Door het plaatsen van een schoorsteenkap voorkomt u dat er water en vogelnesten in uw rookkanaal komen.
Een schoorsteenkap is erg handig en belangrijk. Zo kunnen vogels een nest gaan maken in je schoorsteen. Om dit te voorkomen heb je een schoorsteenkap nodig. Daarnaast is het ook erg belangrijk om een schoorsteenkap te hebben als je graag een beter rokende schoorsteen wil hebben.
Met een schoorsteenkap of schouwkap bescherm je ze tegen regen en vorst. Daarnaast verbeter je de trek en dus afvoer van warme lucht en rook. Zo verleng je de levensduur van het rookkanaal. Ook vermijd je dat vogels zich nestelen in je schouw.
Trekkappen. Wanneer u een slechte trek ervaart in het rookkanaal, kan een trekkap de oplossing zijn. Door het plaatsen van een trekkap op het uiteinde van het rookkanaal, ontstaat er een zuigende werking. Hierdoor zal uw rookkanaal beter gaan trekken, waardoor bijvoorbeeld terugslag in uw woonkamer voorkomen kan worden ...
Om problemen te voorkomen bij uw rookkanaal of schoorsteen plaats u minimaal een regenkap met vogelgaas, zodat de regen en de vogels uw rookkanaal niet vervuilen. Let op, want op een rieten kap is een vonkenvanger verplicht.
Roterende trekkappen zorgen voor een sterk zuigende kracht in het rookkanaal, waardoor de trek in de schoorsteen wordt verbeterd. Ook voorkomt een trekkap valwinden door hevige weersomstandigheden en vogels kunnen geen nesten meer maken in de uitgang van het rookkanaal.
Een trekkende kap heeft een wind en regen werende onder- en bovenplaat met daartussen een mantel. Dit ontwerp zorgt ervoor dat de wind niet in het rookkanaal kan slaan (wat de trek belemmerd), terwijl het niet in de buis kan regenen.
De bouw van het rookkanaal en de trek
Een hoge schoorsteen trekt meer. Als de trek niet voldoende is volstaat het soms om de schoorsteen hoger te maken. Een schoorsteen met een ronde inzetpijp geeft normaal gesproken een betere trek dan een met een vierkante. Het gebruik van bochtstukken in de pijp verkleint de trek.
Trek ontstaat doordat er een verschil in dichtheid is tussen de ruimte in de schoorsteen en de ruimte daarbuiten. Door dit verschil in dichtheid ontstaat een drukverschil (ΔP), dat de drijvende kracht is van de trek. Zolang het verschil in dichtheid wordt gehandhaafd zal ook de trek blijven bestaan.
Hou het volgende aan: een optimaal rookkanaal heeft een lengte tussen de 4 en 7 meter. Wat betreft de diameter, deze moet net zo groot zijn als de uitgang van de houtkachel. Hoe hoger het vermogen van de kachel, hoe breder de diameter van de rookgasafvoer is.
Vaak worden schoorstenen voorzien van een betonnen plaat aan de bovenkant. Deze zou je kunnen vervangen door een nieuw, dicht exemplaar. Een alternatief is om de bestaande openingen dicht te zetten d.m.v. pur en cementspecie (om maar wat te noemen). Aan de onderzijde dicht duwen met glas- of steenwol werkt prima.
Een trekkende regenkap is een eenvoudige schoorsteenkap die speciaal ontworpen is om te zorgen voor een optimale trek van de kachel. Tegelijk voorkomt de kap dat er regen in het rookkanaal valt.
Trek van kachelpijp
Een hoge schoorsteen trekt meer. Als de trek niet voldoende is volstaat het soms om de schoorsteen hoger te maken. Een schoorsteen met een ronde inzetpijp geeft normaal gesproken een betere trek dan een met een vierkante. Het gebruik van bochtstukken in de pijp verkleint de trek.
Tegenwoordig worden de huizen dusdanig goed geisolleerd dat er geen gaatje meer is waar de kachel lucht uit kunt trekken. Wanneer de kachel in hetzelfde vertrek staat waar ook een afzuigkap aanwezig is en de afzuigkap aanstaat kan er valse trek ontstaan, en hierdoor de trek verminderen.
Rook terugslag is het gevolg van onvoldoende trek door de schoorsteen. Dus, de trek moet voldoende zijn om de rookgassen uit de kachel te trekken. Bij het opwarmen komt soms rook terug omdat de schoorsteen nog niet opgewarmd is. De schoorsteen trekt alleen als hij van binnen warmer is als de buitenlucht.
De schoorsteen trekt alleen als hij van binnen warmer is als de buitenlucht. Verwarm de schoorsteen door een stuk krantenpapier op te rollen tot een fakkel en deze in de kachel te houden totdat de trek de juiste kant op gaat. Vooral schoorstenen die langs de buitenwand lopen hebben vaak enige “opwarming” nodig.
Dit is namelijk in uw belang en dit voor deze twee volgende redenen : voor uw veiligheid : vermindering van een schoorsteenbrand en intoxicatie door een gebrek van evacuatie van de verbrande gassen. Voor economische redenen : door het verwijderen van de elementen in de schouw , verbruikt u minder.
Stapel het hout losjes, zodat de lucht er goed bij kan. De beste methode is de Zwitserse stookmethode. Zorg voor volledige luchttoevoer. Goede houtkachels zijn voorzien van een klep, waarmee de luchttoevoer goed te regelen is.
Bij een windkracht van minimaal 2 is het ideaal om te stoken, want de rook kan overwaaien en de geur die eventueel vrij zou komen blijft dan niet hangen. Houtrookoverlast ontstaat wanneer je niet verantwoord stookt en de rook om de schoorsteen blijft hangen.
Een stormkraag dient om een waterdichte afwerking te maken tussen een dakdoorvoerpijp en een dakplaat of plakplaat. De stormkraag klemt u om het rookkanaal boven de dakdoorvoer om zo inregenen te voorkomen.
Het vochtpercentage van het hout moet rond de 15% zijn. Als u met te nat hout stookt, branden de blokken niet goed en heeft de haard een onvolledige verbranding. Droog hout kunt u herkennen aan barsten, scheuren en het loslaten van de schors, maar meet het altijd voordat u begint aan het houtkachel stoken.
Een rookgasventilator is een elektrische ventilator die op het uiteinde van de schoorsteen zit. Dit toestel zorgt voor een negatieve druk in de schouw, waardoor er een luchtstroom ontstaat van binnen naar buiten. Zo verbetert het trekvermogen van de schoorsteen.
Het overgrote deel van de houtkachels komt overeen met een kanaaluitlaatdiameter van 150 mm. De diameter van het kanaal moet overeenkomen met de uitlaatdiameter van de kachel. Het is absoluut noodzakelijk dat het kanaal niet inferieur is, maar het kan iets hoger zijn.
De schouw is boven de vuurplaats geplaatst en bevat een kap, daarmee vangt men de rookgassen van het vuur op. Door de kap en het rookkanaal worden de rookgassen afgevoerd richting de schoorsteen. Er moet echter voldoende 'trek' optreden om de rookgassen door het rookkanaal richting de schoorsteen te trekken.
Om te beletten dat kauwen in jouw schouw broeden, sluit je de rookgaten best af met gaasdraad of met een metalen roostertje (inox) met mazen van max. 3 cm doormeter. Gaasdraad is echter geen oplossing op lange termijn; kauwen zijn erg inventief en kunnen de draad met hun sterke snavel loswrikken.