Waarom geen water? Baby's hebben, tot ze 6 maanden zijn, naast borstvoeding geen ander drinken nodig. Geef je je kind wel water, dan is de kans groot dat het daardoor minder moedermelk drinkt. Jouw melk zit vol met voedingsstoffen die je baby nodig heeft.
In de eerste 6 maanden krijgt je baby genoeg vocht uit de melkvoeding. Hij heeft geen extra water nodig. Vanaf 6 maanden stap je langzaam over van borstvoeding of flesvoeding naar vast voedsel. Dan kun je ook andere drankjes aanbieden, zoals water of lauwe (vruchten)thee zonder suiker.
Krijgt je kleintje ook vaste voeding, hou dan goed in de gaten dat je schat deze aanbevolen hoeveelheden water of melk binnen krijgt: 130 – 150 ml / kg / dag tot 4 maanden. 120 – 130 ml / kg / dag tussen 4 en 8 maanden. 100 – 110 ml / kg / dag tussen 8 en 12 maanden.
Gebruik alleen koud water rechtstreeks uit de kraan, want lauw of warm water afkomstig uit geisers of boilers kan metalen bevatten. Onderhoud de kraan en de onmiddellijke omgeving ervan zeer goed. Het water moet niet gekookt worden en er mogen geen ontsmettende middelen aan toegevoegd worden.
Mocht het toch nodig zijn om alvast een flesje klaar te maken, zorg er dan voor dat je gekookt water gebruikt. Bacteriën kunnen zich minder goed ontwikkelen in voeding die is klaargemaakt met gekookt water.
Gebruik schoon water
Je kunt voor flesvoeding meestal koud kraanwater gebruiken. Het leidingwater in Nederland is in de meeste gevallen namelijk zuiver genoeg voor flesvoeding. Bovendien is het gebruik van kraanwater vaak ook beter voor je baby, minder duur en beter voor het milieu dan water uit flessen.
Je baby kan iets vroeger dorst krijgen en wat meer of vaker willen drinken. Geef dus gerust een extra flesje. Het kan ook dat je baby vaker kleine flesjes wil drinken. Net zoals je zelf op een warme dag graag een extra slokje van je waterfles neemt, heeft ook je baby nu andere drinkbehoeften.
Over het algemeen wordt 150 ml/cc per dag per kg lichaamsgewicht als richtlijn gehanteerd1. Weegt je baby bijvoorbeeld 5,5 kg, dan drinkt je kleintje 5,5 x 150 ml = 825 ml op een dag. 825 ml / 5 = 165 ml per voeding. Dit is een richtlijn.
Overproductie of overvoeden? Soms kan het gebeuren, dat een baby in een vicieuze cirkel terecht komt en meer melk binnenkrijgt dan hij nodig heeft. Meestal ontstaat deze situatie doordat vraag en aanbod niet op elkaar afgestemd zijn geraakt. Baby's willen vaak drinken.
De maag van een jonge baby is erg klein. Als je je kind water geeft, zit zijn maag al deels vol, waardoor hij minder eetlust kan krijgen. Het gevolg is dat je baby minder melk drinkt, waardoor hij minder voedingsstoffen binnenkrijgt, terwijl hij die voedingsstoffen wel hard nodig heeft.
Tekenen van uitdroging zijn: sufheid en lusteloosheid. een halve dag niet geplast (geen natte luier) een droge mond.
Tot zes maanden is het bijvoeden van je baby niet nodig, omdat de baby genoeg voedingsstoffen uit moedermelk haalt. Daarnaast is het spijsverteringsstelsel pas vanaf zes maanden klaar om vaste voeding te verteren. Ervoor kan het tot problemen leiden.
Je baby drinkt per dag nog minimaal 500 ml melkvoeding. Naast de vaste voeding, die ook vocht bevat, heeft je baby nood aan extra vocht. Als extra vocht krijgt plat, mineraalarm water de absolute voorkeur.
Kruidenthee (zonder venkel en anijs) of rooibosthee is de beste en meest veilige keuze voor je baby. Kinderen mogen mee theedrinken.
Doorslapen kan al vanaf 6 weken
“Een baby kan volgens het boekje pas doorslapen vanaf de leeftijd van zes weken. Dat is het moment waarop het circadiaans ritme wordt 'geïnstalleerd' en de slaap totaal verandert. Dit nieuwe ritme zorgt ervoor dat je baby langer achtereen kan slapen.
Pasgeboren baby's tot en met 4 weken mogen 3 tot 4 uur slapen zonder voeding. Tussen de 4 en 12 weken kun je jouw baby gerust door laten slapen als hij of zij geen signalen afgeeft of vanzelf wakker wordt. Tussen de 12 en 24 weken heeft een kindje 5 tot 7 uur rust nodig na elke voedingsbeurt.
Signalen van oververmoeidheid bij baby:
Vreemd genoeg zijn oververmoeide baby's vaak overactief: ze maaien met armpjes en beentjes en ze lijken om steeds meer aandacht en prikkels te vragen: als je met ze rondloopt kijken ze geïnteresseerd rond en stopt het huilen.
Een baby 'wappert' met de armpjes en schopt met de beentjes als hij enthousiast of boos is. Na een tijdje krijgt hij door dat hij zijn armen en benen kan sturen en leert daardoor zijn bewegingen bewust in te zetten.
Wees niet verbaasd als je baby niet ongestoord slaapt 's nachts, en allerlei bewegingen maakt met de armen en benen. Geen zorgen. Deze schokkerige bewegingen maken deel uit van de normale ontwikkeling van je baby.
Normaal wordt melkvoeding op lichaamstemperatuur (ongeveer 37 °C) gegeven. Je mag ze ook op kamertemperatuur (ongeveer 20 °C) geven. Geef het flesje sowieso niet te koud, maar laat ze ook niet koken. Het is aangeraden water maximaal 2 à 3 dagen in de koelkast (voorkeur HGR) te bewaren.
Meng de melkpoeder goed met het water door te roeren of de fles te zwenken (rustig wenden, keren). Dus niet schudden. Door het schudden komen er luchtbelletjes in de voeding en kan je baby krampjes krijgen.
Gebruik geen warm water direct uit de kraan voor babyvoeding
Apparaten, zoals een geiser of boiler, kunnen de kwaliteit van het warme drinkwater beïnvloeden. Gebruik voor het warm maken van de voeding een flessenwarmer, voeg er kokend water aan toe of warm de voeding op in een pannetje heet water.