U ontvangt ouderdomspensioen van één of meerdere pensioenfondsen en waarschijnlijk ook een AOW-pensioen van de overheid. Al deze instanties houden belasting in op het bedrag dat zij aan u betalen. In het Nederlandse belastingstelsel betaalt u meer belasting naarmate uw inkomen hoger is.
Over je salaris tot € 75.518,- betaal je 36,97% belasting.Over het meerdere betaal je 49,5% belasting. Voor de eerste € 38.098,- geldt dus na pensionering een lager belastingtarief. Als je een inkomen hebt van € 38.098,- of meer, dan betaal je dus na je pensionering € 6.819,- minder belasting per jaar!
Heffingskorting. Bij de berekening van je pensioen wordt rekening gehouden met de loonheffingskorting. Het kan ook zijn dat meerdere uitvoerders rekening houden met die loonheffingskorting. Ook daardoor wordt er te weinig belasting ingehouden en moet je bijbetalen.
De inkomstenbelasting voor gepensioneerden kent 3 schijven. Vanaf 2024 worden de bedragen waarop de 2e en 3e belastingschijf beginnen minder geïndexeerd: met 3,41% in plaats van 9,49%. Hierdoor gaan gepensioneerden met een inkomen boven ongeveer € 40.000 er minder op vooruit.
Is het pensioen hoger dan de AOW?Dan is het raadzaam dat u de korting laat toepassen op uw pensioen in plaats van op de AOW. Dit geldt ook als u nog (deels) werkt en uw pensioen hoger is dan uw salaris.
Belasting over bijverdienste naast AOW
Naast je AOW mag je onbeperkt bijverdienen. Maar let op: alle extra inkomsten worden belast. In 2024 ligt de belastingvrije voet voor gepensioneerden rond de €35.000. Verdien je meer, dan betaal je meer belasting.
Het tarief tot een inkomen van 68.507 euro is 37,35 procent.Voor het deel van het inkomen boven de 68.507 euro is het tarief 49,50 procent. Bekijk rekenvoorbeelden op de website van de Rijksoverheid. Meer lezen over de veranderingen in 2020?
Via de heffingskortingen krijgt u een korting op de verschuldigde belasting. Ontvangt u AOW, dan komt u in aanmerking voor de ouderenkorting in de heffingskorting. In 2022 is dit € 1.726,- voor AOW-ers met een verzamelinkomen tot € 38.464,-.
Indexatie van 13,58% De bruto pensioenuitkering van gepensioneerden is per 1 januari 2023 verhoogd met 13,58%. Voor gepensioneerden betekent dit dat zij maandelijks structureel een hogere bruto pensioenuitkering ontvangen.
U hoeft uw saldo niet op te geven aan de Belastingdienst
Bij een gewone spaarrekening betaalt u boven een bepaald bedrag elk jaar inkomstenbelasting in box 3: sparen en beleggen. Dat heet vermogensrendementsheffing. Over uw inleg in Extra Pensioen Opbouw betaalt u die belasting niet.
De premie waarmee je spaart voor je pensioen, wordt elke maand van je brutoloon ingehouden. Over deze premie betaal je nog geen belasting. Pas als je met pensioen gaat, wordt er belasting ingehouden op je pensioenuitkering. Hieronder lees je de belangrijkste informatie over belasting en pensioen die gold in 2023.
Het tarief voor box 1 is een oplopend tarief met 2 schijven. Wanneer u de AOW-leeftijd bereikt, geldt een aangepast tarief. In 2024 is het gecombineerd tarief in de 1e schijf 36,97% (was 36,03% in 2023). Het tarief in de 2e schijf van de loon- en inkomstenbelasting is in 2024 49,50%, dat is hetzelfde als in 2023.
Bent u alleenstaand?Dan krijgt u 70% van het minimumloon.Woont u samen of bent u getrouwd?Dan krijgt u 50% van het minimumloon.
Geen premies verschuldigd
Je bent geen premies werknemersverzekeringen verschuldigd voor loon dat genoten wordt vanaf de eerste dag van de kalendermaand waarin de werknemer de AOW-leeftijd bereikt. Je betaalt ook geen premie voor de ZW.
In het progressieve Nederlandse belastingstelsel word je zwaarder belast naarmate het inkomen hoger is. De AOW is vaak zo laag dat er niet veel loonbelasting ingehouden wordt. De gepensioneerde betaalt daardoor te weinig belasting als hij ook nog andere inkomsten heeft.
Dit komt doordat er een gedeelte van het loon is vrijgesteld van belasting, door de heffingskorting. Wanneer de heffingskorting hoger uit komt dan de te betalen loonheffing, dan zal er geen loonheffing worden ingehouden op het salaris.
De algemene heffingskorting is een korting op uw inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen. U betaalt hierdoor minder belasting en premies. Iedereen heeft recht op de algemene heffingskorting.
Rekening houdend met de AOW, aanvullend pensioen, inkomen uit vermogen en overig aanvullend inkomen komt het gemiddeld netto pensioen in 2021/2022 uit op €2200,- – €2500,- per maand. Voor alleenstaanden ligt dit bedrag iets lager; gemiddeld tussen de €1400,- en €1700,-.
Een richtlijn die vaak wordt gebruikt voor 'genoeg pensioen' is 70% van het laatstverdiende bruto-inkomen. Dit betekent dat je 70% van het (bruto) inkomen dat je ontvangt als je met pensioen gaat nodig hebt voor je pensioen. Het is heel makkelijk te checken hoe je er zelf voor staat.
6,44% van de werknemers en zelfstandigen (gemengde loopbanen) hebben een pensioen van meer dan € 1.500 netto. Geen enkele zelfstandige (zuivere loopbaan) heeft een netto pensioen van €1.500. Dit is normaal omdat het maximale pensioen voor een zelfstandige niet hoger is dan € 1.470 bruto per maand!
Geen loonheffingskorting toepassen
Een andere mogelijkheid is om bij geen van uw werkgevers de loonheffingskorting aan te vragen. U krijgt dan een lager netto loon per maand. U krijgt na de belastingaangifte geld terug of u hoeft minder bij te betalen.
U krijgt de ouderenkorting als u uiterlijk op 31 december van het kalenderjaar de AOW-leeftijd hebt. Het verzamelinkomen is het totaal van uw inkomsten en aftrekposten in de 3 boxen, zonder uw verrekenbare verliezen over vorige jaren. U krijgt deze kortingen via de AOW-uitkering van de Sociale Verzekeringsbank (SVB).
Elke instantie waarvan u een uitkering ontvangt, houdt belasting in op het bedrag dat zij aan u betaalt. Deze belasting heet loonheffing. Afhankelijk van de hoogte van de uitkering die u via zo'n instantie krijgt, houdt zij meer of minder loonheffing in.