Tweetekenklanken zijn ui, ei, ij, oe, eu, au, ou en ie. Je schrijft het woord zoals je het hoort. Na een tweetekenklank schrijf je geen dubbele medeklinker! Let op de ie.
In woorden hoor je bij klinkers een korte of een lange klank. Als je een korte klinker aan het einde van een lettergreep hoort, dan verdubbel je de medeklinkers die achter die letter staan. Met een korte klinker bedoelen we de a, e, i, o of u. Let op: er zijn uitzonderingen zoals perziken, haviken en zaniken.
Regel 1 - Lange klinkers /aa/, /ee/, /oo/ en /uu/
Lange klanken zijn de klinkers die we in een woord uitspreken als aa, ee, oo of uu. We komen ze in geschreven vorm ook tegen als a, e, o en u. Als we ze uitspreken als aa, ee, oo en uu, dan noemen we het lange klanken.
1. de lettertekens a, e, i, o, u en in de meeste gevallen y of combinaties daarvan, bijvoorbeeld aa, oe (maar niet de tweeklanken zoals au en ui); 2. de klanken die door deze letters worden voorgesteld.
De dubbele klinkers zijn aa, ee, ie, oo en uu. Deze dubbele klinkers vinden we terug in woorden als 'baat', 'beet', 'biet', 'boot' en 'buut. Kinderen leren deze klinkers als één letter, ook al zijn het er twee. Het woord 'boom' wordt vaak gebruikt om klanken te ontbinden.
Een klinker is lang in baan, been, biet, boon, buur, boek, beul. Tweeklanken zijn de klanken die gespeld worden met de lettertekens au en ou (saus, kous), ei en ij (leiden, lijden), en ui (tuin).
Een klankgroep is een stukje van een gesproken woord. Hij ontstaat als je het woord uitspreekt in delen. Het begrijpen van klankgroepen is belangrijk voor spelling. Veel Nederlandse spellingsregels zijn op de klankgroepen gebaseerd.
ANDERE klanken = au, ou, ei, ij, ie, eu, ui, r, s, l, p, .......
Het Standaardnederlands kent ongeveer 40 verschillende fonemen. De Nederlandse klankinventaris is daarmee middelgroot en bestaat uit medeklinkers, affricaten, halfklinkers, klinkers en tweeklanken.
Als je aan het eind van een lettergreep een lange klank hoort: aa, ee, oo of uu, dan gebruik ik daar maar één letter voor. Je schrijft a, e, o of u.
Je leert dat je één teken moet schrijven als je een lange klank (aa,ee,oo,uu) aan het einde van een klankgroep hoort (zoals bij jager) èn dat je twee dezelfde medeklinkers schrijft als je aan het einde van de klankgroep een korte klank (a,e,o,i,u) hoort (zoals bij bakker).
Ook de IJ wordt gezien als klinker. Heel vroeger was de IJ namelijk een dubbele i. Als je het lastig vindt om klinkers en medeklinkers uit elkaar te houden, dan kun je ook kijken naar de lengte van de woorden.
Een dubbelklank of tweetekenklank is een samentrekking van twee klinkers die zo een nieuwe klank vormen.
Met sjwa (of schwa) wordt de uitspraak van de zogenaamde stomme e of doffe e (bijvoorbeeld in het woord 'vader') aangeduid. De sjwa is een klinker. Bij het uitspreken van de sjwa zijn de spieren in de mond in rust. De sjwa staat in de klinkervierhoek dan ook in het midden.
Een lettergreep is een klankgroep. Elk woord bestaat uit één of meerdere lettergrepen. Een lettergreep heeft altijd een klinker (a, e, i, o, u, ij) of een tweeklank (bijvoorbeeld oe, au, ooi). Vaak heeft een lettergreep ook medeklinkers, maar dit hoeft niet altijd zo te zijn.
1. de lettertekens b, c, d, f, g, h, j, k, l, m, n, p, q, r, s, t, v, w, x, z en enkele combinaties daarvan, bijvoorbeeld ch, ng, sj en th. In een woord als yoghurt is de y ook een medeklinker.
Woorden zonder klinkers
Er zijn in de Nederlandse schrijftaal woorden die geen enkele klinker bevatten, voornamelijk afkortingen, verkortingen en tussenwerpsels. Bekende voorbeelden zijn: 'k, 'm, 'n, 'r, 's, 't. bh, d'r, hm, ks, m'n, MS, pc, pf, tv, wc, z'n.
Klinkers of vocalen zijn klanken waarbij de lucht ongehinderd door de mond naar buiten komt, dus zonder op de voorgrond tredende ruis-, knal- of plopgeluiden. De letters a, e, i, o, u en de digraaf ij worden eveneens klinkers genoemd, maar de klank van die letters hangt af van de letters die eromheen staan.
De É (onderkast é) is een in het Latijnse alfabet voorkomende letter. De letter wordt gevormd door het karakter E met een daarboven geplaatste accent aigu.
HOOFDREGEL: Schrijf een medeklinker met een dubbel teken na een korte klinker als er op die medeklinker nog een klinker volgt. Het gaat om de medeklinkertekens b, c (als /k/ uitgesproken), d, f, g, k, l, m, n, p, r, s, t, v en z na de korte klinkers /a/, /e/, /i/, /o/ en /u/.
Als je een lange klank aan het eind van de lettergreep hoort, schrijf je één klinker. Een lange klank noem je ook wel een open lettergreep.