidelijke verschil tussen de twee. In hun bewegingen zijn ze ook anders: vinken stappen over de grond, mussen hippen.
Ook mussen kunnen zwemmen en ze baden sowieso graag, net zoals duiven trouwens (al is het bij deze laatsten niet duidelijk of ze ook echt kunnen zwemmen).