Het ontsteken van vuur gebeurt met warmte. Deze warmte moet zo erg zijn, dat brandstof en de aanwezige zuurstof ontbranden. Als dit het geval is, vatten de brandstof en zuurstof vlam en verspreid de brand zich. Vuur is dus heet, omdat hitte nodig is om de brand te ontsteken en om de brand te laten branden!
De temperatuur van een vlam varieert, meestal is dat tussen de 300° en (bijvoorbeeld bij een autogeenbrander) 3100° Celsius. Als materie zo heet wordt dat het begint te gloeien, dan ontstaan er gassen die vervolgens kunnen oxideren.
Het blauwe deel is het heetst, daarna het witte deel en het gele deel van de vlam is het minst warm. Niet alleen de temperatuur kan de kleur van de vlam bepalen, de brandstof kan de kleur ook veranderen.
Vuur ontstaat als er een brandbare stof, zuurstof en een ontstekingsbron in de juiste verhouding en hoeveelheid aanwezig zijn. Deze drie elementen vormen samen de vuurdriehoek. Bij het stoken van een houtkachel is hout de brandstof, regel je zelf de zuurstof en is het aanmaakblokje de ontstekingsbron.
Voor vuur heb je drie dingen nodig: zuurstof, brandstof en warmte. Als je één van die drie dingen weghaalt, dan dooft je vlam. Met het ijsklontje haal je de warmte weg.
'Er is geen waterdichte definitie van leven. Je kunt kenmerken geven, bijvoorbeeld iets wat zichzelf in stand houdt en zich kan vermeerderen. Maar dan zou vuur ook leven, en dat klopt niet.
Vuur heeft geen schaduw, omdat vuur licht manifesteert en duisternis verdrijft. De boodschap: zend licht uit en duisternis verdwijnt.
Gassen kunnen namelijk oneindig hun vorm behouden. Dat betekent dat ze dus oneindig in dezelfde staat kunnen verkeren. Vuur is echter iets dat uitbrandt en niet altijd in dezelfde vorm bestaat.
Het vroegste gebruik van vuur zal onderwerp van onderzoek blijven, maar vanaf zo'n 400.000 jaar geleden is het gebruik van vuur ondubbelzinnig en wijdverspreid.
Dieren hebben invloed op het ontstaan en verspreiden van bosbranden. Grote grazers zorgen ervoor dat er minder brandstof is door planten te eten, zo was al bekend. Maar ook vogels, bevers, olifanten en zelfs termieten kunnen een groot verschil maken.
Om blauwe vlammen te maken gebruik je koperchloride of calciumchloride. Om turquoise vlammen te maken gebruik je kopersulfaat. Om rode vlammen te maken gebruik je strontiumchloride. Om roze vlammen te maken gebruik je lithiumchloride.
Het blauw of soms beetje groen is de kleur van de volledige verbranding van koolwaterstoffen, waar nog een kleine verontreiniging van metalen in zit. Die metalen verbranden dan ook en dat geeft een beetje die kleur.
Het blauw net onder het wit is het heetst. Rnd 1200 celsius.
Vuur is een bijeffect van brand. De vlammen die je ziet zijn een heet gas dat voornamelijk bestaat uit zuurstof- en stikstofmoleculen in de lucht en de koolstofdioxide en waterdamp die gevormd worden bij de brand. De kleur van de vlam hangt af van de temperatuur van het gas.
Vuur is het geheel van lichtverschijnselen en warmteontwikkeling dat optreedt als een brandbare stof een oxidatiereactie ondergaat bij hoge temperatuur.
We noemen twee manieren: Met 9 volt-batterijen (van die vierkante) en wat aluminiumfolie of staalwol. Als je de positieve (+) kant van de batterij tegen het aluminium of staalwol houdt, zal dit snel vlam vatten. Dit is meteen een goede tondel (bundeltje licht ontvlambaar materiaal) om een groter vuurtje mee te maken.
Er is slechts één plaats die wellicht ouder, onomstootbaar bewijs van gecontroleerd vuur bevat: een archeologische vindplaats in Israël. Dat bewijs wijst erop dat de mens nog iets eerder dan 400.000 jaar geleden vuur kon maken en gebruiken.
Voor het meeste voedsel is de matige hitte van sintels en as voldoende, zodat het vuur vezels afbreekt, suikers omzet, vergiften en bacteriën onschadelijk maakt, maar toch nog wat voedsel overlaat voor de mensen om te verteren. Direct op de grond is een beter vuur te bouwen dan op een barbecue.
vuur weegt "niets". Zoals je in het antwoord op vraag 2969 ("Uit welke materie bestaat vuur?") kan lezen, bestaat vuur wel uit atomen. Echter: als je in een afgesloten ruimte een vuur maakt, zal de massa dezelfde blijven. Dit komt doordat het vuur eigenlijk een chemische reactie is van een gas met zuurstof.
Netherrack, en Bedrock (bedroch in de End) zal altijd blijven branden. Op hele langzame computers was het mogelijk om een blok te ontbranden, uit te loggen, in te loggen en dan de woorden "FIRE TEX HNST!" voor een kort ogenblik te zien.
In de prehistorie had men twee manieren om vuur te maken: Door twee stokken tegen elkaar aan te wrijven of door met twee stenen (vuursteen en ijzerhoudend gesteente) op elkaar te slaan een vonk te creëren. We zullen in dit stuk ook modernere manieren om vuur te maken bekijken.
Een voorwaarde voor het ontstaan van schaduw is aldus dat er een lichtbron en een object aanwezig moeten zijn. Er kan sprake zijn van een natuurlijke lichtbron (bijvoorbeeld de zon) of een kunstmatige lichtbron (bijvoorbeeld een lamp).
Wanneer je een kaarsje aansteekt en er een lamp op richt, zul je zien dat het vlammetje geen schaduw geeft, maar de kaars wel. Licht heeft geen schaduw. Sterker nog, donker of duisternis is eigenlijk 'slechts' de afwezigheid van licht. Steek je een lamp aan, dan is het donker weg.
Het licht kan niet door de kaarsen heen, hierdoor ontstaat van elke kaars een duidelijke schaduw van de kaars op de muur. Bij de rechter vlam ontstaat geen schaduw, kenneliijk kan het natriumlicht door deze vlam heen. Bij de linker vlam ontstaat wel een schaduw.