Omdat cellulose een polymeer is van monosaccharide wordt het ook polysaccharide genoemd. Cellulose kan door zijn molecuulstructuur veel water opnemen. Cellulose platen worden toegepast als thermisch en akoestisch isolatiemateriaal (Flexplaten van Homaterm, Celluloseplaten van Isodel).
Cellulose en lignine zijn niet oplosbaar in water, hemicellulose is gedeeltelijk oplosbaar.
Cellulose wordt gebruikt in papier, textiel, verf, filmrolletjes, tandpasta en lijmen zoals behangplaksel. Cellulose werkt in deze producten als bindmiddel. Het wordt bijvoorbeeld gebruikt in verven. en zorgt in lijmproducten voor de plakkende werking.
Cellulose is een β-1,4-glucaan, een polysacharide (meervoudige suiker) opgebouwd uit een lineaire keten van enkele honderden tot vele duizenden β (1 → 4) gekoppelde D-glucose-eenheden, aan elkaar gelinkt tot een polymere keten.
Daarnaast is cellulose een polysacharide (meervoudige suiker) opgebouwd uit enkele honderden tot vele duizenden gekoppelde glucose-eenheden. Deze zijn lijnvormig aan elkaar gelinkt als een polymeren keten.
Cellulose bestaat ook in supplementvorm. Het is over het algemeen veilig om cellulose te consumeren. Maar als je te veel cellulose of vezels eet, kun je last krijgen van ongemakkelijke bijwerkingen zoals winderigheid en een opgeblazen gevoel (met toestemming vertaald).
Cellulose: stevige kabels
Om de micro-fibrillen te verbreken zijn speciale enzymen – eiwitten die een chemische reactie versnellen – nodig. Maar alleen sommige micro-organismen en schimmels hebben zulke enzymen. Mensen kunnen cellulose daarom niet verteren: het gaat via ons maag-darmkanaal zo de wc in.
Water (H2O; aqua of aq.; zelden diwaterstofoxide of oxidaan) is de chemische verbinding van twee waterstofatomen en een zuurstofatoom. Water komt in de natuur voor in de drie verschillende hoofdfasen: als vloeistof, als vaste stof en als gas. Bij kamertemperatuur is water een vloeistof zonder specifieke kleur en geur.
Cellulose is een vezel die eigen is aan bijna alle planten, maar vooral geassocieerd wordt met bomen. Hout bestaat voornamelijk uit cellulose, maar ook uit lignine en hemi-cellulose. Katoen bestaat volledig uit spiraal gedraaide cellulose (wat hem uitermate geschikt maakt om te spinnen).
Primaire cellulose
Het hout wordt ontdaan van lignine en hemicellulose, waarna cellulose-pulp resteert voor de productie van bijvoorbeeld papier. Om papier te maken, worden dus veel bomen gekapt.
Cellulose is een polysacharide die door nagenoeg alle planten wordt gemaakt (vooral bomen). De stof zit in veel natuurlijke vezels. Hout bestaat voor een groot deel uit cellulose, maar bevat ook andere stoffen als lignine en hemicellulose. Katoen en watten zijn nagenoeg zuivere cellulose.
Cellulose komt voor in de celwanden van de planten. Cellulose is door het verteringsstelsel van de mens moeilijk te verteren. Door plantaardig materiaal te koken wordt cellulose beter afbreekbaar.
Cellulose is een belangrijke bouwsteen van de celwand van planten. Daarom vinden we cellulose in de voeding voornamelijk terug in peulvruchten, fruit, groenten en noten.
Zetmeel en voedingsvezels zoals cellulose en pectine zijn voorbeelden van koolhydraten bestaan uit polysachariden. Daarnaast behoort ook glycogeen tot deze groep. Glycogeen is de dierlijke vorm van zetmeel en is beter bekend als de koolhydraatreserve in ons lichaam.
Het is een wit poeder bestaande uit cellulose uit hout, dit zijn onoplosbare vezels. Het heeft als E-nummer E640. Waarvoor wordt microkristallijne cellulose gebruikt? Het is een vaakgebruikt vulmiddel in supplementen.
Cellulose papier
Is een polysacharide die door nagenoeg alle planten wordt gemaakt (vooral bomen). In deze stof zit in veel natuurlijke vezels. Hout bestaat voor een groot deel uit cellulose, maar bevat ook andere stoffen als lignine en hemicellulose. Katoen en watten zijn nagenoeg zuivere cellulose.
Cellulose isolatie is een isolatiemateriaal dat bestaat uit wollige cellulosevlokken van gerecycled krantenpapier. Het isolatiemateriaal staat ook wel bekend staat als papiervlokken.
Cellofaan is een kunststof gemaakt van cellulose, is plantaardig en biologisch afbreekbaar.
Bekende voorbeelden van hoog lignine-houdende gewassen zijn in de eerste plaats naaldhout en loofhout, maar ook de stengels van planten zoals granen, grassen, suikerriet, riet of bamboe bevatten lignine.
De eerste kilometerlange aanvoerleiding wordt in Pergamon gebouwd, zo'n 200 jaar VC. De Grieken voeren als eersten water onder hoge druk aan dankzij het principe van de communicerende vaten. In het Romeinse Rijk kent de watervoorziening een grote groei.
Ons grondwater is van nature schoon. Het wordt opgepompt en belucht door sproeiers. Zuurstof en opgelost ijzer vormen vlokken die uit het water worden gefilterd door een zandfilter waarna het zuivere drinkwater het net in wordt gepompt.
Chlorofyl is een molecule (of beter, een familie van zeer gelijkaardige moleculen) die voornamelijk in planten aangetroffen worden maar ook in sommige bacteriën en algen. Ze zijn bedoeld om licht te absorberen en deze energie te gebruiken om het fotosyntheseproces te voeden.
Voor een volwassen vrouw is de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid vezels 30 gram, voor een man is dit 40 gram. Maar helaas blijkt dit voor velen lastig te behalen. De cijfers liegen er niet om: wist je dat de gemiddelde Nederlandse vrouw slechts 18,7 gram vezels per dag eet? Mannen eten bijna 23 gram vezels per dag.