Def.: aan de kant van het land of het binnenwater. Toelichting: In tegenstelling tot het buitendijkse gebied is dit gebied beschermd tegen overstromingen.
Buitendijks is een term die aangeeft dat (landbouw)gronden aan de rivier- of zeezijde van een dijk gelegen zijn. Vaak zijn dit moeilijk begaanbare slikgronden, kwelders of de wadden. Aan de rivieren zijn het overstroomgebieden. De buitendijkse gebieden aan een rivier worden uiterwaarden genoemd.
Deze buitendijkse gebieden zijn niet wetelijk beschermd tegen het water. In veel gevallen zijn deze gebieden immers van origine bedoeld voor het bergen en afvoeren van water. Dat wil nog niet zeggen dat buitendijks wonen onveilig is. Vaak liggen deze gebieden zelfs hoger dan de binnendijkse gebieden.
Uiterwaard = buitendijks, tussen dijk en zomerbedding van een rivier gelegen stuk grond, meestal begroeid met gras.
De diepte van rivieren is een levendig verschijnsel. Door de vorm van de rivier, de sedimentatie en erosie van sediment, de afvoer en stroming en de bodemsamenstelling vertoont de rivierbodem een dynamisch gedrag op verschillende tijdschalen.
Oeverwallen zijn langgerekte hoogtes die langs de oever van een rivier liggen. Ze zijn door de rivier zelf gevormd door afzetting van grof zand en fungeren als een soort 'natuurlijke dijk' die de rivier in zijn stroombedding houdt.
Het gebied tussen rivier en dijk is een uiterwaard. De uiterwaarden langs de grote rivieren hebben een belangrijke functie voor de veiligheid van bewoners. Zij voeren namelijk bij een hoge waterstand rivierwater af. Daarnaast vormen ze een belangrijk leefgebied voor planten en dieren.
In nevengeulen mogen ondiepten, langzaam stromend water, sedimentatie en erosie terugkeren, waar in de hoofdgeul geen plaats meer voor is. Zo wordt het rivierengebied gevarieerder en rijker aan planten en dieren. En er is een tweede voordeel: nevengeulen geven de rivier meer ruimte voor water.
Watersport op de Spiegelwaal3 kilometer lang en 5 meter diep is de Spiegelwaal, die zorgt voor veiligheid èn ongekende watersportmogelijkheden gaat bieden. Recreatie rond de SpiegelwaalVissen, zwemmen, wandelen, struinen, watersport: het kan allemaal in en rond de Spiegelwaal en het Stadseiland.
Kribben, de stenen 'dwarsliggers' in de rivier, zijn erg belangrijk bij de afvoer van water, ijs, grind en zand. Ze beheersen deze afvoer en houden zo de rivier en de oever op zijn plaats. Zo blijft de rivier bij laagwater bevaarbaar voor de scheepvaart.
kribben veroorzaken bij hoogwater opstuwing. Door de kribben in zekere mate te verlagen, wordt dit effect verminderd. De functie van de kribben – de vaargeul 'vasthouden' en op diepte houden – wordt niet wezenlijk wordt beïnvloed.
De winterdijk of bandijk is de dijk langs een rivier die bij hoge afvoeren overstroming van omliggende gebieden voorkomt en de rivier in het stroomprofiel houdt. Anders dan de zomerdijk is de winterdijk hoog genoeg om de hoogst voorkomende waterstanden tegen te houden.
Staatsbosbeheer is grotendeels eigenaar en beheerder van de uiterwaarden.
Ze zijn ontstaan door de dijken die we langs de rivier hebben gebouwd. In het rivierkleigebied probeert de boer zoveel mogelijk grond, ook direct naast de rivier, voor zijn bedrijf te gebruiken. Daarom wil de boer ook op de uiterwaarden vee kunnen laten grazen. Dat is het gebied tussen de winterdijken en de rivier.
Een kom is een laaggelegen gebied naast een rivier waarin klei is afgezet. Kommen ontstaan bij de overstromingen van rivieren in de benedenloop van de rivier. Als de rivier overstroomt, blijft er zand en klei achter.
Het verhang is het relatieve hoogteverschil van de rivier. Meestal wordt dit gemeten in m/km of cm/km. Hoe berekenen we het verval? Je deelt het verval door de afstand tussen de twee plekken waar je het verval van hebt genomen.
Komgronden zijn diepere zones in riviervalleien. Als de rivier buiten haar over treedt, bezinkt een dun laagje fijn slib (klei) in deze kommen. Dichter bij de oeverwallen bezinkt het grovere bodemmateriaal. Komgronden en oeverwallen komen daarom samen voor.
Waterveiligheid en ruimtelijke kwaliteit
Meer ruimte voor rivieren betekent ook een andere inrichting van het rivierengebied. Het levert niet alleen meer waterveiligheid op, maar ook nieuwe natuur- en recreatiegebieden. En daarmee een aantrekkelijke leefomgeving voor mens en dier.
Uiterwaarden horen bij het rivierenlandschap. Het zijn de stukken grond tussen het zomerbed van een rivier en de hoge winterdijk. Bij hoogwater mogen ze onderstromen. Op deze manier wordt voorkomen dat de mensen die achter de dijken wonen natte voeten krijgen.
Een rivierbedding is de bodem van een stroom, rivier of beek en is begrensd door de oevers van de normale waterstroom, het zomerbed. De uiterwaarden zijn de gebieden langs de rivier die bij hoog water overstromen.
Winterdijken en zomerdijkenen
De winterdijk of bandijk is de dijk langs een rivier die bij hoge afvoeren overstroming van omliggende gebieden voorkomt en de rivier in het stroomprofiel houdt. Anders dan de zomerdijk is de winterdijk hoog genoeg om de hoogst voorkomende waterstanden tegen te houden.
De zomerkade of zomerdijk is de dijk langs een rivier die bij lage afvoeren de rivier in het stroomprofiel houdt, hierbij geholpen door kribben.
Een winterdijk is een dijk langs een rivier. Het is de tweede dijk gezien vanaf de rivier en keert in de winter het hoogstaande water dat in de uiterwaarden is gelopen. De dijk dichterbij de rivier (de eerste dijk) is de zomerdijk.
Sluizen reguleren het waterpeil zodat schepen kunnen passeren. Een stuw is een vaste of beweegbare afdamming tussen 2 wateren. Als de waterstand boven een bepaalde hoogte komt, dan loopt de stuw over, of openen de deuren. Zo blijft het water op het gewenste peil.
Door de kribben op sommige plekken een stukje lager te maken kan het water sneller over de kribben stromen. p sommige delen in de Waal worden langsdammen aangelegd. Langsdammen kunnen voor meer water standdaling zorgen dan de kribben. de oevergeul noemt.