Het Fins en Hongaars, (evenals het Ests) maken allebei deel uit van de Fins-Oegrische taalgroep, die weer een onderdeel vormt van de veel bredere Oeralische taalfamilie, die haar naam ontleent aan het Oeralgebergte. Oeralische talen worden verder nog gesproken in het noorden van Rusland, Siberië en de Baltische regio.
Met o.a. het Hongaars en het Ests behoort het Fins tot de Fins-Oegrische talen. Esten en Finnen kunnen elkaar met enige moeite goed verstaan. Het Fins is ook verwant met het Hongaars, hoewel Finnen en Hongaren elkaar niet kunnen verstaan.
Het Fins (Suomi of Suomen Kieli) behoort tot de Oostzeefinse talen binnen de Finoegrische taalfamilie. Deze taalfamilies behoren weer tot de Oeraalse taalfamilie die uit ongeveer 30 talen bestaat. Het Estisch, Karelisch (in Rusland) en Hongaars zijn nauw verwant met het Fins.
De Fins-Permische talen zijn met afstand de grootste taalgroep van de Finoegrische talen. De talen komen oorspronkelijk uit het noordwesten van Rusland. Ze behoren niet tot de Indo-Europese talen, anders dan bijna alle talen in Europa.
Het Fins behoort tot de Oostzeefinse talen binnen de Finoegrische taalfamilie. Binnen de Oostzeefinse talen zijn het Estisch en het Karelisch nauw verwant en hogerop is ook het Hongaars verwant met het Fins.
Fins leren is moeilijk en makkelijk tegelijk. Omdat de Finse taal niet op bijvoorbeeld het Nederlands of Engels lijkt, is het vrijwel onmogelijk om ezelsbruggetjes te maken. Daardoor is deze taal leren een uitdaging. Maar als je de basis eenmaal doorhebt, is het makkelijker.
Het Fins en Hongaars, (evenals het Ests) maken allebei deel uit van de Fins-Oegrische taalgroep, die weer een onderdeel vormt van de veel bredere Oeralische taalfamilie, die haar naam ontleent aan het Oeralgebergte. Oeralische talen worden verder nog gesproken in het noorden van Rusland, Siberië en de Baltische regio.
Omdat het Fins niet verwant is met de Indo-Europese talen, is het Fins een erg moeilijke taal. Bijkomende moeilijkheid is dat de taal veel dialecten en dialectische vervoegingen kent die in Finland door elkaar worden gebruikt. Het belangrijkste probleem bij het leren van het Fins is de ingewikkelde grammatica.
Zweeds. Deze Germaanse taal vertoont vaak grote gelijkenissen met zowel het Engels als het Nederlands. De uitspraak is trouwens erg melodisch en zingerig, wat het meteen ook een aangename taal maakt om te leren.
Volgens het Guinness Book of Records zijn de moeilijkste talen het Tabassaran in de Kaukasus omdat deze taal maar liefst 48 naamvallen kent; de Noord-Amerikaanse indianentaal Haida, die met 70 de meeste voorvoegsels ter wereld heeft; Amale uit Papoea-Nieuw-Guinea, de taal met de meeste werkwoordsvormen: meer dan 69.000 ...
Is Frans of Duits moeilijker? Voor de meeste Nederlanders is het makkelijker om Duits te kunnen dan Frans, omdat Duits meer op het Nederlands lijkt en ook makkelijker is qua uitspraak. Maar let op: het niveau Frans en het niveau Duits dat je op school leert is niet gelijk.
De Hongaren (ook: Magyaren) deden hun intrede in Europa aan het eind van de negende eeuw, toen ze als nomadenvolk vanuit de Zuid-Russische steppe over de Karpaten trokken. Onder Árpád en zijn opvolgers vestigden zij zich in het Karpatenbekken, een gebied dat veel groter is dan het huidige Hongarije.
Het Hongaars behoort tot de Finoegrische talen, een taalgroep die vermoedelijk oorspronkelijk uit het gebied tussen het Oeralgebergte en Kama stamt.
Het Hongaars (magyar, magyarul, magyar nyelv) is de officiële taal van Hongarije en daarnaast de taal van de Hongaarse minderheden in de omringende landen. De taal heeft nu in totaal ongeveer 14,5 miljoen sprekers, waarvan 9,9 miljoen in Hongarije.
Zweden, Noren en Denen kunnen elkaar redelijk verstaan, vooral in dialecten van grensregio's. Het Zweeds is net als de andere Noord-Germaanse talen ontstaan uit het Oudnoords.
1. Afrikaanse taal. Afrikaans heeft veel gemeen met Engels (en uiteraard nog veel meer met Nederlands), en de grammatica is erg eenvoudig. Werkwoorden hoeven niet vervoegd te worden, er zijn geen geslachten en veel woorden zijn overgenomen uit het Nederlands en het Engels.
Voor Nederlandstaligen is Noors makkelijker dan de meeste andere talen. Dit komt omdat deze twee talen een beetje op elkaar lijken. Je kunt als Nederlandstalige dan ook de betekenis van veel Noorse woorden en zinnen raden. Toch moet je er, zoals met elke taal, tijd en energie in steken om de taal goed te leren.
1. Spaans. Spaans is een echte wereldtaal en is na het Mandarijn-Chinees de meest gesproken taal ter wereld. Na een cursus Spaans kun jij je straks prima verstaanbaar maken in Spanje of Zuid- en Midden-Amerika.
Op het internet circuleert een lijstje van moeilijke talen waarin het Nederlands op de 20ste plaats staat, na het Chinees, Arabisch, Hongaars en IJslands, maar voor het Engels, Duits en Spaans.
Hongarije (Hongaars: Magyarország) is een land dat in het midden van Europa ligt en grenst aan Oostenrijk, Slovenië, Slowakije, Kroatië, Servië, Roemenië en Oekraïne. De hoofdstad is Boedapest en er wonen bijna 10 miljoen mensen. De inwoners noemen zichzelf de Magyaren.
Het Hongaars is een moeilijke taal om te leren. De woordenschat en spraakkunst verschillen zo erg van die van het Nederlands dat je de grootste moeite hebt om zelfs de meest elementaire dingen te leren. Maar er is één lichtpunt: de uitspraak is vrij eenvoudig.