Belangrijkste regel is de melk niet te laten staan na de bereiding want dan is er meer kans op bacteriële groei en dus infecties. Opwarmen is dus geen enkel probleem: het is afhankelijk van wat je baby verkiest!
Normaal wordt melkvoeding op lichaamstemperatuur (ongeveer 37 °C) gegeven. Je mag ze ook op kamertemperatuur (ongeveer 20 °C) geven. Geef het flesje sowieso niet te koud, maar laat ze ook niet koken.
Koude melk kan ook
Ben je op een plek waar je de fles niet kunt opwarmen, geef dan gewoon koude melk. In principe maakt dit niet uit, maar er is een kans dat je baby de fles niet accepteert. Zorg ervoor dat de voeding niet ijskoud is en bewaar een fles nooit langer dan 2 uur buiten de koelkast.
De voeding die je geeft mag niet warmer zijn dan 30 tot 35 graden. Voordat je de voeding aan je baby geeft, controleer je de temperatuur door een druppel melk op de binnenzijde van je pols te laten vallen. Koel de fles eventueel onder koud stromend water tot juiste temperatuur.
De flesvoeding mag niet warmer worden dan 30-35 graden. Let op: Warm nooit restjes voeding opnieuw op! Daar zitten bacteriën in waar je baby ziek van kan worden.
Moedermelk opwarmen voor je baby is niet moeilijk. Wel is het belangrijk dat de melk niet te heet is. En dat het opwarmen veilig gebeurt, zodat schadelijke bacteriën geen kans krijgen. Want baby's hebben minder weerstand.
Baby's zullen vaak koude melk willen drinken, maar als opwarmen gewenst is, of als de melk ontdooid moet worden, plaats dan het fles of zakje melk voor een minuut of twee in een kopje warm water.
Gebruik geen warm water direct uit de kraan voor babyvoeding
Apparaten, zoals een geiser of boiler, kunnen de kwaliteit van het warme drinkwater beïnvloeden. Gebruik voor het warm maken van de voeding een flessenwarmer, voeg er kokend water aan toe of warm de voeding op in een pannetje heet water.
Maak de voeding liefst per fles klaar. Je kunt eventueel 1 of 2 voedingen van tevoren klaarmaken als je ze niet langer dan 8 uur bewaart. Zet ze dan meteen na bereiding in de koelkast bij maximaal 4°C. Bewaar klaargemaakte voeding nooit langer dan een half uur bij kamertemperatuur en gooi restjes altijd weg.
Voorheen werd aangeraden om voor de bereiding van flesvoeding (kraan)water vooraf te koken of bronwater te gebruiken. Dit is niet nodig in Nederland. Water uit de kraan is veilig en vers voor babyvoeding. Let op: je gebruikt koud water, dat je vervolgens opwarmt tot de benodigde temperatuur.
- Het water en het melkpoeder mengen door licht te schudden. Schud niet te hard anders komt er lucht in de fles (schuimvorming). - Verwijder het afdekplaatje en zet de speen op de fles. - Sluit het pak melkpoeder na gebruik goed en zet het droog weg (niet in de koelkast).
Restjes voeding mag je niet opnieuw opwarmen. Dat heeft te maken met de grote kans op bederf door bacteriegroei. Direct weggooien dus.
Een flessenwarmer is handig, maar het is geen must have. Je kan een fles ook op andere manieren opwarmen: In een pan of bak met warm water. Gebruik je geen flessenwarmer?
Te snel drinken kan leiden tot krampjes. Bovendien leert je baby niet meer om goed naar zijn/haar eigen verzadigingssignalen te luisteren en kan je baby wellicht minder goed aanvoelen wanneer hij/zij vol zit. Ook kan het zijn dat de zuigbehoefte na zo'n korte voeding nog niet bevredigd is.
De speen bepaalt voor een groot deel hoe snel je baby de fles leegdrinkt. Ga ervan uit dat je baby ongeveer 20 minuten nodig heeft voor een flesje. Drinkt je kind sneller? Dan is de kans op spugen of darmkrampjes groter.
Lekker snel drinken
Je baby moet ongeveer 15-20 minuten doen over een flesje. Als een kind te snel drinkt kan er ook los johannesbroodpitmeel toegevoegd worden aan het flesje, om de voeding in te dikken. Hierdoor gaat een kind dan langzamer drinken.
Bewaar je de voeding toch langer dan de algemene vuistregel? Dan bestaat er de kans dat bacteriën zich in rap tempo vermenigvuldigen in de voeding waardoor je baby ziek kan worden. Tip: bewaar je flessen meteen na het klaarmaken achterin de koelkast. Daar blijft de melk het beste gekoeld.
Let op dat de temperatuur in de koelkast op 4°C staat. Bewaar de klaargemaakte flesvoeding niet langer dan 8 uur in de koelkast.
Gebruik alleen koud water rechtstreeks uit de kraan, want lauw of warm water afkomstig uit geisers of boilers kan metalen bevatten. Onderhoud de kraan en de onmiddellijke omgeving ervan zeer goed. Het water moet niet gekookt worden en er mogen geen ontsmettende middelen aan toegevoegd worden.
Laag in nitraat: in sommige streken, vooral in de landbouw, kan het water veel nitraat bevatten. Dat is op zich niet schadelijk, maak nitraat kan zich omzetten in nitriet, en een teveel aan nitriet leidt tot onvoldoende zuurstoftransport in het bloed. Voor baby's is maximaal 25 mg nitraat per liter water veilig.
Loden en nieuwe leidingen
In sommige gevallen kun je kraanwater beter niet gebruiken voor het klaarmaken van flesvoeding. Dit is het geval als je loden leidingen hebt. Je baby kan daardoor te veel lood binnenkrijgen.
Ja, kraanwater is betrouwbaar voor jong en oud. Het Nederlandse kraanwater voldoet aan zeer strenge kwaliteitseisen. Bij die eisen zijn kwetsbare groepen zoals bijvoorbeeld baby's en ouderen als uitgangspunt genomen. Kinderen kunnen dus kraanwater drinken en babyvoeding kan ermee bereid worden.
Wat er uit de borst komt waar het kind aan drinkt is natuurlijk gewoon op lichaamstemperatuur. Het is niet zo dat jouw kindje koude melk drinkt uit jouw borst.
Je mag de melk van beide borsten bij elkaar in het zelfde potje gooien, zolang het maar van dezelfde kolfsessie is. Handig! Schrijf eventueel 'BV' of 'moedermelk' op de melkcontainer, zodat het bij de kinderopvang duidelijk is dat het om moedermelk gaat die op een speciale manier opgewarmd moet worden.
Afkolven is een mechanisch iets, dat niet te vergelijken is met een baby die aan de borst drinkt. Een baby drinkt efficiënter en krijgt meestal meer melk uit de borst dan jij kan afkolven. Bovendien zegt de hoeveelheid afgekolfde melk niets over de kwaliteit van de melk.