Veel baby's gaan overdag opeens anders (korter) slapen. Dit komt enerzijds omdat er overdag minder slaapdruk is dan 's nachts maar ook door het feit dat er in deze fase duidelijke slaapcycli ontstaan waarbij een baby bewust(er) wakker wordt na een slaapcyclus.
Het wil zeggen dat je baby in jouw buik een bepaald ritme had en dat de avond het moment was waarop hij meestal wakker en onrustig was. Hij heeft misschien ook moeite met het verschil tussen dag en nacht en huilen is voor hem een manier om aan zijn nieuwe slaapritme te wennen.
Je baby wil niet slapen overdag
Er zijn verschillende redenen voor het slechter slapen overdag. Je baby kan in een slaapregressie zitten, oververmoeid zijn of juist niet moe genoeg, honger hebben of niet zelf in slaap kunnen vallen.
Wanneer een baby niet goed of niet goed genoeg zelf terug in slaap kan vallen of er een andere oorzaak is zoals honger, te warm of te koud, pijn, ziekte, te veel licht, over- of ondervermoeid zullen ze elke keer weer wakker worden en hulp nodig hebben om weer te slapen.
Een kindje krijgt overdag heel wat indrukken te verwerken.Ook dat kan ervoor zorgen dat hij 's nachts niet doorslaapt. Je merkt dat kinderen ook bij de zogenaamde 'sprongetjes' minder goed slapen. Telkens ze iets nieuw leren (bijvoorbeeld rollen, zitten, staan, kruipen, …) kan dit resulteren in onrustige nachten.
een verhaaltje voorlezen voor het slapengaan (zie ideeën voor spelen bij baby's en peuters) de lichten in de kamer dimmen om een rustige sfeer te creëren. een kusje en knuffel voor het slapengaan geven. een slaapliedje zingen of een opwindbare muziekmobiel neerzetten die je aan kunt zetten als je je baby in bed hebt gelegd.
Probeer je baby af en toe overdag ook in zijn bedje te laten slapen. Leg hem daarbij slaperig, maar nog niet helemaal slapend, neer. Zo leert je baby om zelf in slaap te vallen. Kinderen die geleerd hebben om zelfstandig in slaap te vallen, slapen dieper en vaak ook langer en worden in de nacht minder vaak wakker.
De onrust is vaak het gevolg van de vele prikkels die een baby moet verwerken tijdens de slaap. Je kleintje huilt dan bij het inslapen en wordt sneller terug wakker door het overprikkeld en oververmoeid zijn. (verborgen) reflux kan ook een oorzaak zijn van het steeds wakker schrikken en huilen.
Een baby kent nog geen dag en nachtritme.
De periodes van wakker zijn duren meestal niet langer dan 1 tot 1,5 uur en vervolgens slaapt een baby weer tot 2,5 tot 3 uur. Het slapen en waken wisselen elkaar dus meestal af met een interval van 3 tot 4 uur.
Wanneer je baby 9 maanden oud is, wordt het ook steeds makkelijker te herkennen als je baby een nachtmerrie heeft. Je kind kan dan huilend of schreeuwend wakker worden, en kan hierbij ook zijn vuistjes ballen.
Oververmoeidheid herkennen
Net als gapen, huilen en wegkijken is dit een typisch signaal een oververmoeide baby. Ook rood rondom de oogjes is een bekend teken dat een baby moe of oververmoeid is. Veel oververmoeide baby's komen lastig in slaap. Ze huilen zodra je ze neerlegt.
Als je baby begint te huilen als het in bed ligt, doe dan eerst even niets. Je baby leert dan om zelf in slaap te vallen. Probeer voor een rustige omgeving te zorgen: blijf op de kamer en doe geen licht aan. Wordt het huilen harder en langer, zonder onderbrekingen, troost je baby dan.
Als ze een paar minuten blijft huilen, kun je naar de babykamer gaan, maar doe het licht niet aan, pak haar niet op en speel niet met haar. Je kunt haar zachtjes op haar buikje aaien en haar vertellen dat ze weer moet gaan slapen . Als ze een speen heeft, kun je die teruggeven. Houd je toon rustgevend en zacht.
Verwacht dat factoren zoals ziekte of een verandering in routine de slaap van uw baby verstoren. Ontwikkelingsmijlpalen, zoals optrekken tot staan en kruipen, kunnen de slaap ook tijdelijk verstoren.
"Slaapregressie" is een veelgebruikte term om een tijdelijke verstoring van de slaap van uw kind te beschrijven, zoals vaker wakker worden in de nacht, kortere dutjes doen of vechten om bedtijd. Dit komt vaak voor tijdens periodes van ontwikkelingsgroei of grote overgangen (denk aan: het starten van de kleuterschool of de geboorte van een broertje of zusje).
Kalmeer je baby voor het slapen gaan
Vermijd spelletjes met veel prikkels en doe iets rustigs in de uren voor het slapen gaan. Met een massage of een badje kan je baby lekker tot rust komen. Hierdoor valt hij makkelijker in slaap. Dit vergroot ook de kans op doorslapen.
Krijg je je baby niet direct wakker? Kriebel je baby onder de voeten.Neem je baby in je armen en ondersteun zijn of haar nek.Schud je baby nooit.
Je kunt je baby een beetje helpen door hem in je armen wat slaperig te maken en hem neer te leggen als hij bijna in slaapt valt. Later kun je dit moment van neerleggen dan steeds iets gaan vervroegen, totdat je je baby wakker in het bedje kunt leggen en hij zelf in slaap valt.
Op bepaalde tijdstippen zal je baby een groeispurt doormaken. Meestal gebeurt dit rond de 10de dag, 3 weken, 6 weken, 3 maand en 6 maand, maar dit kan zich ook op een ander tijdstip voordoen, bv bij ziekte, menstruatie… Je baby zal enkele dagen veel vaker en langer willen drinken dan gewoonlijk.
Als je baby 's nachts vaak wakker wordt of lang wakker blijft, heeft dat vaak te maken met wat er overdag gebeurt en met zijn dutjes.Hij heeft misschien te veel of te weinig slaap overdag, wat betekent dat hij onder- of oververmoeid is.