Ze merken dat deze een opbouw hebben van situatieschets (personen, tijd, plaats) en episode (probleem, gevolgd door een oplossing). Ook ontdekken ze verbanden tussen zinnen en grotere tekstdelen. Door verhalen na te vertellen of na te spelen worden ze zich extra bewust van deze opbouw en verbanden.
De mate waarin een kleuter de 'taal' van voorleesboeken begrijpt. Kan het kind bijvoorbeeld het verhaal navertellen, naspelen of halverwege voorspellingen doen over de afloop van het verhaal.
Ze leren hoe een boek fysiek in elkaar zit (voor- en achterkant, rug, titel, bladzijden, tekst, illustraties, leesrichting van links naar rechts). Ook leren ze begrijpen dat de schrijver van het verhaal altijd een bedoeling heeft en dat de illustraties in een boek personen, voorwerpen en gebeurtenissen voorstellen.
Leerlingen leren zich tijdens voorleessituaties op boeken te oriënteren. Bij boekoriëntatie gaat het over gedrag, de omgang met boeken, wat je met boeken kunt doen, wat je eraan kunt zien en hoe je ze leest. Doelen hierbij zijn: - Leerlingen begrijpen dat illustraties en tekst samen een verhaal vertellen.
Onder taalbewustzijn verstaan we: bewust omgaan met taal, je bewust zijn van hetgeen je doet en laat tijdens taalactiviteiten. Een bewuste taalgebruiker heeft besef van schrijf- en leesdoelen en stuurt het proces dat nodig is om die doelen te bereiken.
Alfabetisch principe houdt in dat de klank van een woord overeenkomt met de weergave van deze klank in letters. De lettertekens (grafemen) van ons alfabetisch schrift verwijzen naar klanken (fonemen). Het leren van dit alfabetisch principe heeft een visuele en een auditieve kant.
Beginnende geletterdheid. Dit is het groeiende inzicht in de functies van geschreven taal, inzicht in het alfabetisch schrift en het verband tussen gesproken en geschreven taal. Een kind in deze fase leert eenvoudige woorden te verklanken, betekenis te verlenen aan geschreven taal en om woordjes te schrijven.
Met een luistervraag richt je de aandacht van de leerlingen nadrukkelijk op de inhoud van het boek. Een voorbeeld van een luistervraag is: Wat gebeurt er met de post nadat je het in de brievenbus gooit? Kom na het lezen terug op de vraag, bespreek de antwoorden en schrijf ze op.
Taalontwikkeling en geletterdheid
Voorlezen verrijkt dus de woordenschat en draagt bij tot een beter taalgevoel en taalbegrip. Kinderen die op jonge leeftijd regelmatig voorgelezen worden, leren later sneller zelf lezen en hebben minder moeite met spellen en begrijpend lezen.
Voorlezen versterkt de fysieke en socio-emotionele band tussen ouders en kinderen. – Woordenschatontwikkeling: De taal van prentenboeken en voorleesverhalen bevat een rijke woordenschat.
Door het voorlezen komt je kind in aanraking met alle letters en wordt zijn woordenschat vergroot. Omdat begrijpend lezen voor veel schoolvakken en -opdrachten belangrijk is, zorgt de vertrouwdheid met boeken en taal ervoor dat je kind meer zelfvertrouwen heeft als hij of zij naar school gaat.
“Voorlezen draagt bij tot een beter taalgevoel en taalbegrip. Kinderen leren ook beter luisteren en trainen hun concentratievermogen.” Bovendien draagt voorlezen bij tot een beter taalgevoel en taalbegrip. Kinderen leren immers dat letters en woorden een betekenis hebben, en krijgen zo meer inzicht in taalgebruik.
Het lezen zorgt voor de sociale ontwikkeling. Een kind kan zich verplaatsen in verschillende personages waardoor hij ziet dat ieder anders denkt in dezelfde gebeurtenis of situatie. Kinderen leren zich beter concentreren en daarnaast stimuleert lezen de fantasie.
Een mindmap kan helpen om de structuur van een verhaal duidelijk weer te geven. Het prentenboek wordt centraal gesteld door op een groot vel papier een plaatje van de kaft te plakken. Daaromheen staan vier takken: de 'wie-tak', de 'waar-tak', de 'probleem-tak' en de 'oplossing- tak' (Hofma & Van der Veen, 2014).
Peuterleeftijd: ontluikende gecijferdheid
Je kind begint langzaam maar zeker de wereld om zich heen in te delen. Zo begrijpt je kind als hij of zij ongeveer twee jaar oud is, het verschil tussen twee, drie en veel. Kinderen kunnen dan vertellen hoeveel jaar oud ze zijn en steken trots een paar vingers in de lucht.
Ongeveer 2,5 miljoen Nederlanders hebben moeite met lezen, rekenen en het gebruiken van een computer of smartphone. De Rijksoverheid biedt hulp om laaggeletterdheid aan te pakken. Bijvoorbeeld met financiering aan gemeenten en subsidies aan werkgevers voor aanbod van opleidingen.
Fonemisch bewustzijn is het besef dat woorden uit afzonderlijke klanken zijn opgebouwd en dat die klanken gekoppeld kunnen worden aan geschreven letters of lettercombinaties. Het is daarom belangrijk om leerlingen vanaf de start bewust te maken van klanken en hun kenmerken; dat effent het pad voor het leren lezen.
Een foneem wordt weergegeven door een grafeem. Het Nederlands heeft 34 verschillende fonemen. Om die weer te geven hebben we slechts 26 letters tot onze beschikking. Dat tekort lossen we op door een aantal fonemen weer te geven met een lettercombinatie, bijvoorbeeld de ou, de ei, en de ui.
Nederlands. Het Nederlands kent 34 basisgrafemen. Daarnaast zijn er enkele grafemen, zoals q en x, die (ooit) aan andere talen zijn ontleend. Voorbeelden van gewone Nederlandse grafemen zijn: 'i', 'o', 'e', 'k', 'p' maar ook 'oe', 'ui', 'eu' en 'aa'.
Een goede instructie bij het leren lezen is erg belangrijk. Verkeerd aangeleerde strategieën zijn inefficiënt. Een leesachterstand is bijna nooit meer in te halen. Het leesproces bestaat uit aanvankelijk of beginnend technisch lezen, voortgezet technisch lezen en begrijpend lezen.
Lezen is belangrijk. Het vergroot de taalontwikkeling, de concentratie en fantasie. Bovendien krijg je door lezen kennis over de wereld om je heen en draagt het bij aan het vormen van een mening. Allemaal goede redenen om aandacht te schenken aan leesmotivatie zodat leerlingen met meer plezier gaan lezen.
Op die manier leren ze. Als jij zelf vaak leest, dan zal de kans groter zijn dat je kind er ook belangstelling voor krijgt. Neem dus af en toe een goed boek in je handen of beter nog: lees samen een boek, door om de beurt een pagina te lezen. Doe dit met gekke stemmetjes en het zal gegarandeerd een succes worden!