Waarom vechten katten? Territorium: Katten zijn territoriale dieren en ze vechten vaak om te verdedigen wat volgens hen hun territorium is. Dit komt het meest voor bij kattengevechten die buitenshuis plaatsvinden, waarbij je kat denkt dat een andere kat zijn terrein heeft betreden.
Wat kun je doen als je katten net flink gevochten hebben? Ze eerst allebei - apart van elkaar - tot rust laten komen. Dit houdt in dat je misschien een kat even op moet sluiten, maar zorg dat ze elkaar even niet meer zien. Zijn ze allebei weer rustig, zorg dan dat ze elkaar in een grote ruimte weer voor het eerst zien.
Katten kennen geen overgavegedrag en de vechtpartij kan daarom lang duren en uitmonden in gewonde dieren. Wonden kunnen gaan infecteren en tijdens het vechten kunnen er ook nog eens besmettelijke ziektes worden overgedragen. Probeer vechtende katten daarom altijd uit elkaar te halen.
Hoe herken je conflicten tussen katten? Kleine gevechten tussen katten zijn heel normaal en geen reden tot ongerustheid: katten in een stabiele relatie kunnen heftig lijken te vechten en kort daarna weer eensgezind met elkaar knuffelen. Dergelijke kleine plagerijen dienen om de rangorde in de kattengroep te bevestigen.
Ze kunnen elkaar in één hap doodbijten. ' Conflicten tussen katten gaan meestal over voortplanting of territorium.
Overgave. Katten kennen geen overgave-gedrag. Ze vechten net zo lang door totdat er een het onderspit delft (soms zelfs tot de dood, bij ongecastreerde katers) of dat er een kat kan vluchten.
Als katten elkaar niet mogen, dan kun je het volgende zien: Ze hebben totaal geen contact met elkaar. Niet samen slapen, wassen of spelen. Ze vermijden elkaar actief door weg te lopen als ze de ander zien.
Het vaakst komt agressie voort uit territoriumdrang. Katten zijn hele territoriale dieren en zullen hun gebied, hun territorium, verdedigen tegen indringers. Dit kunnen buurtkatten zijn die in de achtertuin komen, maar ook katten die met elkaar in een huis wonen en die geen sociale eenheid vormen, geen vrienden zijn.
Vaak herkennen we agressie tussen katten niet. De meest voorkomende vorm van agressie naar andere katten is namelijk het 'wegkijken' van de andere kat. Waarschijnlijk komt dit staren tussen katten u heel bekend voor. Het is iets dat we vaak zien en het ziet er onschuldig uit.
Het is gewoon een manier van spelen en plezier maken
In dat opzicht is er niets om je zorgen over te maken als je ziet dat jouw jonge kat in de nek van een andere kat bijt.
Zorg ervoor dat de katten bekend worden met elkaars geur. Wrijf een doekje over de wang van de ene kat en laat dit aan de andere kat ruiken. Herhaal dit een paar keer, zodat de katten elkaars geur leren kennen. Je kan ook een voorwerp ruilen, zodat de katten daaraan kunnen snuffelen.
De oorzaak van de agressie naar mensen kan heel divers zijn. Het kan zijn dat een kat niet geleerd heeft hoe hij moet spelen met mensen en vanuit spel agressie vertoont.Maar het komt ook vaak voor dat een kat vanuit angst de eigenaar aanvalt. Meestal komt de agressie van de kat heel onverwachts voor de eigenaar.
De feromonen hebben een rustgevende werking op katten. Dit kan net het zetje zijn dat je kat nodig heeft om weer haar rust te vinden, als ze dan nu even niet bij jou op schoot kan liggen.
Een gestreste kat wil zich verstoppen. U kunt hem daarbij helpen door een doek over de mand heen te leggen. Liefst zijn eigen dekentje, dan heeft hij zijn eigen geur om zich heen.
Er zijn tot op heden geen aanwijzingen dat katten complexe emoties zoals jaloezie, schuldgevoel of schaamte kunnen ervaren. Voor dit type emoties is namelijk zelfbewustzijn en inlevingsvermogen nodig.
Bij dieren geldt eigenlijk hetzelfde als bij mensen. Verliefdheid komt door het stofje oxytocine. Oxytocine is een hormoon dat ervoor zorgt dat een band versterkt wordt. In het dierenrijk is dit stofje ook aanwezig, ook bij je hond of kat.
In mijn praktijk kom ik heel vaak voorbeelden van wat volgens eigenaren dominant gedrag is. Bijvoorbeeld: miauwen; de staart omhoog steken; een kitten dat op zijn broertje of zusje springt, of op een oudere kat; graag boven in de krabpaal zitten; het eten van zijn broertje inpikken; krabben of bijten van de eigenaar.
Voer de katten en speel met ze, zodat ze elkaar met iets positiefs associëren. Als de katten rustig reageren, mogen ze bij elkaar komen. In het begin mogen katten alleen onder toezicht met elkaar omgaan. Laat katten geen kattenbak, slaapplaats, voedsel- en waterbak delen om conflicten en concurrentie te vermijden.
Je kitten laten stoeien met je handen is een leuk spelletje. Vooral omdat ze nog zo klein is en haar nagels en tanden je nauwelijks pijn doen. Maar onbewust leer je je kitten gedrag aan dat jullie later beiden als onprettig kunnen gaan ervaren.
Vaak is een kleine verbale correctie met een lichte stemverheffing of toonverlaging al voldoende om je kat te corrigeren. Ze reageert dan misschien met een lichte stressreactie; ze likt haar bovenlip en knijpt haar ogen even dicht. Corrigeer je kat altijd meteen bij het ongewenste gedrag.
Sommige katten laten wel degelijk gedragsveranderingen zien als een huisgenoot weg is. Ze kunnen overmatig gaan miauwen, meer aandacht vragen of zelfs tijdelijk onzindelijk worden. Het heeft er alles mee te maken dat haar routine verstoord is en mogelijk mist je kat haar maatje ook wel echt.
Een kat kan dus van gezelschap houden en je achterna lopen omdat hij graag bij je in de buurt is. Een kat die je overal volgt, tot in de wc toe, kan echter ook verveeld zijn. Zeker voor katten die binnen worden gehouden, ben je als eigenaar een leuke bron van afleiding.
De verklaring van het kattengedrag is volgens kattengedragstherapeut Adriënne van 't Wout ontzettend simpel. "Een kat is een opportunist. Die gaat daar heen waar hij zich fijn voelt of waar iets te halen valt. Als buren een kat binnenlaten of hem iets te eten geven, ziet hij dat als beloning en komt hij terug.
Als je het kattenluikje open laat staan, is de kans groot dat je kat 's nachts de buurt onveilig gaat maken. Overdag blijven ze dan misschien braaf binnen, maar 's nachts leggen huiskatten vele kilometers af. Dat blijkt uit onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen.