Van belang is wel dat de pindakaas die aan baby's wordt gegeven zo min mogelijk toegevoegde suikers en zouten moet bevatten. Veel baby's vinden pindakaas de eerste keer niet zo lekker vanwege de plakkerige structuur. De meeste baby's zijn pas gewend aan een smaak na 8 tot 10 keer proeven.
Vanaf 4 maanden kun je beginnen met de eerste oefenhapjes groente en fruit. Zodra je kind hieraan gewend is kun je pindakaas of ei aan deze hapjes toevoegen. Het advies is om te beginnen met het geven van pindakaas en ei vóór je kind 8 maanden is.
Belangrijk: wekelijks minimaal 10 gram pindakaas aanbieden, dat is gelijk aan 3 theelepels. De pindakaas door de babyvoeding roeren of op een boterham smeren. Vaker of meer mag ook. Hoe lang dit wekelijks moet is onbekend; het advies is om dit minimaal tot de leeftijd van 1 jaar vol te houden.
Onderzoek heeft echter aangetoond dat door juist vroeg te beginnen met het eten van pinda en ei juist tot 75% van de allergieën kan worden voorkomen. Vanaf 4 maanden mag een baby beginnen met vaste hapjes (groente/ fruit). Het advies is om dan ook te starten met het geven van pinda en ei.
Een kind met pinda-allergie vertoont een allergische reactie als hij een pinda heeft gegeten of op een andere manier met pinda's in aanraking is geweest. Een kind kan allergische reacties gaan vertonen als een piepende ademhaling en huiduitslag.
Van belang is wel dat de pindakaas die aan baby's wordt gegeven zo min mogelijk toegevoegde suikers en zouten moet bevatten. Veel baby's vinden pindakaas de eerste keer niet zo lekker vanwege de plakkerige structuur. De meeste baby's zijn pas gewend aan een smaak na 8 tot 10 keer proeven.
De klachten bij een allergische reactie ontstaan direct na het eten (tussen 1 minuut en 2 uur) en bestaan meestal uit huidreacties (met name galbulten/netelroos of zwelling in het gezicht), acuut braken, rode tranende ogen en loopneus en piepende in- of uitademing.
Bij de start vervangt een half ei 1 portie vlees. Geef je kindje maximum 1 ei per week. Vanaf 12 maanden mag je maximaal 6 eieren per week eten, inclusief eieren verwerkt in bereidingen zoals mayonaise en gebak.
Een baby van 6 maanden mag dingen eten zoals:
Fruit als banaan, mango, perzik, appel, peer, abrikoos, meloen en papaya. Ongezoete pap. Pasta, rijst, brood, en aardappel. Goed gekookte of gebakken vette vis als zalm, of vlees en kip, zolang het goed doorbakken of gekookt is.
Waarom moet je ei en pinda vroeg introduceren? Door vroeg pinda en ei te introduceren, kunnen veel allergieën worden voorkomen. Een voedselallergie kan ontstaan als voedsel via een beschadigde huid, zoals eczeem, in het lichaam komt. De huid is niet de juiste plaats om voor het eerst met voedsel in aanraking te komen.
>> Voor alle zuigelingen is het advies: geef pinda en ei vóór de leeftijd van 8 maanden. Vanaf 4 maanden kun je beginnen met de eerste oefenhapjes groente en fruit. Zodra je kind hieraan gewend is, kun je pindakaas of ei aan deze hapjes toevoegen.
Een pinda-allergie is een vorm van voedselallergie waarbij het afweersysteem reageert op het eten van pinda's. Een pinda-allergie komt steeds vaker voor en begint vaak op jonge leeftijd, maar kan ook op latere leeftijd ontstaan. Een pinda-allergie gaat vaak samen met een notenallergie.
De aanbevolen hoeveelheid is 3 tot 4 flesvoedingen per dag, van 200 ml melk per voeding. Het is een richtlijn. Neem voor persoonlijk advies over de frequentie en hoeveelheid melk contact op met het consultatiebureau. Wanneer je kleintje genoeg heeft gehad, geeft je baby dat zelf aan.
Menigeen was er als kind al dol op: een boterham met pindakaas én banaan. Lekker hartig en zoet tegelijk. Maar er is nóg een heel goede reden om deze combinatie te blijven eten. De vitamine C in de banaan zorgt er namelijk voor dat het plantaardige ijzer in de pindakaas en de granen beter wordt opgenomen.
Lekker en gezond beleg
Kies in eerste instantie voor smeerbaar beleg zoals light zuivelspread, fruitstroop of jam. (Smeer)kaas en smeerleverworst worden in verband met de hoeveelheid zout tegenwoordig helemaal afgeraden. Geef verschillende soorten beleg en kies voor varianten zonder toegevoegd zout en suiker.
Start met enkele lepeltjes groentepap. Gaat het goed, voer de hoeveelheid dan langzaam op tot gemiddeld 150 gram. Tegen de leeftijd van 1 jaar neemt dit toe tot 250 à 300 gram. De ideale verhouding is: 2/3 groenten en 1/3 aardappelen, deegwaren of witte rijst.
Krijgt je kleintje ook vaste voeding, hou dan goed in de gaten dat je schat deze aanbevolen hoeveelheden water of melk binnen krijgt: 130 – 150 ml / kg / dag tot 4 maanden. 120 – 130 ml / kg / dag tussen 4 en 8 maanden. 100 – 110 ml / kg / dag tussen 8 en 12 maanden.
Dit kan koemelk zijn, maar ook karnemelk, yoghurt of sojamelk. Bijvoorbeeld: 150 ml koemelk bij het ontbijt en 150 ml yoghurt als toetje na het avondeten. Je mag yoghurt al geven vanaf de leeftijd van 8 maanden. Dit is dan bedoeld als een toetje na het avondeten, niet om borst- of kunstvoeding te vervangen.
Magere of halfvolle yoghurt. Vanaf 8 maanden kan een beetje als toetje wel, zolang borstvoeding of opvolgmelk maar de grootste melkbron blijft.
Tussen 4 en 6 maanden kun je je baby een stukje brood geven zonder korst. Maar geef je baby pas brood zonder korst als hij gewend is aan oefenhapjes en ook wat grovere hapjes kan eten. Doop de boterham eventueel in moedermelk of flesvoeding om het wat zachter te maken.
Het is heel zoet, maar wel een natuurproduct. Tot 1 jaar mag een kind geen honing. Appelstroop bevat vaak beetwortelsap of suikerbietenstroop, een suikervariant. Er zijn in de supermarkt ook varianten zonder toegevoegde suiker: AH Biologisch appelstroop en Zonnatura Zonnestroop met peer en appel.
Tintelingen in mond, keel, wangen of tong. Lokale netelroos (urticaria) Daarna reacties in veel organen. Vaak met overheersende ernstige benauwdheid aan de luchtwegen/astma.
Bij een pinda-allergie (en anafylactische reactie) kun je verder last krijgen van de volgende verschijnselen: Rood gezicht. Jeuk rond of in de mond, aan de handpalmen of voetzolen. Tranende ogen.
Meestal komen de klachten al seconden of minuten nadat uw kind iets ingenomen heeft waarvoor hij of zij allergisch is (bijvoorbeeld eten of medicijnen). In elk geval binnen 2 uur. Uw kind krijgt dan opeens 1 of meer van deze klachten: moeilijk of piepend ademhalen en/of flink hoesten.