Koval voegt toe: “Armere mensen roken niet omdat er iets met hen is, maar omdat hun gemeenschappen niet beschermd zijn zoals de rijkere. Ze hebben geen goede toegang tot gezondheidszorg of stoppen-met-roken-programma's.”
De kans is groter dat hun ouders of andere rolmodellen roken. Terwijl ze opgroeien, zijn ze zich minder bewust van de gevaren van de sigaret. Ze ontwikkelen minder gezondheidsvaardigheden dan anderen hoger op de sociale ladder. Bovendien hebben ze minder kans om de zorg te krijgen die ze nodig hebben.
Roken komt mogelijk vaker voor bij mensen met een lage sociaaleconomische status vanwege een combinatie van factoren, waaronder gerichte marketing door de tabaksindustrie, positieve normen ten aanzien van roken, gemakkelijker toegang tot sigaretten, minder sociale steun voor het stoppen met roken, hogere nicotineafhankelijkheid, stress/psychologische verschillen en lagere therapietrouw.
Zweden scoort het laagst met 7% rokers. Nederland bevindt zich met 12% rokers (volgens de vraagstelling van de Eurobarometer) in de groep landen met de minste rokers. Tussen 2014 en 2020 daalde het percentage rokers in tien van de EU-14 landen.
Overlevingskansen: In sommige arme landen hebben kinderen een hogere kans om te overlijden als gevolg van ziekte en ondervoeding. Als gevolg hiervan willen ouders vaak meer kinderen krijgen om ervoor te zorgen dat er ten minste een paar overleven en de familie ondersteunen.
Meer dan 70 procent van de armen ter wereld leeft op het platteland, waarbij de meeste gezinnen afhankelijk zijn van arbeidsintensieve landbouw om te overleven. In deze gemeenschappen kan er een culturele verwachting zijn om grote gezinnen te hebben om hun behoefte aan extra arbeid te bestrijden .
Mensen met een laag inkomen leven in Nederland gemiddeld 10 jaar korter dan rijke mensen. Dat is 8 jaar voor vrouwen, 12 jaar voor mannen. Dat komt vooral omdat ze vaker en op jongere leeftijd chronisch ziek worden.
De daling is het sterkst op het Amerikaanse continent (van 21 naar 16 procent van de bevolking tussen 2010 en 2020) en in Afrika, het continent met het minste rokers (ongeveer 10 procent vorig jaar). Opvallend is nog dat op het Europese continent relatief veel vrouwen roken, ongeveer 18 procent.
Zweden heeft het laagste percentage rokers van alle landen. Dit komt grotendeels door de grote verschuiving van roken naar snusgebruik onder mannen: nog eens 20% van de mannen en 2% van de vrouwen gebruikt dagelijks snus, maar rookt niet.
In Ierland, Griekenland, Bulgarije, Malta, Spanje en Hongarije zijn de bepalingen het strengst. Daar geldt, op enkele uitzonderingen na, een totaalverbod op roken in openbare gelegenheden.
Het gebruik van tabaksproducten blijft de belangrijkste oorzaak van vermijdbare ziektes en sterfgevallen in de Verenigde Staten. In 2022 rapporteerden 49,2 miljoen (19,8%)—ofwel bijna 1 op de 5—Amerikaanse volwassenen dat ze momenteel tabaksproducten gebruiken.
Een belangrijke factor is de verslavende stof nicotine die van nature in tabak aanwezig is. Nicotine maakt in de hersenen een grote hoeveelheid dopamine vrij, waardoor mensen die nicotine gebruiken in een gelukkige roes komen. Hoe meer je rookt, hoe meer je lichaam gewend raakt aan nicotine en dus ook dopamine.
Uit onderzoek van het CBS en het Trimbos-instituut is gebleken dat mensen die een pakje per dag roken gemiddeld 13 jaar eerder sterven dan niet-rokers. Een kwart van de zware rokers sterft voor zijn/haar 65ste verjaardag.
Gemiddeld genomen heeft een roker 2,3 serieuze stoppogingen nodig om definitief te stoppen met roken. Het is bekend dat de nicotine in tabak één van de meest verslavende stoffen is die we kennen. Niet zo gek dus dat stoppen door veel rokers als enorm moeilijk wordt ervaren.
"Sommige mensen denken dat roken een sociale activiteit is, maar ons onderzoek ondersteunt dit idee niet. Rokers raakten in de loop van de tijd juist meer geïsoleerd en eenzaam dan niet-rokers ."
Het merendeel van alle rokers rookt dagelijks (77,1%); 22,9% rookt niet dagelijks. Volwassenen met een laag opleidingsniveau roken vaker (29,0%) dan mensen met een middelbaar opleidingsniveau (26,4%) of hoog opleidingsniveau (17,6%). Dit geldt ook voor dagelijks roken: respectievelijk 25,1%, 21,5% en 9,7%.
De landen met de hoogste percentages rokers onder hun bevolking zijn momenteel Nauru, Kiribati, Papoea-Nieuw-Guinea, Bulgarije, Servië, Kroatië, de Salomonseilanden, Indonesië, Andorra en Bosnië en Herzegovina .
Bijna de helft van het verschil in roken lijkt het resultaat te zijn van verschillen in overtuigingen over de gezondheidseffecten van roken ; Europeanen zijn over het algemeen minder geneigd te denken dat roken schadelijk is. Amerikanen hebben een van de laagste rookpercentages in de ontwikkelde wereld.
Als we de 127 geselecteerde regio's vergelijken wat betreft het aantal rokers, staat China bovenaan de ranglijst (292,8 miljoen personen), gevolgd door India met 109,74 miljoen personen.
Roken komt globaal meer voor bij achtergestelde groepen waaronder deze met een laag arbeids-, onderwijs- of inkomensniveau, werklozen en alleenstaande ouders. Er zijn andere bevolkingsgroepen die hiervoor bijzonder gevoelig kunnen zijn, zoals daklozen, mensen met geestelijke gezondheidsproblemen en gevangenen.
Italië: Bijna een miljoen rokers erbij
Sinds 2019 is het aantal rokers met 800.000 gegroeid waardoor nu 24 procent van de Italianen rookt, een ongekende en zorgwekkende toename.
Van alle mensen die ziek zijn, komt 9,4 procent door roken. Roken vergroot de kans op heel veel soorten kanker en longziekten. Ook voor je hart en immuunsysteem is het niet goed. En als je zwanger bent, heeft roken ook risico's voor je baby.
Dit komt vaak door een onzeker arbeidscontract, slecht betaalde baan, of het risico op onveilige en ongezonde arbeidsomstandigheden. Andersom is het ook zo. Armoede heeft invloed op de mogelijkheid om werk te vinden. Als je bijvoorbeeld in de bijstand zit, is je sociale netwerk vaak kleiner of minder relevant.
De meest welvarenden leven niet alleen langer, ze brengen ook een groter deel van hun leven door in goede gezondheid. De levensverwachting in goede gezondheid bij geboorte was 49 jaar voor mannen in de laagste welvaartsgroep, tegenover 74 jaar voor de meest welvarende mannen.
'Mensen associëren armoede snel met geldgebrek. Als je arm bent heb je te weinig geld om in basisbehoeften te voorzien.Maar het grotere probleem daarachter is het sociaal isolement dat armoede veroorzaakt. De stem van ervaringsdeskundigen maakt duidelijk dat armoede veel meer is dan geen geld hebben.