Vuur heeft geen schaduw, omdat vuur licht manifesteert en duisternis verdrijft.
Een vlam is de kleinste vorm van vuur, een brandende kaars is daar een goed voorbeeld van. Als een vlam zich vermenigvuldigt en het begint te flakkeren, dan is er sprake van vuur. Een vlam ontstaat doordat door verhitting gassen ontstaan, die vervolgens verbranden.
Vuur ontstaat als er een brandbare stof, zuurstof en een ontstekingsbron in de juiste verhouding en hoeveelheid aanwezig zijn. Deze drie elementen vormen samen de vuurdriehoek. Bij het stoken van een houtkachel is hout de brandstof, regel je zelf de zuurstof en is het aanmaakblokje de ontstekingsbron.
Wanneer de luchttoevoer geopend wordt, krijg je een ontzettend hete, blauwe vlam. De moleculen in het aardgas reageren dan met zoveel zuurstofmoleculen als mogelijk is. Dat is een volledige verbranding. Er ontstaat koolstofdioxide (CO₂) en water, maar geen roet.
Verschillende kleuren
Een vlam is onderop blauw. Het midden is wit en rondom de vlam is het geel. Deze kleuren worden bepaald door de temperatuur van de vlam. Het blauwe deel is het heetst, daarna het witte deel en het gele deel van de vlam is het minst warm.
Om lichtgroene vlammen te maken gebruik je borax. Om groene vlammen te maken gebruik je aluin. Om oranje vlammen te maken gebruik je natriumchloride. Om paarse vlammen te maken gebruik kaliumchloride.
'Er is geen waterdichte definitie van leven. Je kunt kenmerken geven, bijvoorbeeld iets wat zichzelf in stand houdt en zich kan vermeerderen. Maar dan zou vuur ook leven, en dat klopt niet.
Wetenschappers hebben een temperatuur van vier biljoen graden Celsius gecreëerd in een laboratorium. Dit is 250.000 keer heter dan de temperatuur in het centrum van de zon.
Het vroegste gebruik van vuur zal onderwerp van onderzoek blijven, maar vanaf zo'n 400.000 jaar geleden is het gebruik van vuur ondubbelzinnig en wijdverspreid.
Vuur is een bijeffect van brand. De vlammen die je ziet zijn een heet gas dat voornamelijk bestaat uit zuurstof- en stikstofmoleculen in de lucht en de koolstofdioxide en waterdamp die gevormd worden bij de brand. De kleur van de vlam hangt af van de temperatuur van het gas.
Het blauw net onder het wit is het heetst. Rnd 1200 celsius.
Over het algemeen zijn vlammen geel-oranje. Hetere vlammen worden blauw van kleur en bepaalde chemische reacties kunnen er voor zorgen dat een vlam bijvoorbeeld paars of groen brandt. De vorm van de vlam heeft te maken met de zwaartekracht, die er voor zorgt dat warme lucht opstijgt.
Wanneer je een kaarsje aansteekt en er een lamp op richt, zul je zien dat het vlammetje geen schaduw geeft, maar de kaars wel. Licht heeft geen schaduw. Sterker nog, donker of duisternis is eigenlijk 'slechts' de afwezigheid van licht. Steek je een lamp aan, dan is het donker weg.
De temperatuur van een magma of lava hangt af van zijn samenstelling, en kan variëren tussen iets minder dan 600 °C en 1250 °C. Basaltisch magma/lava is de meest voorkomende soort en kent ook de hoogste temperaturen: ongeveer 1000 - 1250 °C. Magma's met een andere samenstelling zijn iets minder heet.
De kleur rood
Rood is de kleur van vuur en bloed dus wordt het geassocieerd met energie, oorlog, gevaar, kracht, vastberadenheid en ook passie, verlangen en liefde. Rood is een zeer emotioneel intense kleur. Het verhoogt de stofwisseling, verhoogt de ademhalingssnelheid en verhoogt de bloeddruk.
Furnace Creek in Death Valley in de Amerikaanse staat Californië is de heetste plek op aarde. Op 10 juli 1913 werd het daar 56,7 graden en dat is officieel de hoogste temperatuur ooit gemeten. Death Valley is een droog woestijngebied waar maximaal 50 millimeter regen per jaar valt.
Zonder vuur geen mens
Of het maken van vuur nu meer dan 1 miljoen jaar geleden ontdekt werd door de Homo erectus of pas later door de Homo sapiens of Neanderthalers: zeker is dat vuur maken een essentieel onderdeel is geweest van de ontwikkeling van de mens.
Vuur is een chemische reactie. Het 'vuur' waar we meest mee vertrouwd zijn is de chemische reactie tussen koolstof en zuurstof, met CO of CO2 als produkten. Omdat die reactie gepaard gaat met een grote warmte-ontwikkeling vindt ze niet helemaal plaats in bijvoorbeeld het hout of de lont van de kaars.
Vuur is het geheel van lichtverschijnselen en warmteontwikkeling dat optreedt als een brandbare stof een oxidatiereactie ondergaat bij hoge temperatuur.
In de gele lichtgevende zone is de temperatuur van de vlam ongeveer 1200°C. De kaars dankt haar toepassing als lichtbron aan de onvolledige verbranding van het kaarsvet in deze zone.
Vuurwerk dankt zijn mooie kleurtjes aan de verschillende metaalzouten die door verhitting bepaalde vlamkleuren veroorzaken. Zo krijg je een groene kleur bij boraten, kleurt een vlam met koper blauwgroen, levert strontiumchloride een rode kleur op en geeft kalium een paarse vlam.
Het geel van een vlam zijn gloeiende koolstofdeeltjes. Die zijn er alleen als er geen volledige verbranding is. Het blauw of soms beetje groen is de kleur van de volledige verbranding van koolwaterstoffen, waar nog een kleine verontreiniging van metalen in zit.
Een gewoon vuur van brandhout heeft een temperatuur tussen de 750 en 800 graden Celsius. Een typisch haardvuur.
De hitte die vrijkomt bij een brand gaat alle voorstelling te boven: ze kan oplopen tot 1 200 °C. Dat overleeft geen mens. Al vanaf een temperatuur van 65 °C functioneert het lichaam niet meer. Bij een brand speelt de tijd in uw nadeel.