Sommige antibiotica werken beter als u ze op een lege maag inneemt. Op het etiket staat dan: 1 uur voor of 2 uur na het eten innemen. Sommige antibiotica kunt u het beste innemen met wat voedsel. Dan heeft u minder kans op klachten van de maag of de darmen.
Sommige antibiotica werken namelijk beter als je ze inneemt op lege maag. Bij andere antibiotica maakt het niet uit of je ze voor, tijdens of na het eten inneemt. In dat geval staat hierover niets op het etiket.
Capsule of drank: u kunt de capsule of de drank het beste op een lege maag innemen. Dat is 1 uur voor of 2 uur na de maaltijd. Voedsel vermindert namelijk de opname van dit medicijn. Verdeel de doses zo goed mogelijk over de dag, voor een constant effect.
Sommige antibiotica moeten worden ingenomen op een lege maag en op het etiket zal dan ook staan voor de maaltijd innemen. In principe wordt hiermee een half uur voor het eten bedoeld. Let op: Sommige antibiotica kunnen een gevaarlijke wisselwerking hebben met andere geneesmiddelen.
Het is verstandig om geen alcohol te drinken tijdens een antibioticakuur, ongeacht welke antibiotica je gebruikt. Alcohol droogt uit en veroorzaakt soms onrustige slaap, twee dingen die je lichaam niet kan gebruiken bij het bestrijden van een infectie.
Het is al langer bekend dat antibioticagebruik de darmflora kan veranderen. Spaanse onderzoekers hebben nu aanwijzingen gevonden dat langdurig gebruik van antibiotica kan leiden tot gewichtstoename door deze veranderde darmflora.
Capsules, tabletten en drank beginnen na 1 tot 2 uur te werken; de injectie en het infuus werken meteen. Eén dosis werkt 6 tot 12 uur. Na een paar dagen merkt u dat de klachten van de infectie minder worden. Soms is het mogelijk om een kuur van 1 dag te gebruiken.
Wanneer bacteriën resistent worden tegen antibiotica, dan moeten sterkere antibiotica worden ingezet om infecties te genezen. Chinese onderzoekers melden dat ze bacteriën hebben gevonden die ook resistent zijn tegen de sterkste antibiotica die er vandaag bestaan, namelijk polymyxinen (1, 2).
Als een patiënt zich tijdens een behandeling met een antibioticum moe voelt, ligt het voor de hand deze vermoeidheid toe te schrijven aan de ziekte waarvoor het antibioticum werd voorgeschreven. Toch menen patiënten nogal eens dat de vermoeidheid een rechtstreeks gevolg is van het gebruik van het antibioticum.
Als je symptomen wilt laten verdwijnen, zijn drie dagen voldoende. Als je alle bacteriën wilt doden, zijn die twee extra dagen nuttig. De kans op het terugkomen van de klachten op langere termijn (4-6 weken) is iets groter bij de korte kuur; de kans op bijwerkingen is weer iets groter bij de lange kuur.
Haaruitval door antibiotica gebruik, is vaak kort van duur. Nadat de kuur is afgemaakt en u gestopt bent met het gebruik, zal de haargroei zich herstellen. Haaruitval door antibiotica laat meestal dus geen blijvende schade achter. Uw haardos herstelt zich na verloop van tijd vaak weer.
Het antibioticum doodt een groot deel van de bacteriën of remt ze in hun groei, tot het lichaam weer voldoende weerstand heeft om zelf de resterende bacteriën uit te schakelen. Je arts kan beoordelen of bacteriën de oorzaak zijn van de infectie en of er een antibioticumkuur nodig is.
Veel antibiotica vallen ook de goede bacteriën in het lichaam aan, vooral breedspectrum antibiotica. Daarom worden de bacteriën in het maag-darmkanaal soms verhinderd in hun functie. Klachten zoals misselijkheid, diarree of krampen treden dan soms op als bijwerkingen van een antibiotica(kuur).
Antibiotica kunnen bijwerkingen geven, zoals misselijkheid en rode huiduitslag. Slik antibiotica zoals op het recept staat. Bel uw huisarts als u toch zieker wordt of meer dan 3 dagen koorts houdt. Als antibiotica te vaak worden gebruikt, kan een bacterie ongevoelig worden voor de antibiotica.
Antibiotica werken alleen tegen bacteriële infecties, niet bij virale infecties. ' Bij verkoudheid of griep krijg je daarom geen antibiotica voorgeschreven. Ook bij infecties door schimmels en parasieten zijn antibiotica niet effectief. Denk aan eczeem of worminfecties.
Hoe lang antibiotica nog nawerken, verschilt per antibioticum. Het kan soms tot vijf dagen na de laatste pil in je lichaam blijven. Ondanks dat de klachten snel zullen verdwijnen, zal je de antibiotica gedurende een paar dagen moeten gebruiken. Een antibioticakuur wordt zelden voor minder dan vijf dagen voorgeschreven.
Oraal: volgens de fabrikant: 250–500 mg elke 8 uur óf 750–1000 mg elke 12 uur. Bij ernstige infecties 750–1000 mg elke 8 uur.
Een darminfectie duurt enkele dagen tot enkele maanden. Soms gaat een infectie vanzelf over, maar in andere gevallen is een behandeling nodig, bijvoorbeeld met antibiotica. Een darminfectie kan ook enkele maanden aanhouden, zelfs zonder dat u het doorheeft.
Amoxicilline doodt bacteriën (antibioticum). Door clavulaanzuur gaat amoxicilline beter werken. Bij infecties van longen, luchtpijp, keel, bijholtes, middenoor, blaas en nieren. En bij diepe huidinfecties (bijvoorbeeld door bijtwonden), wondroos, eikelontsteking en infecties van botten en gewrichten.
Een nadeel van antibiotica is dat ze ook werken tegen bacteriën die we juist nodig hebben. Bijvoorbeeld bacteriën in onze darmen die helpen met het verteren van ons eten. Wanneer antibiotica ook deze 'goede' bacteriën bestrijden, krijgen 'slechte' bacteriën soms de kans om te groeien.
Nitrofurantoïne is een antibioticum voor urineweginfectie en blaasontsteking. Het doodt bacteriën en vermindert klachten. Er is geen wisselwerking bekend van nitrofurantoïne en paracetamol. Je kunt paracetamol zonder problemen gebruiken als je nitrofurantoïne gebruikt.
Een behandeling met antibiotica kan de darmflora verstoren en daardoor kunnen bacteriën als Clostridium difficile de darm koloniseren. Hierdoor kan diarree ontstaan. De klachten kunnen uiteenlopen van asymptomatische kolonisatie tot diarree, colitis, toxisch megacolon en zelfs de dood.
Gebruik je een antibioticum dan doodt dit ook goede bacteriën in het lichaam. Met name bacteriën die in de darmen leven en daar nuttig werk doen. Hierdoor kan een normale darmwerking worden aangetast en ontstaat bijvoorbeeld diarree. Je immuunsysteem, dat direct in verbinding staat met je darmen, krijgt ook een klap.
Breed inzetbare antibiotica helpen nuttige bacteriën net zo hard om zeep als schadelijke. Wat de reden is dat je weerstand vaak tijdelijk verminderd is na een antibioticakuur. Dit alles hoeft geen probleem te zijn, als de nuttige bacteriën zich na een tijdje gewoon weer herstellen.
Moet je antibiotica slikken, kies dan bij voorkeur voor een B-complex met actieve B-vitamines zoals actief vitamine B2 (als riboflavine-5-fosfaat), vitamine B6 (als pyridoxal-'5-fosfaat), vitamine B12 (als methylcobalamine) en actief foliumzuur (folaat, 5-methyl-tetrahydrofolaat).