Dit komt omdat windturbines op zee gecompliceerder zijn om te bouwen. De fundering en plaatsing van een dergelijke molen is niet eenvoudig. Dicht langs de kust hebben we te maken met vogeltrekroutes. Verderop in zee kun je er lastig bijkomen.
Ook is de zee op sommige plaatsen ongeschikt voor windmolens, omdat het er te diep is. Daarnaast betekent een grotere afstand van de windmolens tot de kust langere, duurdere kabels en hogere onderhoudskosten. Waar uiteindelijk windmolens komen, luistert dus heel nauw.
Nederland heeft relatief weinig zonuren (zonne-energie), nauwelijks hoogteverschillen (waterkracht) en minder ruimte voor windmolens (windenergie).
Windparken op zee kunnen naar verwachting 25 tot 35 jaar elektriciteit leveren. De eigenaar van een windpark is verplicht om het aan het einde van de levensduur te verwijderen. En al bij de bouw van het windpark moet daarvoor een forse bankgarantie ingeleverd worden.
Er is geen eenduidig bewijs gevonden voor een relatie met slaapverstoring: met andere woorden de ene studie vindt wel een effect en de andere niet. Voor andere gezondheidseffecten zoals hart- en vaatziekten, stofwisselingsstoornissen, mentale gezondheid en cognitieve effecten is niet voldoende bewijs gevonden.
De energieopbrengst van windmolens op land onbetrouwbaar is, omdat het niet altijd voldoende waait. Windmolens leveren met weinig wind betrekkelijk weinig energie op. Windmolens vervuilen het beeld van de horizon en kunnen geluidsoverlast veroorzaken. Het bouwen en afbreken van windmolens kost ook energie.
Veel vissen hebben een zwemblaas, een soort grote klankkast die onderdeel is van hun gehoorsysteem. Door plotseling lawaai kan die blaas knappen, waardoor de vis als het ware explodeert. En ook veel zeezoogdieren, zoals bruinvissen, kunnen ernstige gehoorschade oplopen door de aanleg van windmolenparken.
De gemiddelde economische terugverdientijd van een windturbine op land is minder dan 8 jaar en op zee korter dan 12 jaar. Factoren die de terugverdientijd verkorten: Grotere afmetingen en hoogte van een windturbine wat i.h.a. resulteert in een hogere opbrengst.
Tijdens het opwekken van stroom met een windmolen komt er geen CO2, fijnstof of stikstofoxide in de lucht. Er komt wel CO2 vrij bij tijdens de bouw, bij het onderhoud en de afbraak van de windturbines, want daarvoor is energie nodig uit fossiele brandstoffen. Maar over de hele levensduur is die uitstoot erg laag.
Zonnepanelen produceren bijvoorbeeld meer energie in de zomer, terwijl windmolens meer energie leveren in de winter. De zon is namelijk krachtiger in de zomer, terwijl de wind over het algemeen krachtiger waait in de winter. Op deze manier vullen windmolens en zonnepanelen elkaar het hele jaar door goed aan.
Windmolens leveren veel energie op
De Global Wind Energy Council berekende dat we in 2030 mondiaal al 19% van onze energie met wind kunnen opwekken en in 2050 25-30%. Windmolens winnen het in opbrengst van zonnepanelen. Zonne-energie is prachtig en wordt steeds beter.
Een windmolen levert net zo veel energie als 30.000 zonnepanelen. Voor veel bedrijven zijn 200 tot 5.000 zonnepanelen echter meer dan genoeg om in hun eigen energieverbruik te voorzien. Investeren in een windmolen met zo'n overschot aan vermogen heeft dus niet veel zin.
Hoelang gaat een windmolen mee? Op dit moment is het zo dat moderne windmolens technisch zo'n 25 tot 30 jaar meegaan. Het zou kunnen dat tegen die tijd grotere onderdelen zouden moeten worden vervangen, maar dat is dan mede afhankelijk van de economische levensduur.
Investeringskosten: 29,58 miljoen euro. Turbines op de zee zijn een stuk duurder dan op het land, onder meer omdat het moeilijker is een vergunning te krijgen en omdat de logistieke kosten (o.a. vervoer per schip) natuurlijk hoger liggen. IRENA schat de investeringskost op 3.286,57 euro per kilowatt.
Financieel gezien kost een windmolen 3 miljoen + € 363.000 per jaar. Daarvoor moet een windmolen minimaal 15 jaar draaien om zichzelf (fabriceren, plaatsen, onderhouden en slopen) terug te verdienen.
Het systeem in de windmolens zorgt er voor dat de bladen om hun eigen lengte-as kunnen draaien, dit proces wordt ook wel pitchen genoemd. Bij extreme windsnelheden worden ze automatisch uitgeschakeld. Afhankelijk van het bouwjaar, gebeurt dat bij windsnelheden van windkracht 10 t/m 12.
Voor de plaatsing van één windmolen kan een ondernemer rekenen op een vergoeding van 40.000 – 50.000 euro per jaar. Ook een zonneweide brengt aardig wat in het laatje. De bijverdienste is volgens de fiscalist niet zonder risico.
Het basis salaris van het werken aan land en op zee komen nog redelijk overeen. Zo verdien je bij beiden (bruto) tussen de € 2.600,- (junior) tot € 3.600,- (ervaren) euro per maand. Afhankelijk of je veel overuren draait of vaak een weekend (consignatiedienst) extra draait kan dit salaris nog wat hoger uitvallen.
Hierbij kantelen de kop en de wieken zodat de wind alleen tegen de scherpe zijde van de wieken waait. Van de voorkant lijken ze dan dunnere wieken te hebben. Daardoor vangt de windmolen bijna geen wind meer en komen de wieken tot stilstand, rustig wachtend op een aangenamer briesje.
Windmolens draaien gemiddeld circa 80% van de tijd. Ze staan stil tijdens een storing of onderhoud (3% van de tijd, dit is minder dan de helft van een kolencentrale of gascentrale en vergelijkbaar met bijvoorbeeld een auto). Onderhoud wordt bij voorkeur gepleegd op windstille momenten om productieverlies te voorkomen.
Kosten, opbrengsten en prijs
De prijzen van kleine windturbine lopen sterk uiteen: van 600 euro tot vele duizenden euro's voor molens met vermogens van enkele honderden Watts tot enkele duizenden Watts.
De vissen maken de geluiden door hun zwemblaas (een met gas gevulde blaas op de buik) te laten trillen. “Alle vissen kunnen het horen, maar ze kunnen het geluid niet allemaal maken,” weet onderzoeker Shahriman Ghazali.
Kortom, 2.750 stuks op land en 3.750 windmolens op zee. Reken met deze tool zelf uit hoeveel elektriciteit een windturbine op land of zee opwekt. Er wordt een gemiddeld vermogen van 4 MW en 8 MW aangenomen voor windturbines op respectievelijk land en zee.
Het onderzoek laat zien dat vissen sterker last hebben van pulserende geluid dan van continu geluid. Het duurt bijna tweemaal zo lang voordat ze hun normale gedrag weer vertonen nadat ze waren blootgesteld aan de geluiden door heimachines dan bij vergelijkbaar geluid van continue bronnen.