Op een Intensive Care (IC) liggen ernstig zieke patiënten.Of patiënten die na een operatie extra bewaking nodig hebben. Vaak doen hun vitale (belangrijke) organen het niet goed meer, zoals hun hart, nieren, longen of hersenen. Voor de behandeling is speciale medische apparatuur nodig en speciaal opgeleid personeel.
Welke patiënten liggen op de Intensive Care? Op de Intensive Care liggen patiënten die extra bewaking en speciale zorg nodig hebben. Dit kunnen patiënten zijn die worden opgenomen na een operatie, vanaf de verpleegafdeling of via de Spoedeisende Hulp.
Helaas is het niet altijd mogelijk om iemand te genezen. Op de intensive care komt het voor dat ernstig zieke en verzwakte patiënten overlijden, zelfs tijdens een behandeling. In sommige gevallen wordt er besloten dat verder handelen medisch zinloos is.
Een verblijf op de IC kan één nacht duren, maar ook langer, tot zelfs meerdere weken. Dit hangt af van hoe het met de patiënt gaat.
Hoelang een beademing duurt en hoe goed het ontwennen gaat, is van patiënt tot patiënt anders. Beademing kan enkele uren duren, maar soms duurt het dagen, weken of soms zelf maanden. Ruim 45 % van de IC-patiënten wordt beademd.
Hoeveel last u hiervan heeft, verschilt per patiënt en kan te maken hebben met de ernst van uw ziekte, hoe lang u op de IC heeft gelegen en met uw toestand vóór de IC-opname. Herstel van functies heeft tijd nodig. Het kan zes maanden duren voordat u normale activiteiten weer kunt doen zoals u gewend was.
Om een beademingsbuisje in te kunnen brengen is het noodzakelijk dat de patiënt onder narcose (zie Anesthesie) wordt gebracht, tenzij er al een sterk gedaald bewustzijn (coma) bestaat.
Op de IC liggen kritiek zieke patiënten bij wie een of meerdere vitale, belangrijke lichaamsfuncties, worden bedreigd zoals de ademhaling, de bloedcirculatie of nierfunctie. IC-patiënten hebben daardoor hoog-technologische, complexe en intensieve zorg nodig.
Soms is het moeilijk te voorspellen of iemand zal herstellen van een ernstige ziekte. Hoe een patiënt in een vroeg stadium op de behandeling reageert, geeft belangrijke informatie. De meeste patiënten op de IC overleven het en verlaten het ziekenhuis . Het herstel op de lange termijn voor degenen die een ernstige ziekte overleven, varieert.
Daaruit blijkt dat ruim 91% van de patiënten door de intensive care behandeling de kritieke ziekteperiode overleeft. Na 1 jaar is ongeveer 77% van de patiënten nog in leven.
Opvangmatje. Als de patiënt infuusvoeding krijgt, produceert hij ondanks dat hij geen voedsel binnen krijgt via de maag en darm, toch ontlasting, omdat de darmwand zichzelf continu vernieuwt. Ook comateuze patiënten en beademde patiënten die gesedeerd zijn, krijgen spontaan ontlasting.
We proberen de beademingsduur zo kort mogelijk te houden, omdat er ook risico's zitten aan het beademen. Een patiënt kan bijvoorbeeld een infectie oplopen, de longen kunnen beschadigen, de spierkracht kan afnemen of er kan heesheid optreden als de beademingstube er weer uit gaat.
Intensieve zorg is nodig als iemand ernstig ziek is en intensieve behandeling en nauwlettend toezicht nodig heeft, of als ze een operatie ondergaan en intensieve zorg hen kan helpen herstellen . De meeste mensen op een IC hebben problemen met 1 of meer organen. Ze kunnen bijvoorbeeld niet zelfstandig ademen.
Op de Intensive Care verlenen wij intensieve en speciale zorg aan patiënten in een levensbedreigende situatie. Belangrijke lichaamsfuncties zoals ademhaling en bloeddruk worden daarbij extra bewaakt en/of overgenomen.
Intensieve zorgafdelingen werden gegroepeerd in vier typen: medisch, inclusief hartbewaking; chirurgisch, inclusief trauma en cardiovasculair; neonataal en pediatrisch; en medisch-chirurgisch .
De gemiddelde IC-verblijfsduur was 3,4 (±4,5) dagen voor intensive care-patiënten die het ziekenhuisontslag overleefden, met een mediaan van 2 dagen (IQR 1–4) (tabel 1). Een derde van de patiënten (35,9%) bracht slechts 1 dag door op de IC en 88,9% van de patiënten lag 1–6 dagen op de IC, wat 58,6% van de IC-beddagen in het cohort vertegenwoordigt.
In ons land is het een veelvoorkomend misverstand dat beademing ‘einde van het leven’ betekent en dat van iemand die aan de beademing ligt bijna ‘verwacht’ wordt dat hij vroeg of laat zal sterven .
Het doel van de behandeling is om te zorgen dat er geen nieuwe bloeding ontstaat. Daarnaast is het doel om de bijkomende risico's zo klein mogelijk te maken. Daarom blijft iemand altijd na de behandeling nog een paar dagen op de IC.
Het feit dat de patiënt de ogen open heeft en rondkijkt, wil niet zeggen dat hij iets ziet en herkent. Hetzelfde geldt voor horen. Maar het is niet altijd te merken of een patiënt geluiden hoort. Daarom moet u er eigenlijk van uitgaan dat hij u wel verstaat en begrijpt, ook al weet u dat niet zeker.
Een IC-verpleegkundige is verantwoordelijk voor de verpleegkundige zorg en het bewaken van de vitale functies van patiënten in levensbedreigende situaties. Intensive care verpleegkundigen spelen een belangrijke rol binnen de afdeling, omdat de verpleegkundige degene is die de zorg aan het bed geeft.
Als de patiënt niet meer wakker wordt na sedatie noemen we dat een coma. Dat kan gebeuren na hersenletsel of bijvoorbeeld bij ernstige infectieziekten. Mensen die we in slaap houden met sedatie kunnen pas wakker worden als we de sedativa stoppen. Na het stoppen verschilt het per patiënt wanneer hij wakker is.
Tijdens de beademing worden patiënten met medicijnen in slaap gehouden. De beademing kan kort duren maar ook meerdere dagen of zelfs weken. Patiënten die een lange periode aan de beademing liggen worden steeds zwakker. De organen gaan hierdoor vaak minder goed functioneren.
Soms kan een arts iemand kunstmatig in coma brengen door bepaalde medicijnen te geven. Dat gebeurt om het lichaam te helpen herstellen na een zware operatie of na een ongeval. De hersenen hebben dan minder zuurstof nodig en hebben zo een betere kans om te herstellen.
Zowel de ingebrachte tube als het beademen zelf is onprettig voor de patiënt. Daarom worden tijdens de beademing meestal slaap- en pijnstillende medicijnen via een infuus toegediend. De slaap kan variëren van een lichte slaap waarbij de patiënt wekbaar is, tot een diepe slaap.