De vorstgrens is een minimale aanlegdiepte van de fundering op staal zodat men er zeker van kan zijn dat de grond onder het gebouw niet zal bevriezen. Als de grond onder een gebouw met fundering op staal bevriest kan het gebouw gaan schuiven.
De vorstrand is een funderingsrib die aan de vloer wordt vastgestort en die tevens zorgt voor de vorstvrije aanleg. Vorstranden voorkomen dus het opvriezen van de achterliggende vloer, d.w.z. van de onder de vloer liggende grond.
Een fundering is noodzakelijk om verzakking te voorkomen: zij brengt het gewicht van het bouwwerk op de grond over en verdeelt het. Vroeger werd een fundering in baksteen uitgevoerd. Tegenwoordig kan je kiezen voor een fundering uit beton. De fundering moet ten allen tijde op vaste grond en minimum 60 cm diep zijn.
De vorstgrens is de gronddiepte tot waar de grond in de winter kan bevriezen. Deze grens bevindt zich op een diepte van zo'n 60 centimeter.
Als er geen kelder is, moet de funderingsplaat minimaal 80 cm onder het maaiveld (vorstvrije aanleg) liggen. Onder de funderingsplaat kunnen, in bepaalde gevallen, isolatieplaten worden gelegd, bijvoorbeeld van foamglas.
Door de inwerking van vorst in winter situatie kunnen onregelmatige zettingen optreden. We moeten daarom altijd beneden de vorstgrens funderen (= minimaal 600 mm onder maaiveld). Bij vorst komt het gehele gebouw met de grond iets omhoog doordat het grondwater bij bevriezing uitzet.
Om te beginnen moet de grond worden weggegraven (uitkisten) zodat er voldoende ruimte ontstaat om zand, isolatie en funderingsplaat aan te brengen. De vorstgrens ligt op ongeveer 600 tot 700mm diepte. Het is belangrijk dat het diepste punt van de vorstrand fundering onder deze 700mm diepte ligt.
Hoe diep de vorst in de bodem dringt, hangt uiteraard van de temperatuur af, maar ook en vooral van de hoeveelheid water in de bodem. Hoe natter de grond, hoe dieper deze bevriest. Vandaar dat in zuidelijk Flevoland gedurende de vorstperiode in januari de laag bevroren grond varieerde van 12 tot 20 centimeter.
De vorstgrens is minimaal 600 mm beneden het maaiveld, maar vaak wordt 800 mm aangehouden. NEN-EN 1997-1 Art.
Die vorstgrens ligt op ongeveer 600 tot 700 mm diepte vanaf het grondoppervlak. Belangrijk is dus dat het diepste punt van de vorstrand op meer dan 700 mm diepte ligt. Voordat dit kan gebeuren moet er eerst grond afgegraven worden om vervolgens zand, isolatie en een funderingsplaat aan te brengen.
Een fundering van tegels of stenen (straatwerk)
Het is ook de meest toegepaste fundering voor een tuinhuis e.d. Hiervoor dient u een zandbed van geel zand (ophoogzand) aan te leggen. Graaf ca. 25-30 cm uit, vul dit met zand en tril het goed aan.
Door de verlengbare schroeven, is het mogelijk om voor zwaardere toepassingen de schroeffundering in ieder bodemtype altijd tot de vaste grond te kunnen indraaien. De schroeffunderingen kunnen gemonteerd worden tot 25 meter diep als er sprake is van slechte veengrond.
Een fundering moet dragen tot onder de vorstgrens anders kan de fundering door opvriezing van grond omhoog komen. Een fundering wordt daarom in Nederland vaak rondom voorzien van een zogenaamde vorstrand. Deze is zo'n 30 cm breed en zo'n 60 a 80 cm diep (dus tot net onder de vorstgrens).
Om verzakking na een vorstperiode te voorkomen moet de fundering minimaal 60 tot 80 cm diep zijn. Een fundering op staal komt op de zandlaag die maximaal drie meter onder het grondoppervlak ligt. Als de zandlaag dieper dan drie meter ligt, heb je een fundering op palen nodig.
Bij een vorstrand wordt de vloerplaat als het ware omgebogen tot ongeveer 600 mm onder het maaiveld om gevaar voor opvriezen te voorkomen. Vaak wordt ook een verdiepte randbalk toegepast. Een funderingsplaat met vorstrand wordt veel toegepast bij eenvoudige funderingen onder schuurtjes, serres en dergelijke.
De aanlegdiepte is de afstand van onderkant van de fundering tot aan het maaiveld.
Ligt de zandlaag dieper dan 3 meter? Dan moet je een fundering op palen plaatsen. Het voordeel van deze fundering is dat de palen veel dieper de grond in kunnen en dus diepere zandlagen kunnen bereiken. Hierdoor wordt de fundering altijd beschouwd als steviger dan de fundering op staal.
De vorstgrens zit op 60 tot 65 cm. Dieper komt de vorst niet in Nederland.
Wil je de waterleiding tegen vorst beschermen dan dien je de geul minimaal 80 cm diep te graven. Een andere mogelijkheid is de waterleiding te ommantelen met een bekisting met isolatiemateriaal. Ook is het mogelijk de leiding van een warmtelint te voorzien.
De officiele vorstgrens die met leidingen wordt aangehouden is 60 cm. diep, maar in de praktijk is dat 40 cm, maar opnieuw afhankelijk van de situatie. Bij meer isoleren, zal de leiding niet zo snel bevriezen, of het moet nog harder gaan vriezen.
Zorg dat er altijd voldoende dekking is boven op de vloerverwarming en wapening. De minimale dekking is 3.5 cm. De dikte van de dekvloer van beton met vloerverwarming is minimaal 6-7 cm.
De richtlijn voor het juiste aantal is 6 afstandhouders per 1000mm wapeningskorf. Onder de wapeningskorven komen betonnen stelblokjes, de richtlijn voor het juiste aantal stelblokjes is 3 blokjes per 1000mm korf.
De fundering voor een houten blokhut, berging of garage maak je van beton of tegels. Afhankelijk van de ondergrond dient de grond circa 20 tot cm te worden afgegraven. Vervolgens ophoogzand opbrengen, waarna het geheel goed moet worden aangetrild (zodat het niet kan nazakken).