Als een tomatenplant niet of slecht gesnoeid wordt en daardoor heel veel bladeren heeft, gaat de bestuiving ook moeizaam. Ook al heeft deze veel trossen met bloemen, veel of grote tomaten groeien niet aan zo'n plant.
Qua verzorging hebben tomatenplanten vooral behoefte aan een zonnige standplaats en warme, goed bemeste, waterdoorlatende grond. Geef altijd water onderaan de plant. Zo heeft je tomaat minder kans op schimmelziekten. Geef ook liever 1x in de week heel veel water in plaats van elke dag een klein beetje.
Dieven van tomaten is simpelweg het verwijderen van alle uitgelopen okselknoppen. Een okselknop is een knop in de ruimte (oksel) tussen de stengel en het blad. Zo'n knop ontwikkeld zich spontaan tot een nieuwe stengel met bladeren, bloemen, en vruchten.
Pluk ook niet in één keer te veel bladeren van een plant af, daar schrikt een tomatenplant van en dat vindt hij niet fijn. Beter is het om regelmatig ( bijv. 1x per week) 2 tot 3 bladeren te verwijderen.
Regelmatig water geven is belangrijk
Van elke dag water geven, bouw je na 2 weken af tot 2 à 3 keer per week en na anderhalve maand geef je de plant 1 keer per week water. Geef je de tomatenplant onregelmatig water, dan gaan de tomatenvruchten barsten.
Hoe vaak bemest je tomaten? Je kunt beter regelmatig een klein beetje mest geven dan heel veel in één keer. Bemest je tomatenplant eens per drie weken. Maar houd vooral de dosering op de verpakking aan.
De reden waarom stamtomaten worden aangebonden is dat stamtomaten (zeker in de kas) grote planten worden tot meer dan 2 meter hoog. Door de hoofdstam elke 15 tot 30 centimeter vast te binden aan een stok zorg je dat de planten niet omvallen.
Dieven zorgt voor grotere vruchten die aan stevige takken groeien. Knip grote zijscheuten zo nodig een beetje terug, zodat de plant niet te zwaar wordt. En knip de top uit de plant als hij te hoog wordt. Hangt er te veel blad voor de tomaten, knip het dan weg.
Zet de tomaten in de volle zon en bemest ze regelmatig met organische meststof voor tomaten. Houd tomaten weg uit de regen. Zet of hang ze op een beschutte plek of zet er een paraplu boven. Hoe beter tomaten tegen regen worden beschermd, des te beter ze zijn bestand tegen tomatenziektes.
Geef meststoffen om aromatische tomaten te krijgen
Ze hebben een grote behoefte aan voedingsstoffen en hebben behalve stikstof en fosfaat vooral veel kalium nodig. Kalium reguleert de waterhuishouding van de plant, verstevigt de celwanden en geeft de plant meer weerstand tegen ziekten.
Water geven gebeurt het best 's ochtends en niet op de plant, maar aan de voet van de plant. Zorg bovendien voor voldoende waterafvoer en een kaliumrijke grond.
Tomaten hebben kalk nodig. Drie of vier verpulverde eierschalen per plantgat doet de plantjes goed. Verzamel dus een paar dagen je eierschalen. Was ze in warm water, leg ze te drogen op een stukje keukenpapier en vermaal ze in een keukenmachine of vijzel.
Geef jouw tomaten na het planten dagelijks water, dan na een week wekelijks, dan na een maand maandelijks. De wortels zoeken zelf wel hun water, steeds dieper. Mulch je tomatenplanten met maaisel, stro,… Zo verdampt de bodem minder water, en blijft de lucht in jouw serre of kas ook droger.
Vergeelde blaadjes onderaan de plant kunnen wel weggesneden worden. Als, bij de sterker groeiende tomatenplanten, een paar bladeren op de grond hangen, kan je die wel verwijderen. II. Bloei tros 2 : De onderste 3-4 bladeren kunnen nu definitief weggesneden worden.
Als hobby kweker maakt je tomatenplant zo een 6 tot 8 trossen aan in je serre of tuinkas en 4 tot 6 trossen buiten. Wanneer je in april al 1 tros bloemetjes hebt, wil dat zeggen dat je in mei al drie trossen hebt met de eerste groene vruchten op de onderste tros.
De tomaat is eigenlijk een meerjarige plant, maar kwekers gebruiken hem vaak eenjarig. Ook in Nederland kun je prima tomaten kweken: in de zomer buiten en het hele jaar door in een kweektent. De plantenvoeding en substraten van CANNA bieden je tomatenplant precies de basis die ze nodig heeft.
Tomaten houden niet van regen. Knip eventueel wat blad weg wanneer een plant te lang nat blijft na een regenbui. Knip ook bladeren weg die het zonlicht weghouden van de vruchten. Laat in ieder geval altijd minstens 6 tot 8 grote bladeren aan de plant zitten.
Doorgaans kan een tomatenplant tussen de 10 en 45 kilo per plant produceren. Als het gezond is, kan het meer dan honderdtien pond per jaar produceren. Een tomatenplant kan tussen de twintig en negentig tomaten produceren.
Tomatenplanten houden van zon, warmte en voed-zame grond. Kies dus een plek uit om de tomaten-planten te laten groeien, die voldoet aan deze voorwaarden. Als je buiten tomaten wilt gaan kweken, zorg dan dat de planten uit de wind staan en het liefst op het zuiden.
Om een hoge productie te behalen bij tomatenplanten is het belangrijk dat de plant ten minste zes tot acht uur zon per dag krijgt. Een tomatenplant mag in de volle zon staan, dit is goed voor de productie van tomaten. De aarde waarin de planten staan moet goed gedraineerd zijn.
Door het teveel aan fotosyntheseproducten die niet kunnen getransporteerd worden (zetmeel, suikers) krult het blad. Het verschijnsel gaat dan ook dikwijls samen met een donkere kleur (na de middag)van de bladeren, 's ochtends zijn de bladeren dan weer bleker.
Goede tomatenmest is organische mest. Kunstmest (vooral stikstofhoudende kunstmest) geeft een mindere smaak aan de tomaten dan organische mest. Dit hebben wij op de kwekerij, waar we de pottomaten kweken, in proeven heel duidelijk ondervonden.
Bij een tomatenplant, waar de onderste bladeren geel worden, kunnen meerdere problemen de oorzaak zijn, maar meestal is stikstofgebrek de boosdoener. Stikstof is een voedingselement, dat een plant veel gebruikt. Dit voedingselement wordt onder andere gebruikt in het bladgroen van de bladeren van een plant.
Toppen doe je door de stam te verwijderen boven de 2 eerste bladeren na de laatste tros. Tomatenplanten kunnen echt groeien als onkruid. Het verwijderen van bladeren heeft als voordeel dat de plant beter opdroogt na regen (buitenteelt), maar ook dat er meer licht en lucht aan de plant en zijn vruchten kan.