Als voorbereiding volgt u de dag voor én de dag van het onderzoek een koolhydraatarm dieet. De reden hiervoor is dat het hart tijdens het onderzoek zo weinig mogelijk van de radioactieve stof mag opnemen.
Vanaf 18 uur voor het afgesproken tijdstip van het onderzoek mag u niets meer eten, ook geen kauwgom. U mag alleen water drinken. De laatste twee maaltijden voorafgaand de nuchtere periode (ontbijt, lunch en/of avondeten) moeten koolhydraatarm en vetrijk zijn.
Om te zorgen dat tumorcellen dit FDG opnemen, mogen deze tumorcellen niet verzadigd zijn met suiker. Deze cellen moeten als het ware vragen om suiker. Daarom moet de patiënt voor een dergelijke scan nuchter zijn.
Ochtend van het onderzoek
Vanaf 6 uur voor het onderzoek moet u nuchter blijven. Dit houdt in dat u niets mag eten of drinken (behalve water). Als u het koolhydraatarm dieet moet volgen, moet u 18 uur voor het onderzoek nuchter blijven. In de 2 uur voorafgaand aan het onderzoek moet u minstens 1 liter water drinken.
Met de scan brengen wij de suikerstofwisseling in het lichaam in beeld. Als er vóór het onderzoek te veel suiker in uw lichaam aanwezig is, wordt de scan onduidelijk. Daarom zijn er voorbereidingen en gelden er speciale aanwijzingen voor mensen met suikerziekte.
U krijgt een PET-CT-onderzoek. Als voorbereiding volgt u de dag voor én de dag van het onderzoek een koolhydraatarm dieet. De reden hiervoor is dat het hart tijdens het onderzoek zo weinig mogelijk van de radioactieve stof mag opnemen.
Een PET-CT-scan wordt niet standaard gedaan bij dunnedarmkanker. Deze scan kun je krijgen als de andere scans en onderzoeken niet genoeg duidelijkheid geven. Op een PET-CT-scan is te zien of de tumor zich heeft verspreid naar andere organen of uitgezaaid is. Een PET-CT-scan gebruikt een andere techniek dan een CT-scan.
Op de PET-scan zie je alleen de plekken waar de radioactieve stof zit. Deze plekken worden zwart. Maar daardoor weet je meestal niet waar in je lichaam die zwarte punten zitten. Met CT wordt er tegelijkertijd een afbeelding van je lichaam gemaakt.
De radioactieve stof die bij de meeste onderzoeken gebruikt wordt, is Technetium 99m. De hoeveelheid radioactiviteit van deze stof halveert iedere zes uur. Daarnaast scheidt het lichaam deze stof ook via de natuurlijke weg uit. Hierdoor is de radioactieve stof slechts enkele dagen in uw lichaam aanwezig.
Een CT-scanner geeft via röntgenstraling informatie over de structuur van weefsels. Een PET-scan brengt juist de stofwisseling van weefsels in beeld. Met de PET/CT-scan kan zowel de aard als de plaats van de afwijking nauwkeurig worden vastgesteld.
U kunt na een PET-CT-scan gewoon naar huis. U hoeft niets te doen of te laten. De stof die u nog niet heeft uitgeplast, plast u binnen een paar uur na het onderzoek weer uit. Als u borstvoeding geeft, krijgt u advies over wat u het beste kunt doen.
De uitslag van een PET-CT-scan is niet direct bekend. De dienst nucleaire geneeskunde interpreteert eerst de beelden, dat kan enkele dagen in beslag nemen. Daarna stuurt de dienst de uitslag van het onderzoek naar uw behandelend arts.
Het is van groot belang dat u op tijd bent, omdat de radioactieve vloeistof zeer snel vervalt en zeer duur is. De kosten van het onderzoek bedragen ongeveer € 1.200.
De werking van beide apparaten berust deels op hetzelfde principe: met behulp van een computer kunnen dwarsdoorsneden van het menselijk lichaam worden gemaakt. De CT-scan maakt gebruik van röntgenstraling om deze dwarsdoorsneden te maken, terwijl bij een MRI-scan de patiënt in een groot magneetveld ligt.
Wat is een koolhydraatarm dieet? Een koolhydraatarm dieet of 'laag koolhydraat hoog vet dieet' is een dieet waarmee je relatief veel energie uit eiwitten en vet haalt en weinig energie uit koolhydraten. Vormen van koolhydraten in onze voeding zijn suikers, zetmeel en vezels.
Bij een PET-scan wordt licht radioactieve glucose (suiker) ingespoten en met een scanner een computerbeeld gemaakt van de plaatsen in het lichaam waar de stof zit. Kwaadaardige cellen zijn namelijk heel actief en hebben een hoger energieverbruik – ze hebben dus meer brandstof (of glucose) nodig.
Je krijgt een PET-scan als de arts op de longfoto of CT-scan een longafwijking heeft gezien . Of als er om andere redenen een vermoeden van longkanker is. Longkanker kan zich verspreiden naar de andere long, naar de lymfeklieren en/of in andere organen. Op een PET-scan is goed te zien of de kanker zich heeft verspreid.
Directe effecten treden op kort nadat iemand is blootgesteld aan een hele hoge dosis radioactiviteit (vanaf 1 gray). Zo iemand kan stralingsziekte oplopen. Dit uit zich in misselijkheid, diarree en een toenemend tekort aan bloedlichaampjes. De kans op bloedingen en infectieziekten is hierdoor groter.
Je krijgt in één keer een PET-scan en een CT-scan. Op een PET-scan kan de arts de kankercellen onderscheiden van de gezonde cellen. Op een CT-scan zijn organen en weefsels heel precies te zien. Met een PET-CT-scan is daarom goed te zien waar in het lichaam de kankercellen precies zitten.
Lange tijd hoesten is vaak de eerste klacht bij longkanker. Andere klachten die u kunt krijgen: bloed ophoesten, moe zijn, geen zin in eten en afvallen als u dat niet wilt. Longkanker komt vaak door lang en veel roken. Soms ontstaat het bij mensen die nooit gerookt hebben.
De nieuwe PET/CT-scan onderscheidt zich van zijn voorgangers in die zin dat het gedeelte van het lichaam dat in één keer gescand kan worden, bijvoorbeeld een orgaan, groter is. Dat levert een betere kwaliteit op, waardoor kleine afwijkingen, zoals uitzaaiingen van tumoren en kleine infectiehaarden, beter te zien zijn.
Hoe snel groeit longkanker? De tijdspanne tussen de blootstelling aan kankerverwekkende stoffen en het ontstaan van kankercellen bedraagt vele jaren (soms meer dan 20 jaar).
Bij sarcoïdose in de longen raakt het longweefsel langzaam vol met littekens, waardoor de longen na verloop van tijd blijvend beschadigd raken. Op longfoto's ziet deze ernstige vorm eruit als een patroon van streepjes en vlekjes, meestal in het midden van de longen.
Een goedaardig gezwel (benigne tumor) drukt het omringende weefsel opzij zonder al te veel schade aan te richten. Een goedaardige gezwel zal niet in het omringende weefsel groeien. Een cyste is een veelvoorkomende goedaardige afwijking in de borst. Dit is een klein, met vocht gevuld blaasje.
Een echografie is een onderzoek met geluidsgolven. Deze golven hoor je niet. De weerkaatsing (echo) van de golven maakt organen en weefsels zichtbaar op een beeldscherm. Zo kan de arts de organen in het lichaam beoordelen en een mogelijke tumor en/of uitzaaiingen zien.