Wanneer kinderen met autisme ertoe aangezet worden om naar de ogen te kijken doen ze dat. Ze kijken dan recht naar de ogen. Ze verschuiven hun aandacht niet naar de mond en kijken ook niet eerder weg van de ogen dan hun niet-autistische leeftijdsgenoten.
Hypergevoelig voor sociale prikkels
Maar voor een groot deel van de autistische mensen is dit allesbehalve waar. Zo wordt in recent onderzoek beschreven dat ze juist oogcontact vermijden omdat ze hypergevoelig zijn voor sociale prikkels, niet omdat het ze niets kan schelen.
Het brein van mensen op het autismespectrum kan zich inleven in wat anderen denken, in tegenstelling tot wat vaak beweerd wordt. Wat wel klopt, is dat sociale interacties bij hen soms moeizamer verlopen. Dit komt omdat hun brein mogelijk minder goed kan vatten in hoeverre andere personen anders denken dan zichzelf.
Het lijkt erop dat onze hersenen overbelast raken als we proberen na te denken en tegelijkertijd iemands blik proberen vast te houden. Daarom voelt het onderhouden van oogcontact ongemakkelijk en is het mentaal zo stimulerend. Als helder denken de prioriteit is, kijken we weg.
Bij een autistische meltdown of shutdown gaat het eerder om overprikkeling. Je brein heeft simpelweg teveel input te verwerken gehad – te veel sociale situaties, te veel herrie, te veel alles – en dan knapt er iets. Bij een meltdown uit zich dat vaak in een explosie naar buiten toe: boosheid, huilen, paniek.
Mensen met autisme ervaren heftiger wat ze horen, zien, ruiken, proeven en voelen. Ze hebben vaak moeite met veranderingen.Contact maken met andere mensen gaat vaak moeilijk. Autisme is aangeboren.
PDA kenmerkt zich van door een uitdagingen tegen eisen en verzoeken des levens (tanden poetsen, werken, enz.)en inbreuken op hun autonomie.
Er zijn talloze redenen waarom iemand moeite kan hebben met het onderhouden van oogcontact met anderen, waaronder sociale, culturele, persoonlijke, mentale en emotionele redenen . Personen met de diagnose autismespectrumstoornissen (ASS) kunnen moeite hebben met het maken van oogcontact.
Te weinig oogcontact kan ons onbewust wat vertellen over de gesprekspartner: namelijk dat hij weinig zelfvertrouwen of weinig interesse heeft, of dat hij wantrouwend is. Heb je moeite met oogcontact maken? Probeer dan deze oefening: Kijk iemand aan als je met hem in gesprek bent.
Als je niet wilt dat anderen weten hoe je je voelt, dan zal je oogcontact proberen te vermijden. Omdat onze emoties en gevoelens zichtbaar zijn in onze ogen, kan oogcontact heel kwetsbaar aanvoelen. Door het hebben van oogcontact geef je iemand namelijk toegang tot je innerlijke wereld.
Autisten die moeite hebben met het begrijpen van taal in het algemeen hebben ook moeite met het begrijpen van figuratieve taal in het bijzonder. Autisten die geen beperking hebben in het begrijpen van taal, hebben over het algemeen ook geen moeite met het begrijpen van metaforen, vergelijkingen en andere stijlfiguren.
Eerlijk en recht door zee
Autistische mensen liegen zelden. Ze zeggen wat ze denken en wat ze zien, en begrijpen meestal niet de spelletjes die anderen spelen met hoe ze dingen presenteren of boodschappen verbloemen.
Veel mensen met autisme geven aan grote moeite te hebben met het opmerken en interpreteren van non-verbale communicatie. Hierdoor kan het ontzettend lastig zijn om de boodschap die iemand probeert over te brengen, te begrijpen, wanneer diegene non-verbale signalen gebruikt en de dingen onduidelijk en indirect benoemt.
De onderzoekers ontdekten dat deelnemers met ASS tijdens oogcontact een aanzienlijk lagere activiteit vertoonden in een hersengebied dat de dorsale pariëtale cortex wordt genoemd, vergeleken met deelnemers zonder ASS .
Mensen met autisme vinden het soms moeilijk om dingen als sarcasme, grapjes of beeldspraak te begrijpen. Ze nemen je woorden soms heel letterlijk. Het kan voor mensen met autisme ook moeilijk zijn om hoofd- en bijzaken van elkaar te onderscheiden.
Drie snelle en gemakkelijke methoden om oogcontact te maken:
Wanneer u uw kind een object geeft, houdt u het voor uw ogen, zodat hij/zij het moet pakken . U bent daar, achter het object! Wanneer uw kind naar u kijkt, prijs hem/haar daarvoor! Vertel hem/haar hoezeer u het waardeert dat hij/zij kijkt.
Een van de theorieën, de amygdala-theorie genoemd, stelt dat verminderd oogcontact wordt veroorzaakt doordat de amygdala, een deel van de hersenen, niet goed werkt. Volgens deze theorie herkent de amygdala de ogen van andere mensen niet als iets belangrijks en daarom maken mensen met autisme minder oogcontact.
Als iemand je blik ontwijkt, kan dat zijn omdat ze verlegen zijn of sociale angst hebben . Oogcontact maakt ze nerveus, dus ze proberen ergens anders te kijken. Een andere mogelijke reden is dat ze een neurologische ontwikkelingsstoornis hebben zoals autisme of ADHD. In dit geval kan oogcontact overstimulerend zijn.
Als iemand je niet durft aan te kijken
Ze vinden het bedreigend omdat ze niet weten wat anderen (over hen) denken als zij ze aankijken. Daar hebben ze vaak ideeën over die niet altijd waar zijn. Ze voelen zich angstig of verlegen. Daarom kijken ze liever de andere kant op.
Autisme is een complexe hersenstoornis die ongeveer 1 op de 88 kinderen treft. Een hoofdsymptoom is een verminderde sociale interactie, waaronder een gebrek aan oogcontact. Autismesymptomen openbaren zich voor het eerst in de vroege kindertijd en een definitieve diagnose kan vaak al op 2-jarige leeftijd worden gesteld.
Door middel van oogcontact zijn emoties, intenties, zelfverzekerdheid, zwaktes en meer informatie te herkennen. Mensen zijn geneigd oogcontact te vermijden als ze het hebben over iets beschamends of als ze verdrietig of depressief zijn en geen toegang willen geven tot interne gedachten of emoties.
Oogcontact vermijden betekent niet automatisch dat u een psychische aandoening hebt. U kunt bijvoorbeeld oogcontact verbreken wanneer u zich overweldigd voelt of wanneer uw aandacht naar iets anders verschuift. Als u echter aanhoudende, ernstige oogcontactangst hebt, kan dit een teken zijn van een sociale angststoornis .
Overgevoeligheid of juist helemaal niet gevoelig voor pijn, warmte en kou en geluiden. Afwijkende motoriek. Houterig bewegen, veel met de handen zwaaien (praten met de handen). Overmatige gerichtheid op een onderwerp en weinig tot geen belangstelling hebben voor andere onderwerpen.
Welke medicijnen worden gebruikt bij Autisme? Antipsychotica worden gebruikt bij kinderen met autisme, die last hebben van angst of agressief gedrag. Antipsychotische middelen verminderen deze verschijnselen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen klassieke en atypische antipsychotica.