Wanneer hout grote poriën bezit, wordt er lucht ingesloten wanneer dit materiaal van een likje verf wordt voorzien. Deze lucht kan nergens meer heen. Op zich is dit geen probleem, maar bij een warme temperatuur kan deze lucht gaan uitzetten wat leidt tot belletjes in de verf.
Heel simpel, het te schilderen oppervlakte heeft een temperatuur. De verf heeft ook een temperatuur. Als dit verschil te groot is krijg je kleine luchtbelletjes. De warmte wil namelijk niet opgesloten worden door een verflaag.
Om blaasjes in de verf te voorkomen is het noodzakelijk dat je niet in de volle zon gaat schilderen of voor de zon uit. De zon zal namelijk een snelle oppervlakte droging geven en hierdoor krijgt ingesloten lucht niet meer de kans om te ontsnappen. Het meest ideaal is om achter de zon aan te schilderen.
Voor lakken op water basis adviseren wij vaak de Friess Blue felt roller. Daarnaast kan het zijn dat de verf iets te stroperig is, een klein beetje verdunnen is hierbij vaak de oplossing. Ook is het belangrijk dat het voorwerk goed is uitgevoerd.
Tussen de verschillende verflagen schuur je lichtjes op. Zo krijg je een betere hechting tussen de lagen. Ook oude glanzende of zijdeglanzende verflagen schuur je best op. Zo ben je zeker van een goede hechting van de nieuwe lak.
Wanneer een tweede laag verf aangebracht kan worden, hangt van een aantal factoren af, maar als leidraad kun je de volgende droogtijden aanhouden: Muurverf: 3-5 uur. Lak op terpentinebasis: 16 uur. Lak op waterbasis: 5 uur.
Verf hecht niet op ondergrond. Dit kan verschillende oorzaken hebben: Ondergrond, niet goed ontvet, eerst begonnen met schuren en dan pas schoongemaakt, ondergrond is vochtig, ondergrond is te warm, verkeerde grondverf gebruikt, grondverf niet goed laten drogen. Dit zijn de belangrijkste oorzaken.
Met een roller kun je grotere banen schilderen en ben je sneller klaar. Maar heb je een oppervlakte met veel lastige plekken en randen? Dan is het gemakkelijker om gebruik te maken van een kwast. Ook voor het schilderen van kasten, deuren, kozijnen, stoelen en tafels kun je het beste gebruik maken van een kwast.
Het wegtrekken van verf (“verf oogt”) kan veroorzaakt worden door aanwezigheid op de ondergrond van (condens)water, vet, was, siliconen of andere verontreiniging. Siliconen kunnen zich in allerlei stoffen en materialen bevinden, zoals auto- en bootwas, huidcrèmes, huishoudreinigers en dergelijke.
Vochtregulerende verf zorgt ervoor dat het hout kan blijven ademen (vochtregulatie). Dat betekent dat als er vocht in het hout zit of komt het vocht er weer uit kan door de verf laag heen. Je kunt vochtregulerende verf het beste vergelijken met een verbandgaasje.
Een viltroller is een verfgereedschap waarvan de roller een zachte, pluizige vacht heeft. De viltroller wordt ingezet tijdens het schilderen, met beitsen, lakken en verven. Kortom, een viltroller kan voor veel klussen gebruikt worden.
Hersteladvies: Laat aan uw lak een klein aantal druppels anti-siliconen toevoegen. Door deze toevoeging zal de verf wel vloeien over de met siliconen besmette ondergrond. De nu aanwezige verflaag goed laten drogen (minimaal 1 week), de oneffenheden glad schuren en het geheel stofvrij te maken.
Solvent retentie Het in een droge of uitgeharde verffilm achterblijven van teveel oplos- en verdunningsmiddelen, welke er niet meer uit weg kunnen.
Watergedragen lak breng je aan met een kortharige lakrol (5-8 mm). Voor solventgedragen lakken gebruik je een zeer kortharige rol (3 mm). Een schuimrol kan je enkel gebruiken voor watergedragen lakken. Je neemt best een rol met fijn schuim, zonder al te grote poriën.
De deur verven
Gebruik het liefst een lakroller voor watergedragen lak. Deze roller kan, dankzij het korte vachtje, veel verf opnemen en vasthouden. De 'zachte kern' zorgt bij het rollen voor een gelijkmatig effect, zonder dat er irritante luchtbelletjes ontstaan. Deuren hebben meestal een tweede laklaag nodig.
Blokwitters oftewel blokkwasten
Blokwitters zijn ook platte kwasten. Deze brede rechthoekige kwasten bestaan uit lange haren. Ideaal voor het schilderen van bijvoorbeeld muren, schuttingen en ongelijke ondergronden. Vroeger werd dit type kwast veel gebruikt voor het witten van de muren.
Grondverf is niet altijd nodig, in de meeste gevallen is grondverf de hechting dussen de ondergrond en de nieuwe verflaag. De basis van je schilderwerk is misschien wel het belangrijkste van de gehele klus. Als de ondergrond niet correct is zal de verf altijd weer loslaten.
Een primer gebruik je zeker en vast bij een bepleisterde muur. Een primerlaag neemt immers de zuigkracht van de bepleistering voor het overgrote deel weg. Als je met gewone verf op een bepleisterde muur schildert, zonder dat je een primer gebruikt, dan zuigt de muur die verf volledig op.
Eigenlijk is het in alle gevallen verstandig om eerst te schuren voordat je gaat verven. Door eerst goed te schuren kan de verf beter hechten. Wanneer je op een gladde ondergrond gaat verven kan de verf namelijk naar beneden glijden. Bij een gladde ondergrond is het dus niet verstandig om te verven zonder te schuren.
Je hebt superdek, die er in 1x al vrij goed op zit, maar verf je de muur in een donkere kleur dan heb je vaak minimaal drie lagen nodig en soms wel vijf! We adviseren eigenlijk altijd om muren twee keer te schilderen voor een langdurig, mooi resultaat. Donkere kleuren kunnen dus nog wat extra lagen nodig hebben.
Als je toch te snel de tweede laag gaat aanbrengen, dan krijg je een beetje hetzelfde effect als schilderen met een te hoge temperatuur en te hoge laagdikte. De onderste laag is dan nog niet droog, waardoor je echt grote problemen krijgt met de (door)droging van de verf.
Ruw hout of oude (slechte) verflagen kunt u opschuren met P80 tot P120. Om een egaler eindresultaat te behalen schuur je de grondverf met een fijnere grofte, namelijk P150 tot P220. Voor extreem mooi en strak werk zou je voor de laatste verflaag nog kunnen schuren met P320-400.