Ontstaan lagedrukgebiedDe naar het lagedrukcentrum stromende lucht kan uiteindelijk alleen maar naar boven uitwijken. Daarbij koelt de lucht af en kunnen wolken met neerslag ontstaan.
Warme lucht kan veel vocht vasthouden, en daarom is het ook vaak vochtig rondom een lagedrukgebied. Zodra de warme, vochtige lucht zijn hoogste punt bereikt begint deze lucht af te koelen. Koude lucht kan geen vocht vasthouden en daardoor laat de lucht al het water los. Het begint te regenen.
Als de druk in de atmosfeer stijgt en daalt, doet de druk die op je lichaam wordt uitgeoefend dit ook. Lage atmosferische druk veroorzaakt een drukverschil tussen de atmosfeer om ons heen en de lucht in ons lichaam. Dit kan leiden tot hoofdpijn, gewrichtspijnen, slaapstoornissen en andere biochemische veranderingen.
Minder wolken, weinig wind
Zo kun je hoge- en lagedrukgebieden ook bekijken. In een hogedrukgebied beweegt de lucht dan ook van boven naar beneden. Onderweg warmt de lucht op en kan daardoor meer waterdamp bevatten. Dat betekent minder bewolking en minder neerslag.
Als lucht warmer wordt, zet het uit en daardoor kan het meer waterdamp vasthouden. Doordat de lucht meer waterdamp vast kan houden, vormen er geen losse waterdruppels en is de lucht in een hogedrukgebied dus helder en onbewolkt. Als er dan ook nog een zonnetje schijnt is het al gauw lekker weer!
Als het warm is, is er weinig luchtdruk.Dan spreken we van een lagedrukgebied.En als het koud is, is er juist veel luchtdruk en dus een hogedrukgebied. Koude lucht stroomt naar het lagedrukgebied, en zo krijg je wind.
Een lagedrukgebied, of depressie, is een gebied waar de luchtdruk laag is. Dit gaat vaak samen met koudere temperaturen, wind en regen. Lagedrukgebieden ontstaan vaak op de scheiding van warme en vochtige lucht in het zuiden en koudere en drogere lucht in het noorden.
Hogedrukgebieden zorgen doorgaans voor een stralend blauwe lucht. Omdat de lucht in een anticycloon naar beneden stroomt, wordt het warmer en warmer. Warme lucht kan op zijn beurt ook meer vocht opnemen. De lucht wordt droger en er komen nauwelijks wolken voor.
Regen is een vorm van neerslag waarbij waterdruppels uit een wolk vallen. Als de temperatuur van de wolk en de lucht onder de wolk boven nul is, bestaat de wolk geheel uit water. Door botsing van waterdruppeltjes kunnen de druppels verder aangroeien. Zijn ze groot genoeg, dan vallen ze uit de wolk en regent het.
Hoge drukgebieden komen bijvoorbeeld vaak voor op plekken waar sneeuw ligt. Denk daarbij aan Scandinavië en Siberië. Daar zien we de records tot wel 1080 mbar! Voor Nederland zijn de waardes van vandaag extreem hoog, zeker aangezien we geen sneeuw hebben gehad.
Verschil in luchtdruk
Hoe warmer de lucht, hoe kleiner het gewicht, dus hoe lager de druk. De hoogste luchtdruk in Nederland door het KNMI gemeten is 1050,0 hPa, op 26 januari 1932 in De Bilt. Wereldwijd staat het luchtdrukrecord op 1084,4 hPa op 19 december 2011 in Tosontsengel in Mongolië.
Weersfactoren die hoofdpijn uitlokken zijn onder andere dalende luchtdruk, toenemende bewolking, stijgende vochtigheid, temperatuurwisselingen en toenemende wind.
Op het noordelijk deel van de Atlantische Oceaan zijn nog aanzienlijk lagere luchtdrukwaarden gemeten. Op 15 december 1986 daalde de luchtdruk in het zeegebied ten zuidwesten van IJsland tot 920,2 hPa, de laagste druk ooit in dat gebied gemeten.
Door de draaiing van de aarde beweegt de lucht niet rechtstreeks van hoge naar lage druk, maar buigt zij op het noordelijk halfrond naar rechts af. Het gevolg is dat de lucht zich, zonder wrijving, rond een lagedrukgebied tegen wijzerzin in verplaatst en rond een hogedrukgebied met de wijzers van de klok mee.
Als een hogedrukgebied stilstaat boven Scandinavië, ten noorden van Nederland, zal er in Nederland een oostelijke wind waaien. Deze voert in de winter koude lucht aan uit het oosten. In de zomer leidt zo'n noordelijk gelegen hogedrukgebied tot een periode van warme, droge oostenwind.
Een hogedrukgebied heeft een hogere druk in de kern dan de gebieden eromheen. Bij een hogedrukgebied waait de wind van het systeem af. De draairichting is met de klok mee op het noordelijk halfrond en tegen de klok in op het zuidelijk halfrond. Een andere benaming voor een hogedrukgebied is anticycloon.
Boven de Atacama-woestijn in het noorden van Chili is het eigenlijk géén weer. Het is er de ene dag warmer dan de andere, dat wel, maar een inktzwarte regenwolk moet er een attractie van formaat zijn. In de Atacama-woestijn regent het namelijk nooit. Of beter gezegd: bijna nooit.
Ijsregen zijn dus regendruppels die pas bevriezen zodra ze in de koude vrieslaag vlak boven de grond terecht komen. Tijdens een traag doorzettende dooi kunnen afwisselend diverse neerslagvormen voorkomen: sneeuw, ijsregen, hagel of regen. Ook ijzel kan dan optreden.
In de avond koelt de lucht af, waardoor de luchtvochtigheid groter wordt. Hoe meer vocht er in de lucht zit, hoe meer moleculen geluidstrillingen door kunnen geven.
Precies, warme lucht stijgt op en daardoor wordt de luchtdruk lager. Maar dat betekent dus da we hier in het zonnetje een lagedrukgebied hebben. Precies. Maar andere plekken op de aarde, is het kouder en daar is de lucht zwaarder en de luchtdruk hoog en daar spreken we van een hogedrukgebied.
De luchtdruk hangt sterk af van de temperatuur en vochtigheid van de lucht: hoe warmer en droger, hoe hoger de luchtdruk; hoe kouder en natter, hoe lager de luchtdruk.
op neerslag bij een lage luchtdruk van 990 hPa 80% te zijn. Dat betekent dat er in acht van de tien gevallen regen of sneeuw valt. bij 1020 hPa 20% en bij een hoge druk van 1030 hPa slechts 10%. Snelle veranderingen van druk gaan meestal vergezeld van veel wind of zijn de voorbode van een storm.
Het weer wordt namelijk voor een groot deel bepaald door verschillen in luchtdruk. In een hogedrukgebied is het vaak droog, en in een lagedrukgebied vaak nat. De zwaartekracht van de aarde houdt niet alleen jouw voetjes op de grond, maar trekt ook aan de luchtdeeltjes boven je koppie.
De druk van de lucht binnen ons lichaam is ongeveer hetzelfde als die buiten ons lichaam. Daardoor merk je er meestal dus niets van. Maar af en toe voel je wel degelijk de luchtdruk, of toch de verandering ervan.
Onder andere de luchtdruk bepaalt het weer in een gebied. De luchtdruk verandert ieder moment, net als het weer. Het weer wordt mede bepaald door de plaats van de hoge- en lagedrukgebieden. Een hoge luchtdruk betekent vaak dat het zonnig weer wordt zonder regen.