Laag in nitraat: in sommige streken, vooral in de landbouw, kan het water veel nitraat bevatten. Dat is op zich niet schadelijk, maak nitraat kan zich omzetten in nitriet, en een teveel aan nitriet leidt tot onvoldoende zuurstoftransport in het bloed. Voor baby's is maximaal 25 mg nitraat per liter water veilig.
Ja, kraanwater is betrouwbaar voor jong en oud. Het Nederlandse kraanwater voldoet aan zeer strenge kwaliteitseisen. Bij die eisen zijn kwetsbare groepen zoals bijvoorbeeld baby's en ouderen als uitgangspunt genomen. Kinderen kunnen dus kraanwater drinken en babyvoeding kan ermee bereid worden.
Gebruik alleen koud water rechtstreeks uit de kraan, want lauw of warm water afkomstig uit geisers of boilers kan metalen bevatten. Onderhoud de kraan en de onmiddellijke omgeving ervan zeer goed. Het water moet niet gekookt worden en er mogen geen ontsmettende middelen aan toegevoegd worden.
Mocht het toch nodig zijn om alvast een flesje klaar te maken, zorg er dan voor dat je gekookt water gebruikt. Bacteriën kunnen zich minder goed ontwikkelen in voeding die is klaargemaakt met gekookt water.
Normaal wordt melkvoeding op lichaamstemperatuur (ongeveer 37 °C) gegeven. Je mag ze ook op kamertemperatuur (ongeveer 20 °C) geven. Geef het flesje sowieso niet te koud, maar laat ze ook niet koken. Het is aangeraden water maximaal 2 à 3 dagen in de koelkast (voorkeur HGR) te bewaren.
Bewaar de klaargemaakte flesvoeding niet langer dan 8 uur in de koelkast. Gooi restjes altijd weg.
Waarom geen water? Baby's hebben, tot ze 6 maanden zijn, naast borstvoeding geen ander drinken nodig. Geef je je kind wel water, dan is de kans groot dat het daardoor minder moedermelk drinkt. Jouw melk zit vol met voedingsstoffen die je baby nodig heeft.
Gebruik voor de bereiding van flesvoeding koud kraanwater. Apparaten, zoals een geiser of boiler, kunnen de kwaliteit van het warme drinkwater beïnvloeden. Het water kan dan meer metalen bevatten.
Flessenwater afkomstig van 'gekoelde fonteinen' of andere type van waterpunten of waterverpakkingen, is niet geschikt voor de zuigfles. Uit een recente analyse (Mei 2008) van Test Aankoop blijkt dat verschillende merken flessenwater een te hoog fluor-, sulfaat- en/of natriumgehalte te bevatten.
Meng de melkpoeder goed met het water door te roeren of de fles te zwenken (rustig wenden, keren). Dus niet schudden. Door het schudden komen er luchtbelletjes in de voeding en kan je baby krampjes krijgen.
Sommige merken fleswater (bv. Spa) kunnen bij gevoelige kindjes mogelijk constipatie en krampjes veroorzaken. In dat geval ben je beter af met een water van Evian of Valvert.
Water komt met een temperatuur van 10 à 15 graden je huis binnen. Als het een nachtje stilstaat in de leidingen kan het opwarmen (in de zomer), of juist erg koud worden (in de winter)! Toch zegt de echte temperatuur niets over de gevoelstemperatuur.
De maag van een jonge baby is erg klein. Als je je kind water geeft, zit zijn maag al deels vol, waardoor hij minder eetlust kan krijgen. Het gevolg is dat je baby minder melk drinkt, waardoor hij minder voedingsstoffen binnenkrijgt, terwijl hij die voedingsstoffen wel hard nodig heeft.
Het natuurlijke mineraalwater van evian is uitermate geschikt voor het ontwikkelende organisme van baby's, omdat het een laag mineraalgehalte heeft (345 mg/liter) en voldoet aan alle 43 strenge criteria voor kwaliteit en zuiverheid opgelegd door ANSES. Al meer dan 50 jaar ondersteunt evian baby's en hun ouders.
Het water van SPA® Reine is zeer mineraalarm water, want het heeft een droogrest van slechts 38 mg/l. Moeders en baby's van alle leeftijden kunnen het dus zonder gevaar drinken. Bovendien ondersteunt SPA® Reine de Belgische Vereniging voor Kindergeneeskunde.
De flessen en spenen moeten voor het eerste gebruik uitgekookt worden, 8 minuten voor de flessen en 5 minuten voor de spenen. Na deze eerste keer is het het veiligst de flessen en spenen 1 keer per dag uit te koken. De flessen 3 minuten en de spenen 1 minuut. Het uitkoken kan prima in een pannetje met water.
Maak de voeding liefst per fles klaar. Je kunt eventueel 1 of 2 voedingen van tevoren klaarmaken als je ze niet langer dan 8 uur bewaart. Zet ze dan meteen na bereiding in de koelkast bij maximaal 4°C. Bewaar klaargemaakte voeding nooit langer dan een half uur bij kamertemperatuur en gooi restjes altijd weg.
Temperatuur controleren
Controleer ook altijd de temperatuur. Tussen de 30 en 35 °C is een goede drinktemperatuur voor je baby. Druppel voordat je gaat voeden wat melk op de binnenkant van je pols. Is de melk te heet, houdt de fles dan een tijdje onder de koude kraan, net zolang tot de temperatuur wel goed is.
In de eerste 6 maanden krijgt je baby genoeg vocht uit de melkvoeding. Hij heeft geen extra water nodig. Vanaf 6 maanden stap je langzaam over van borstvoeding of flesvoeding naar vast voedsel. Dan kun je ook andere drankjes aanbieden, zoals water of lauwe (vruchten)thee zonder suiker.
Krijgt je kleintje ook vaste voeding, hou dan goed in de gaten dat je schat deze aanbevolen hoeveelheden water of melk binnen krijgt: 130 – 150 ml / kg / dag tot 4 maanden. 120 – 130 ml / kg / dag tussen 4 en 8 maanden.
Richtlijn hoeveelheid per dag: 150 ml x gewicht in kg. Als je baby hieraan toe is: 1 à 2 keer per dag een paar lepeltjes vast voedsel (goed geprakt). Voorbeeld flesvoeding: je baby weegt 6,5 kg. Hij heeft ongeveer 6,5 x 150 ml = 975 ml flesvoeding per dag nodig.
Bewaar je de voeding toch langer dan de algemene vuistregel? Dan bestaat er de kans dat bacteriën zich in rap tempo vermenigvuldigen in de voeding waardoor je baby ziek kan worden. Tip: bewaar je flessen meteen na het klaarmaken achterin de koelkast. Daar blijft de melk het beste gekoeld.
Flesvoeding opnieuw opwarmen? Restjes voeding mag je niet opnieuw opwarmen. Dat heeft te maken met de grote kans op bederf door bacteriegroei. Direct weggooien dus.
“Maar voor moeders die de fles geven, raden we flesjes op kamertemperatuur aan. Het is zeker niet slechter voor de spijsvertering van de baby en er is geen risico meer op brandwonden.” Maar het grootste voordeel is het gemak, zegt Lisa. “Als ik wegga, hoef ik niet altijd een flessenwarmer mee te nemen.