Het kan komen omdat het bier kort voordien opgeschud werd en niet koud stond. Het is ook mogelijk dat het bier te veel koolzuur bevat. Soms kunnen er van de mout, de belangrijkste grondstof voor bier, eiwitten in het bier komen die overschuimen geven.
Die schuimbelletjes zijn er omdat er in bier meer CO2 zit dan in het water opgelost kan worden. De kettingreactie die ontstaat als de fles wordt aangetikt zorgt ervoor dat het bierflesje in een paar seconden meer gas verliest dan het normaal in enkele uren zou doen als het gewoon op tafel staat.
De functie van de schuimkraag
Het schuim ligt als een soort afsluitend deken over het bier heen. De schuimkraag werkt als een isolerend deksel dat voorkomt dat het koolzuur minder snel vervliegt. Op deze manier wordt het bier afgeschermd van de lucht.
Schuim op bier ontstaat door de reactie van suiker en gist, daarbij ontstaat de alcohol uit het bier, maar ook koolzuurgas. Wanneer dat vrijkomt, kan er door de oppervlaktespanning van het bier een schuimkraag ontstaan, dat maakt het bitterder en ook zorgt het ervoor dat er geen grote schuimkraag ontstaat.
In een glas Duvel zal je steeds een opgaande stroom gasbelletjes zien. Als je goed kijkt staat er onderaan in het glas een 'D' (van Duvel) gegraveerd. Deze kleine oneffenheden in het glas zorgen voor gaskiemen, waar gasbellen kunnen aangroeien.
Vermijd contact tussen fles en glas en breng de fles wat hoger voor een rijke schuimkraag. Laat ongeveer 1 cm bier in het flesje. Dit bevat de gist en maakt je Duvel ietwat troebeler en bitterder. Voor een rijke, volle schuimkraag breng je het glas langzaam recht.
Een tripel is vaak een zwaar bovengistend bier met hergisting in de fles. De complexe smaak dankt tripel aan de typische gist die is toegevoegd aan het product. Ook de hop en mout dragen bij aan de bitterheid. De hoeveelheid mout is spreekwoordelijk 3 keer hoger dan een normaal trappistenbiertje.
Weihenstephaner 1516 Kellerbier werd gebrouwen ter gelegenheid van de 500ste verjaardag van het Reinheitsgebot. Het is een ongefilterd bier dat lange tijd heeft mogen rijpen en daardoor een geweldig volle smaak geeft.
Als je in een kroeg een biertje bestelt krijg je in Nederland bijna altijd gewoon pils. Echter als je goed naar de termen bier en pils kijkt hoort dat niet zo te zijn. Pils is altijd bier, maar bier is niet altijd pils. Bier is namelijk de overkoepelende naam voor diverse biersoorten, waarvan pils er één is.
Dubbel (donker, tot 7% alcohol) is een stijl die over het algemeen donker is. Hiervoor wordt ongeveer een dubbele storting mouten gebruikt, waaronder zowel lichte mouten voor de vergistbare suikers, als donkere mouten voor de donkere kleuren en karamel en chocolade smaken.
De term dubbel verwijst naar de hoeveelheid graan per liter water die bij het brouwen gebruikt wordt. Hoe meer graan, hoe meer suiker. Meer suiker zorgt weer voor een hoger alcoholpercentage en de typische zoete smaak van dubbel bier. Dubbel bier heeft dus niets te maken met een dubbele vergisting.
Leffe Bruin is een bier van hoge gisting, met een alcoholpercentage van 6.5%. Dit Belgische abdijbier is een speciaalbier in de stijl 'dubbel'.
Gebruik geen vaatwasser
Zet je bierglazen NOOIT in een vaatwasser. Afwasmiddelen die in de vaatwasser gebruikt worden zijn vaak bijtend en maken de glazen dof (=glascorrosie). Een beschadigd glas heeft een negatieve invloed op de vorming van een schuimkraag.
Het feit dat je je bier drinkt zonder schuimkraag en bier dat zo dood als een pier is, komt vaak vanwege een vettig glas. Dit enorme probleem los je eigenlijk heel simpel op: je spoelt het glas namelijk gewoon even met warm sodawater.
- Gebruik een zuiver en droog La Chouffe glas op kamertemperatuur. - Hou het glas in een hoek van 45°. - Giet langzaam in (zonder geluid te maken) langs de kant van het glas. - Vermijd elk contact tussen het glas en de fles.
Bier verkleint de kans op hart- en vaatziekten. Bier zorgt namelijk voor een stijging van een goede soort cholesterol, dat de kans op hart- en vaatziekten juist verkleint. Een bierdrinker loopt 40 tot 60 procent minder risico op een hartinfarct.
Toch gaat het eerste biertje nog een stuk terug in de historie naar 4500 Voor Christus. Toen zijn bierrecepten teruggevonden waar bier werd gemaakt op basis van Bapir: een gerstbrood wat tweemaal werd gebrouwen. Waarschijnlijk is het allereerste bier spontaan ontstaan.
Rijst en maïs spelen ook een rol als zetmeelbron voor het brouwen van bier. Deze granen hebben een hoog zetmeelgehalte maar nauwelijks eiwitten. Met rijst krijg je bier met een dunner mondgevoel en wat drogere smaak. Maïs zorgt ervoor dat bier een heldere kleur krijgt en zachter van smaak wordt.
Het kleine plastic balletje zit echter met een reden in de verkochte blikken Guinness: deze moet zorgen voor een mooie schuimkraag.
Bier met stikstof
Nitro komt van het Engelse woord 'nitrogen', wat stikstof betekent. Voor het bierbrouwen gebruikt een brouwer doorgaans koolzuurgas. Afhankelijk van het type bier is het koolzuurgehalte laag of hoog. Bij een nitro bier vervangt de brouwer het koolzuurgas echter door stikstof.
De eigenschappen van de belletjes hangen voornamelijk af van de grootte van de groeikernen en van de concentratie CO2 in de drank. In de regel geldt dat hoe hoger de concentratie CO2 en hoe groter de ingesloten luchtbelletjes in de oneffenheden en vezeltjes, hoe harder de belletjes groeien en hoe sneller ze afbreken.