Als je 3.500 kWh verbruikt, maar je wekt 2.500 kWh op met eigen zonnepanelen, dan levert je energieleverancier de 1.000 kWh te weinig opgewekte energie aan jou. Over deze 1.000 kWh moet je dus gewoon Energiebelasting en ODE betalen. Het kan ook zijn dat je meer stroom opwekt dan dat je verbruikt.
Als je meer stroom opwekt dan je zelf verbruikt, krijg je een terugleververgoeding van je energiemaatschappij. Dit heet ook wel een kale vergoeding. De terugleververgoeding ligt tussen de 4 en 9 cent per kWh. Hieruit wordt zo weinig winst gemaakt dat dit ook niet aantrekkelijk genoeg is voor de consument.
Teveel geproduceerde stroom kun je terugleveren aan het net (oftewel je energieleverancier). Dit heet salderen. Als de salderingsregeling wordt afgebouwd vanaf 2025 is het dus slim om je stroomverbruik af te stemmen op je stroomproductie. Een ander alternatief is het plaatsen van een accu.
Is het nog wel aantrekkelijk om zonnepanelen aan te schaffen? MilieuCentraal zegt: "Zonnepanelen op uw dak is een goede investering. En dat blijft het, óók als de salderingsregeling vanaf 2023 wordt afgebouwd." Het afbouwen van de salderingsregeling heeft wel invloed op de terugverdientijd van de zonnepanelen.
10 zonnepanelen opbrengst
Met 10 zonnepanelen van 365 Wp wek je in jouw eerste jaar al gauw 3103 kWh op. Dat is al een flink deel van wat een gemiddeld huishouden aan stroom verbruikt (3500 kWh per jaar). Een set van 10 zonnepanelen helpt je qua opbrengst dus behoorlijk besparen op jouw energierekening.
Over capaciteit zonnepanelen: wat is het? De meeste stroom die je opwekt met zonnepanelen verbruik je zelf in huis. Maar wek je meer zonne-energie op dan je verbruikt, dan spreek je van overcapaciteit. Deze extra stroom wordt automatisch teruggeleverd aan de leverancier.
Met 6 zonnepanelen van 365 Wp wek je in je eerste jaar al gauw 1862 kWh op. Dat is al bijna de helft van wat een gemiddeld huishouden aan stroom verbruikt (3500 kWh per jaar). Een set van 6 zonnepanelen helpt je qua opbrengst dus al besparen op jouw energierekening.
Wanneer je meer energie wilt opwekken (en er is nog plek op het dak) is het mogelijk om je zonnepanelensysteem uit te breiden. Dit kan door een aantal zonnepanelen bij te plaatsen of door een tweede zonnepanelensysteem neer te leggen.
Zonnepanelen kopen in 2023
Als je in 2023 zonnepanelen koopt, profiteer je nog tot eind 2024 van 100 procent salderen. Daarna wordt het elk jaar wat minder.
Maak daarom overdag zoveel mogelijk gebruik van de stroom uit zonnepanelen. Zet bijvoorbeeld energieslurpers als de wasmachine of de afwasmachine aan terwijl de zon op je panelen schijnt. Op deze manier verbruik je je zelf opgewekte elektriciteit in plaats van de elektriciteit van de energieleverancier.
En als je meer opwekt dan verbruikt? Als je nu meer stroom opwekt dan je in totaal verbruikt gebeurt er iets anders. Dan ga je stroom verkopen aan je energieleverancier. Je krijgt dan een terugleververgoeding, ook wel feed-in tarief genoemd.
Indien u geen terugleveringscontract afsluit met uw elektriciteitsleverancier, wordt de elektriciteit die u produceert, maar niet onmiddellijk zelf verbruikt (productieoverschot) 'gratis' op het net geïnjecteerd.
Consumenten kunnen de overtollige elektriciteit opslaan in een accu, bijvoorbeeld in een elektrische auto. Er zijn ook losse accu's te koop voor in huis, daarmee kun je de stroom op een minder zonnig moment inzetten. Die thuisaccu's zijn (nog) wel behoorlijk prijzig.
Heb je op het einde van het jaar meer geproduceerd dan verbruikt, dan zal de meterstand lager zijn dan het jaar ervoor. Die meterstand dient als nieuw 'nulpunt' voor het komende jaar. De stroom die je extra geproduceerd hebt, ben je kwijt. Een vergoeding krijg je niet voor die extra stroom.
De opgewekte elektriciteit wordt direct naar uw apparaten gestuurd die erom vragen. Maar wat als de zon volop schijnt, terwijl u niet thuis bent? Dan is de kans groot dat u stroom opwekt die u niet verbruikt. Uw elektriciteit wordt dan automatisch 'ingevoed' op het openbare net.
U haalt de maximale opbrengst uit de zonnepanelen met een omvormer die qua vermogen 10% kleiner tot 10% groter is dan het vermogen van de zonnepanelen in Wattpiek. De zogenaamde nominale vermogensverhouding moet tussen de 90 en 110% liggen (vermogen omvormer/ Wp vermogen zonnepanelen).
In september 2022 koopt u nog een paar zonnepanelen. Deze btw kunt u nog terugvragen, omdat de KOR pas ingaat op 1 januari 2023. U moet dan nog een keer aangifte doen: een incidentele btw-aangifte. Daarmee geeft u de verschuldigde btw aan over de 2e set zonnepanelen en vraagt u hiervoor de btw terug.
Een omvormer heeft een stekker en een groep heeft meerdere stopcontacten dus je kan af fabriek meerdere omvormers achter één groep zetten. Als er zowel opwekkers als verbruikers op de groep zitten kan hierdoor bij normaal gebruik een hogere stroom lopen dan dat de kabel op gedimensioneerd is.
De winter (maanden januari en februari) tellen voor zonnepanelen eigenlijk nauwelijks mee. Die zijn beide goed voor 3% van de totale jaaropbrengst. Een maand als juni is meestal goed voor 12% van de jaaropbrengst.
Rekenvoorbeeld gemiddelde dagopbrengst zonnepanelen
Het vermogen van 10 zonnepanelen is 3650 Wp. De factor 0,85 is een goed gemiddelde voor daken in Nederland. De gemiddelde dagopbrengst van je zonnepanelen is dan: (3650 x 0,85) / 365 = 8,5 kWh.
Van de stroom die u opwekt met zonnepanelen mag u jaarlijks 5000 kilowattuur aan teruggeleverde elektriciteit verrekenen (salderen) met uw afname. Sommige leveranciers salderen ook boven de wettelijke grens van 5000 kWh per jaar. Dit is dus interessant als u meer verbruikt en meer opwekt dan 5000 kWh.
Wat moet je echt weten: hoeveel panelen kun je plaatsen? Een standaard systeem van zonnepanelen met een stekker bestaat uit 2 panelen met een maximaal vermogen van 600 Wp. Dat komt doordat je niet meer dan dit vermogen op een stopcontact mag aansluiten als er ook andere apparaten op die stroomgroep zijn aangesloten.
Gemiddeld kost een set van 16 zonnepanelen inclusief montage rond de €7.700 en €10.25o. Deze prijs is inclusief de btw die terug te vragen is. De prijsopbouw kan verschillen per dak. Soms is het bijvoorbeeld nodig om een steiger op te bouwen.