De eerste twee weken kan je baby nog op de zij slapen. Daarna niet meer, omdat je kind dan kan omrollen tot op de buik. Als je baby zichzelf vlot om en om kan draaien, kun je hem zelf zijn slaaphouding laten bepalen. Leg je kind niet vast in bed.
Leg je baby niet op zijn zij. Met deze houding is het risico op wiegendood groter. Ook ontstaat na enkele weken de kans dat je baby op zijn buik rolt. Bij de ene baby gebeurt dit wat eerder dan bij de andere.
Voed je baby afwisselend op je linker- en rechterarm (ook bij flesvoeding dus) en leg hem in rugligging te slapen met zijn hoofdje afwisselend naar links en rechts. Draag je baby regelmatig en gebruik zo min mogelijk stoeltjes in de eerste maanden, alleen om je baby in de auto te vervoeren.
Je kan de Baby Sleep veilig gebruiken tot een leeftijd van 6 maanden. Als je baby zichzelf om gaat draaien raden wij het gebruik af. Je kan het kussen dan wel gebruiken als je baby slaapt terwijl jij er zicht op hebt, zoals bijvoorbeeld in de kinderwagen.
Leg je baby altijd op zijn of haar rug te slapen. Leg je baby vanaf de geboorte op zijn of haar rug te slapen, zo is je baby de rugligging vanaf het begin gewoon. Het helpt als je een slaapzak gebruikt.
De eerste twee weken kan je baby nog op de zij slapen. Daarna niet meer, omdat je kind dan kan omrollen tot op de buik. Als je baby zichzelf vlot om en om kan draaien, kun je hem zelf zijn slaaphouding laten bepalen.
De meest opvallende symptomen van het KISS-syndroom bij baby's zijn duidelijke voorkeurshoudingen en een scheve stand van het hoofd. Andere symptomen zijn: Scheef ruggetje. Asymmetrisch bewegen van armen en benen.
Bij voeding in zijligging ligt uw baby bij u op schoot op de zij. Deze houding kan de baby ondersteunen bij het leren drinken. De melk loopt iets minder snel uit de speen en komt eerst in de wang en niet direct achter in de mond. Hierdoor is de kans minder groot dat uw baby zich verslikt.
Het is een kussen die stimuleert dat de baby op de zij blijft liggen op een veilige manier. Het voorkomt dat een baby op de buik kan rollen, waardoor wiegendood vergroot wordt. Het bestaat uit twee kussentjes (een lange en een kortere) die met elkaar verbonden zijn.
Op het moment dat je kindje met de armen omhoog ligt, creëert je kindje meer ruimte in de longen en wordt het ademenen nog meer vergemakkelijkt. Kinderfysiotherapeut Els Geerdink noemt dit de hoera-houding. In het NRC legt ze uit dat dit een teken is dat je kind heerlijk ontspannen is.
Kinderen die gaan huilen als ze in bed worden gelegd zijn meestal kinderen die niet gewend zijn om uit zichzelf in slaap te vallen. Het kortdurende huilen hoort voor hen bij het gewennen aan het zelf in slaap vallen.
Signalen van oververmoeidheid bij baby:
Vreemd genoeg zijn oververmoeide baby's vaak overactief: ze maaien met armpjes en beentjes en ze lijken om steeds meer aandacht en prikkels te vragen: als je met ze rondloopt kijken ze geïnteresseerd rond en stopt het huilen.
Ervoor zorgen dat je kindje soms elders in slaap valt kan al heel wat verhelpen. Merk je dat je baby aan het wegdommelen is in je armen, leg hem dan geregeld voor hij in slaap valt al even terug. Dan valt hij daar op een rustige manier in slaap. Daarnaast kun je bewust van heel vroeg een sterk slaapritueel maken.
Kan je baby zowel overdag als 's nachts zelf goed van zijn rug naar zijn buik draaien én omgekeerd? Dan is dat het moment dat je hem of haar zonder zorgen kan laten slapen in een houding die hij zelf wil. Het kan aardig verschillen vanaf welke leeftijd dit is maar het is meestal rond de 6 maanden.
Tot je kindje echt een duidelijk dag en nachtritme heeft ontwikkeld maakt het niet zoveel uit waar je kindje slaapt overdag. Volg hier vooral je eigen gevoel in. Slaapt je kindje fijn bij jou in de draagzak of doek, bovenop jou in jouw armen, of juist in zijn eigen bedje. Het is allemaal goed.
Het mag dan in sommige situaties goed zijn tegen wiegendood en bij brand en ander onheil, aan de andere kant is samen slapen juist onveilig. Gevaren als verstikking onder het dekbed en uit bed vallen, liggen op de loer. Zeker als je zelf medicijnen gebruikt of gedronken hebt, is het beter je kind apart te laten slapen.
Veel moeders vragen zich af wanneer ze hun baby een pyjama aan mogen doen. Je baby mag een pyjama aan vanaf 1 jaar. Je moet dit ook niet eerder doen, want tot deze leeftijd hebben ze nog kans op wiegendood. Daarom moet je jouw baby kleden voor deze leeftijd in een onesie / romper met een baby slaapzakje.
Bij warmtestuwing is er geen balans tussen de lichaamstemperatuur en de omgevingstemperatuur. De temperatuur van het lichaam stijgt omdat het de overtollige warmte niet kwijt kan aan de omgeving. De huid kan rood en vochtig (transpiratie) zijn, maar ook droog aanvoelen door de verdamping van transpiratie.
Symptomen van (verborgen) reflux herkennen bij je baby
Kokhalzen. Spugen. Overstrekken (het aanspannen van de rugspieren en het achterover drukken van het hoofdje) Slechte nachtrust.
Het kan soms wel 10 minuten duren voordat je baby een of meerdere boeren laat. Wees dus geduldig en leg je baby niet te snel neer. Het helpt ook als je je baby rustig laat drinken. Zo voorkom je dat er veel lucht in de maag terechtkomt.
Probeer je baby af en toe overdag ook in zijn bedje te laten slapen. Leg hem daarbij slaperig, maar nog niet helemaal slapend, neer. Zo leert je baby om zelf in slaap te vallen. Kinderen die geleerd hebben om zelfstandig in slaap te vallen, slapen dieper en vaak ook langer en worden in de nacht minder vaak wakker.
Het is daarom heel belangrijk het hoofdje steeds goed te ondersteunen. Doe je dat niet of schud je de baby hard door elkaar, dan kunnen kleine bloedvaatjes in de hersenen scheuren door de beweging met alle gevolgen vandien zoals blindheid, doofheid, stuipen, leermoeilijkeheden, hersenbeschadiging of zelfs de dood.
Kinderen kunnen allerlei symptomen krijgen als gevolg van het hersenletsel, bijvoorbeeld verminderde eetlust, overgeven, moeite met ademhalen of slikken, verminderd bewustzijn of zelfs een coma, epileptische aanvallen, verlaagde spierspanning of slapheid.
Osteopathie kan baby's onder andere helpen bij het kiss-syndroom, spanning en stijfheid in armen, benen en romp, achterblijvende motorische ontwikkeling, niet kruipen of laat lopen, overstrekken, een onregelmatig of afgeplat schedeltje of voorkeurshoudingen van het hoofd of de romp.